-34-
optimistisch bent dat er in de toekomst nog andere mogelijkheden komen,
dan is het nog tijd zat om van die gelegenheid gebruik te maken en van die
eventuele voorzieningen die er dan komen. Dan kunnen we altijd nog deze
overeenkomst opzeggen.
Het lid MensWat betreft de sloop van de opstallen, daar heeft U ons
van overtuigd, daar maken wij geen enkel bezwaar meer tegen, maar wel wat
de opzegging betreft van de pacht. Wordt hij van de eigenaar opgezegd,
daar kunnen wij dan ook niets aan doen, dan moeten wij dat gewoon nemen.
Onzerzijds zou ik willen verzoeken om hier mee te wachten. Nogmaals wat de
heer Roosenboom ook zegt, de kosten hiervan zijn het niet.
De voorzitter: Ik heb net voldoende argumenten aangegeven waarom wij in
elk geval vinden dat je daar die zaak moet beëindigen. U zegt het is daar
leuk om te kreëeren enzovoorts. Zo kan ik nog wel een aantal plaatsen
opnoemen. Ik heb bewust net ook de Melanen genoemd. Natuurlijk zou het
heel aardig zijn om in de Melanen een gebouwtje te maken en koffie te
schenken en limonade te schenken. We hebben het geprobeerd met een
toiletgebouw en kennen allebei het resultaat. U heeft mij niet overtuigd.
U noemt zonnige dagen dat er mensen zijn, de aantallen ken ik niet. Ik
weet dat vorig jaar het bezoek minimaal is geweest, heel erg slecht is
geweest. Ik denk dat het aantal dagen dat daar tien mensen lekker een
glaasje bier zitten drinken groter zijn dan de dagen waarop er honderd of
honderdvijftig mensen komen. Meneer Mens zegt hou het pachtkontrakt even
aan. Laten we zo afspreken we zullen in elk geval na dit jaar, dat hebben
we ook toegezegd, met de beheerder overleg plegen, in principe hebben we
gezegd gaan we het beëindigen. De beheerder heeft ons gezegd dat hij het
alleen dit jaar nog wilde doen. Dat heeft hij ons als kollege duidelijk
gezegd. Wij zullen kontakt opnemen of het zinvol is om dat aan te houden
in dat kader. U moet een ding goed begrijpen. Het pachtkontrakt is één,
onderhoud bijv. maaien is twee, Gemeentewerken moet er heen. Wij zullen
kijken of het pachtkontrakt, ik zeg U dat toe dat we daar nog voordat we
dat opzeggen mee terug in de kommissie komen.
We komen met de opzegging van het pachtkontrakt terug in de kommissie. We
hebben een evaluatie met de beheerder maar die heeft ons in eerste
instantie gezegd om het na dit jaar voor gezien te houden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
Punt 58.
Schrijven van M. van Elzakker inzake beëindiging van zijn raadslid
maatschap
De voorzitter: Ik heb aan de heer van de Watering gevraagd om daar het
woord over te voeren als nieuwe nestor.
Het lid van de Watering; Sta mij toe Martien dat ik nu na jou als nestor
van deze raad, jou met een bescheiden prevelementje uitgeleide doe. Zo'n
slordige 39 jaar als raadslid heb jij er opzitten. Ik geloof dat we mogen
zeggen dat jij en ik, allebei in ons laatste schot van ons leven verkeren.
Dat wil naar mijn mening ook zeggen dat het mooi tijd is om daarbij te
filosoferen en te mijmeren en vooral over vroeger. Niet omkijken met wrok,
maar waar waren we toen en waar zijn we nu. Ik herinner me nog dat we
samen op een zwoele augustusavond in 1949 bij mij thuis voor, op de stoep
zaten en er onze eerste politieke babbel hadden. Ik had er toen al een
periode van drie jaar opzitten en jij zou de eerstvolgende dinsdag van
september 1949 je intrede in deze raad doen. Dezelfde raad, maar met
allemaal andere mensen dan die je nu na 39 jaar gaat verlaten. Als ik zo
bij mezelf eens overweeg dan geloof ik dat jij buiten deze raad met 43
verschillende andere raadsleden in deze raad gezeten hebt, waarvan er
-35-
tenminste al 18 overleden zijn. Heb ik het wel, dan heb je ook vier
burgemeesters en vier gemeentesecretarissen meegemaakt. Als ik dan via de
krant op 10 juni j.l. kennis neem van je voornemen om de raad te gaan
verlaten, dan zou je uit de redaktie van dit bericht kunnen lezen die van
Elzakker was ook geen beste, ruzies en afzetten. Ik geloof dat dat simpele
bericht enige korrektie en of aanvulling verdient. Toen we samen in
augustus 1949 op dat bewuste stoepje van het perceel Dorpsstraat B 29
zaten, was het onderwerp van gesprek toen jouw gooi naar het
wethouderschap van de toen nog kleine gemeente Halsteren, liggend op de
rand van zand en klei. Dan is het toch maar goed om nog even wat
herinneringen op te roepen. Halsteren was toen een lang lint vanaf de Zoom
tot aan de Dassenberg, met hier en daar een knoop, langgerekt met achter
elkaar liggende kleine woonkernen. Ik noem ze nog eens voor het gemak. De
Poort, het Groene Woud, Sint Antoniusmolen, het Dorp met ons historisch
raadhuis en dito oude kerk die samen het dorpsbeeld domineren. Verder gaan
we over de Grindweg, passeren we de Oude Molen, verderop de Handwijzer met
een eindje links daarvan het min of meer geisoleerd liggende kerkdorp
Lepelstraat, waarin toen nog de rasechte plattelandssfeer overheerste.
Tenslotte even verderop tegen de rand van Steenbergen de laatste zeer
kleine woonkern Klutsdorp. Het moet gezegd zijn met betrekking tot het
wegenstelsel, dat het veelal zandwegen waren, hier en daar verhard met
ovenslakken uit de ijzergieterijen van Bergen op Zoom en puin van de
toenmalige Halsterse draineerbuizenfabriek. Rioleringen ontbraken, grote
delen van onze gemeente miste nog water en electriciteitterwijl van gas
helemaal nog geen sprake was. Het voorzieningenpeil stond op een bijzonder
laag pitje, evenals de huisvesting van onze werkende bevolking, primitief
en van alle gemakken verstoken. Dit beeld meen ik bij deze gelegenheid op
te moeten roepen om degene die dit lezen of horen er aan te herinneren dat
in de 39 jaren die jij hebt meegedaan, Halsteren een geweldige metamorfose
heeft ondergaan. Lukte het jou nog niet om in 1949 de wethouderstitel te
bezetten, in 1953 lukte je dat wel. Op 15 januari 1958 trad je vrijwillig
als wethouder af en mocht ik jouw plaats achter de bestuurstafel innemen.
Het inwonertal van onze gemeente bedroeg op dat moment 7.335 tegen vandaag
de dag 12.525. Het woningtekort bedroeg op dat moment 156. Ten aanzien
van een eerste wethoudersperiode mag onder andere gezegd worden dat naast
de verbeteringen van rioleringen, uitbreiding van het water en het elec-
triciteitsnet heeft plaatsgevonden. Het mijngas werd aangelegd, de dijken
verbeterd, het vakantiehuis Samarbete geopend en het sportpark de Beek in
aanleg, dat was op een oor na gevild. Het voorgaande is slechts een greep
uit je gehele repertoire. Niet alleen als 39-jarig raadslid, maar ook als
mens en als geboren en getogen Halsternaar, heb je ontzettend veel
verdiensten die we terug kunnen vinden in alle facetten van het
gemeenschapsleven. Ik ben niet voornemens om hier uitputtend je doopceel
te lichten. Wel zeg ik, je bent dynamisch en explosief. Je werkte hard en
je ontmoette ook veel tegenstand. Tegenslag ging je niet uit de weg. Je
had gevoel voor de ontwikkelingsgang van onze geliefde gemeenschap en
ongetwijfeld zal eenieder die Halsteren kent in U moeten herkennen, een
gangmaker van de stedebouwkundige ontwikkeling van ons Halsteren. Als ik
deze kanttekening plaats moet ik daarbij denken aan de negatieve en de
positieve kant van dat soort aktiviteiten. De negatieve kant van jouw
aktiviteiten in de sektor bouwen was wel de omstandigheid dat je door de
kollega's raadsleden in meerderheid tijdens je tweede wethoudersperiode,
die in 1978 een aanvang nam, al in 1979 van je zetel werd ontheven wegens
vermeende belangenverstrengeling. Dat zal ongetwijfeld wel enig leed
hebben veroorzaakt. De positieve kant evenwel van je aktiviteiten in de
bouwsektor bestaat uit het feit dat ik als volkshuisvestingswethouder, bij