-36-
gelegenheid van de eerste steenleg van de 107 huurwoningen in het plan de
Rode Schouw op 13 juli 1972, kon zeggen dat jouw bouwonderneming van de
2.000 woningen die op dat moment in Halsteren na de oorlog waren gebouwd
of in aanbouw waren, er 423 door Uw onderneming waren gebouwd, waarvan 310
in de koop en 113 in de verhuursektorMooie cijfers en een duidelijk
bewijs dat op de heersende behoefte door U krachtig werd ingespeeld. Als
vandaag je verdienste als verdienstelijk burger zijn onderschreven door
een Koninklijke onderscheiding, dan denk ik dat daarbij overwegingen
hebben gegolden met betrekking tot jouw aktiviteiten als raadslid, als
wethouder, als verzetsstrijder tijdens de nacht over Nederland, humane
opstelling als voedselambtenaar tijdens diezelfde nacht, Uw inzet voor de
sport in al zijn variaties, voor de muziek en zoveel andere zaken die een
mensenleven zo moeten veraangenamen. Toen je 39 jaar terug begon was onze
dorpengemeenschap Halsteren en Lepelstraat sober en slechts voorzien van
primitieve voorzieningen. Vandaag de dag mogen wij, en met ons de ganse
bevolking, genieten van een voorzieningenpakket waarop vele gemeenten van
gelijke omvang jaloers mogen zijn. Met jou in deze raad en de 43 andere
die ons zijn voorgegaan, die hebben het hunne er toe bijgedragen. Voor
jouw aandeel danken wij jou. Het is aan mij, als de nieuwe nestor nu, om
de dank over te brengen. Ik zeg daarbij, Uw zoon zal van hoge huize moeten
komen wil hij de voetsporen van de oude drukken. Namens de voltallige
raad, ik zeg namens alle raadsleden, niemand uitgezonderd, inclusief
secretaris en bode, zullen onze collega's de dames Wiersema en Frietman U
een herinnering aan de verstreken periode overhandigen. Moge het U gegeven
zijn om nog een reeks van jaren met Uw familie van een lange gezonde
levensavond te genieten. Het zij zo.
Het lid Roosenboom: In deze kan ik heel kort zijn. Ik wil namens de
groepering namens de fraktie Leefbaarheid in eerste instantie de heer van
Elzakker feliciteren met zijn Koninklijke onderscheiding. Wij wensen de
heer van Elzakker en zijn bijzonder sympathieke vrouw nog vele jaren in
gezondheid en ik wil eindigen met een woord waar ik eigenlijk de strekking
niet goed van begrijp, maar ik weet als ik het uitspreek dan moet dat voor
U buitengewoon sympathiek overkomen. Posjepand.
De voorzitter: Mijnheer van Elzakker, het is zo dat er vandaag al vele
lovende woorden aan Uw adres geuit zijn. Daarstraks door oud-burgemeester
Hendriksen en ik denk dat de heer van de Watering het daarnet ook erg goed
aangegeven heeft het gevoelen wat leeft. En dat ontslaat mij van een hele
hoop problemen, ik kan wat dat aangaat wat korter zijn. Verder bent U
vanmiddag benoemd tot ridder in de orde van Oranje Nassau. Zoals U
vanmiddag nog zei spreken is zilver, zwijgen is goud. Van mij moet U dus
geen lang verhaal verwachten. Het meeste is al aangeroerd en we hebben U
al een paar keer in de krant met stukken gezien. Vele zaken zijn al
genoemd. Ik wil als waarnemend voorzitter van dit hoogste bestuursorgaan
van onze gemeente U in elk geval bijzonder bedanken voor alle goede dingen
die zijn gedaan ten behoeve van de Halsterse en Lepelstraatse gemeenschap.
U heeft 39 jaar lang deel uitgemaakt van deze gemeenteraad. U heeft veel
mee helpen tot stand te komen van al dat fraais en meneer van de Watering
heeft dat ook aangegeven wat onze gemeente thans te bieden heeft.
Vanmiddag is er ook al op geduid, het kan niet genoeg gezegd worden, U
heefc daar 39 jaar lang op een flinke wijze aan meegeholpen. U heeft zelf
geschreven en ook vaker uitgelegd dat U politiek een sport vond met winnen
en verliezen. Ik denk dat de eerlijkheid wel gebiedt te zeggen dat U niet
graag verliest en liefst altijd wint. Uit het hele leven van U, dat is
vandaag ook al een paar keer gezegd, daaruit blijkt wel dat U veel oog
heeft voor Uw medemens. Ook de opstelling in de raad is daar steeds een
getuige van geweest. Dat is duidelijk, dat is Uw levensopvatting en die
-37-
heeft U ook altijd uitgedragen. Ik ga het niet langer maken want ik weet
dat U op Uw eigen manier ook afscheid wil nemen van de raad en het is
inmiddels al bij elven. U blijft tot 25 augustus bij ons funktioneren tot
Uw zoon als nieuw raadslid aangetreden is. Er is nog een belangrijke
periode en we zullen elkaar zeker nog een paar keer daarin ontmoeten in
het kader van een belangrijke zaak, de benoeming van de nieuwe
burgemeester. Nogmaals bedankt voor Uw inzet en medewerking gedurende de
afgelopen 39 jaar. Ik hoop dat U nog een mooie en gezonde periode tegemoet
gaat samen met Uw vrouw en de rest van de familie. U krijgt nu nog de
geëigende cadeaus. Het ga U heel erg goed.
Het lid van Elzakker: Het is voor mij vandaag toch een zware opgave om
een levenswerk van 39 jaar te beëindigen. Ik vind het heel fijn dat onze
oud-wethouder van de Watering hier namens de raad het woord heeft mogen
voeren, ik ben aan hem heel veel verschuldigd. Wanneer ik met iemand goed
heb samen kunnen werken, dan was het met wethouder van de Watering, in
goede en slechte tijden. Alles wat U uiteindelijk naar voren heeft ge
bracht, daar dank ik U voor, het is de waarheid en ik vind het fijn dat ik
het van U heb mogen horen. Dat stel ik op buitengewoon hoge prijs. Ik heb
daar weinig aan toe te voegen. Ik heb de pers gehad, ik mag van deze kant
de pers nog wel even bedanken voor de wijze waarop ze het netjes naar
voren hebben gebracht, zonder veel stukken te maken. U begrijpt dat ik wel
eens uitlatingen gedaan heb en gevraagd heb, alstublieft plaats ze niet,
want dat is niet mijn bedoeling. Ik wil de pers bedanken. U kent me, op
een gegeven moment zeg je toch wel iets te veel. Ik ben dankbaar, erg
dankbaar dat ik zoveel werk heb mogen doen voor onze gemeenschap en dat de
gemeente Halsteren de gemeente is die woonbaar is en waar alle voorzie
ningen zijn. Ik heb het vanmiddag al even gezegd, de raad moet er terdege
rekening mee houden dat datgene wat er tot stand gebracht is, om dat te
kunnen behouden. Dan is er weinig meer aan toe te voegen. Dan feliciteer
ik de gemeente Halsteren, dan zitten ze goed en voordelig. Het is een
klein kunstje om iets tot stand te brengen, maar het moet wel betaald
worden. We moeten bezuinigen. Er is nog een hele zware taak voor de raad
om hetgeen wat wij hebben, in stand te houden. Nogmaals meneer van de
Watering, bedankt voor de fijne woorden die U tot mij hebt gericht. Wij
zijn op een leeftijd om er van te gaan genieten. Ik ben het ten opzichte
van mijn vrouw wel verplicht, wat dat betreft is zij veel tekort gekomen.
Ik kan het die enkele jaren misschien nog wel een beetje goed maken, maar
helemaal goed maken dat kan niet meer. Ik ben nooit thuis geweest. Als ik
dat nog goed moet maken, dan moet ik misschien wel 100 worden. Dat zal wel
niet zo zijn. Meneer Roosenboom, weinige woorden, maar dat was inderdaad
mijn spreekwoord in die tijd: Posjepand. Dat wil zeggen, we staan achter
elkaar en we verlaten elkaar nooit, we weten wat we aan elkaar hebben, een
afspraak is een afspraak en die hebben we maar na te komen. Als je dat
niet doet dan is het geen posjepand.
Mijnheer van der Weegen, loco-burgemeester ook hartelijk dank voor Uw
woorden. U begrijpt uiteindelijk wel dat ik met deze ridderorde toch wel
bijzonder blij ben. Het is een kwestie van, dat er toch nog even bij stil
gestaan wordt wat er die jaren is gepasseerd. Dat je daar een koninklijke
onderscheiding voor krijgt, dat doet een mens goed. Men kan wel eens
zeggen, daar voel ik niets voor, ik heb er al meerdere gekregen, maar als
puntje bij paaltje komt, dan schiet je gemoed wel eens een keer vol. Ik
zou willen vragen, ook de publieke tribune, als U er zin in heeft, om na
het sluiten van de raadsvergadering bij het Dorpskoffiehuis op mijn kosten
nog een lekker borreltje te drinken. Misschien is er nog wel meer, dat
weet ik niet, maar een flesje bier in ieder geval en nog wat andere
dranken. Doe je best, hou je niet in, het is de laatste keer dat ik daar