-12-
is wat prima in het betoog wat U doet past. Ik denk dat het zo is dat
het kollege zo het hier de afgelopen jaren gezeten heeft in principe
altijd een bestemmingplanwijziging aan heeft laten brengen als men dat
voorstaat en niet dat men zonder meer zonder de procedures die daar
voor zijn, bepaalde zaken toelaat. Daar zijn nu eenmaal procedures
voor en niets is eeuwig in dit land. Als daar een goede argumentatie
onder ligt dan denk ik dat je terecht bepaalde bestemmingen probeert
te wijzigen als het in het belang is van de hele gemeenschap die daar
dan ook weer de procedures voor heeft om daar bezwaren tegen te maken.
Ik heb net ook aangegeven wat voor een soort bedrijf het is, waarvan
wij overtuigd zijn. Ik heb daarbij ook aangegeven dat je de bestemming
van het gebied daarbij aan kunt laten sluiten. U zegt dat is geen
garantie. Ik denk dat het wel een garantie is dat er niet meer kan
zonder dat het plan dan opnieuw aangepast wordt. Dat is dan de garan
tie die je kunt geven. Dat wil niet zeggen dat je nooit van zijn leven
die wijziging meer zult aanbrengen. Een ander voordeel wat bij het
kollege toch ook meespeelt is dat de omgeving in principe daar zo
blijft als die is. Het pand blijft in de huidige vorm bestaan. Het is
zo dat betrokkene ook een van de delen van de school als wonen wil
gaan bestemmen. Ook die funktie blijft daar in elk geval aanwezig. Wij
hebben geen enkele reden om aan te nemen dat daar andere ontwikkelin
gen plaats zouden vinden. Ontwikkelingen die dan nu voorzien worden
waarvan wij zeggen wij zien dat in elk geval niet, anders waren we met
dit voorstel als zodanig niet gekomen.
Meneer van Eekelen heeft een andere visie op dat stuk grond. Ik heb
gepoogd om in elk geval aan te geven en te proberen verdedigen hoe
onze visie tot stand is gekomen. Ik denk dat daar het kollege ook voor
zit. Wij brengen een voorstel en als wij een andere visie hebben als
leden van de raad zullen we in elk geval moeten proberen de visie van
het kollege zo uitgebreid mogelijk toe te lichten en te verdedigen.
Dat hebben we net ook gepoogd te doen. U zegt het is specifiek voor
woningbouw. Ik kan wel andere voorbeelden gaan geven maar daar schie
ten we niet zoveel mee op. We hebben midden in de kom van het dorp ook
bedrijven die daar best passen en die daar ook prima floreren en zaken
doen. Je kunt hier inderdaad een 'andere mening over hebben. U zegt wij
hebben een andere mening. Wij hebben gekozen voor gebruik van het
pand. De rest van de omgeving die blijft dezelfde die zit daar tegen
een school aan. Ook die hebben duidelijk een voorkeur uitgesproken
voor het behouden van deze gebouwelijke situatie en bijvoorbeeld niet
woningbouw daar achter. Nogmaals zijn er voor ons voldoende redenen
geweest om die visie bij U te poneren. Ik heb gepoogd Uw visie in elk
geval te weerleggen maar U blijft hem overeind houden, daar komen we
niet veel verder mee.
Mevrouw Wiersema zegt ik ben bevreesd voor de toekomst. Ik heb net
aangegeven dat je net zover gaat met de planvoorschriften als je wil.
U heeft een andere variant ingebracht, het huren van het pand. Een
punt daarbij is dat je dan toch de bestemming van het pand aan moet
passen aan de bedrijfsuitoefening die daar dan plaats zal vinden en
die duidelijk een handelskantoor betreft. Ik heb net ook aangegeven
dat het een gebouw is, laten we het op zijn minst zo uitdrukken een
eigentijds schoolgebouw is met aardige platte daken erop waar we vrij
veel ervaring mee hebben. Dat is voor ons de overweging geweest om dat
aspekt huren niet in dat afwegingsproces te betrekken. Ik denk dat het
onverstandig zou zijn om dit pand, ik heb het net ook aangegeven,
onderhoudsgevoelig enzovoorts, om dat in eigen bezit te houden en te
verhuren.
-13-
Ik heb begrepen dat meneer Roosenboom stemming vraagt over dit
onderwerp. Dat moet ondersteund worden door meerdere leden, ik neem
aan dat die er voldoende zijn.
Het voorstel van het kollege is aan de orde, als U daar voor bent dan
zegt U voor, bent U er tegen dan zegt U tegen.
Voor het voorstel stemmen de leden Uytdewilligen, Princen, van
Elzakker, Frietman-HoppenerGraafmans, Mouws, Sinke en van der Weegen.
Tegen het voorstel stemmen de leden Mens, Roosenboom, van den Kieboom,
Somers, van de Watering, Wiersema-Duprévan Eekelen.
De voorzitter: Dan is het voorstel van het kollege met acht tegen
zeven stemmen aangenomen.
14. VOORSTEL TOT HET NEMEN VAN EEN VOORBEREIDINGSBESLUIT GELEGEN AAN DE
NOORD-OOSTZIJDE VAN DE SLOTWEG.
Het lid Mouws: Ik heb me net niet in de diskussie gemengd, omdat wij
het roerend met het voorstel eens waren. Wij vinden dat je
voorbereidingsbesluiten moet nemen daar waar bestemmingsplannen niet
voor handen zijn of niet geschikt zijn. Ik wil nu graag diegenen
uitdagen om zich te laten horen die net zo fel tegen een bepaald
voorbereidingsbesluit waren. Wij vinden duidelijk dat dit
voorbereidingsbesluit ook moet doorgaan, omdat we hiermee de
betreffende mensen ter wille kunnen zijn. Wel wil ik er nog eens een
keer voor pleiten, dat heb ik in het verleden heel vaak gedaan, laten
we zorgen dat we goede bestemmingsplannen hebben voor de hele
gemeente. Dat wordt hoog tijd. Iedere keer opnieuw geldt dat. Het is
vrij kostbaar. We lopen wat dat betreft nog te veel achter. Ik wil er
toch nog eens graag een keer een lans voor breken om alle
bestemmingsplannen nog eens een keer onder de loep te nemen, zodat we
eindelijk eens een keertje met een schone lei kunnen beginnen en dat
dan dit soort zaken niet meer nodig zijn.
Het lid Wiersema-DupréIk vind dit precies hetzelfde als het vorige
geval en ik begrijp ook niet waar mijn medestanders nu blijven. Mijn
zelfde vraag is dus weer, waar blijft mijn garantie dat straks, als
meneer van Pul niet meer rijdt, -wat ik tussen twee haakjes
schitterend vindt dat wij dat in onze gemeente hebben-, maar mijn
vraag is, wat gebeurt er straks. Dan staat er een knaap van een hal en
mogelijk komt daar dan wel iets bijzonder milieu-onvriendelijks in,
want die hal staat er dan eenmaal.
Wethouder Sinke: De heer Mouws zegt het is een goede zaak, je moet
op deze manier de ontwikkelingen volgen. Ik denk dat het ook zo is. U
weet dat wij daar uiterst voorzichtig mee zijn, dat wij de vraag reëel
moeten vinden en dat wij daar ook toch een beetje inzicht moeten
hebben dat er een kans van slagen bestaat. Gezien de situatie daar, de
ligging tegen het industriegebied, de medewerking van de buurt, ook
het feit dat een voorziening als deze in Halsteren nog niet aanwezig
is, geven ons aanleiding om voor deze voorziening in Den Bosch mede
werking te vragen. De heer Mouws voegt daar aan toe dat je dat eigen
lijk in een bestemmingsplan moet regelen. Daar heeft hij in grote mate
gelijk in, hoewel incidentele ontwikkelingen als deze toch heel moei
lijk te voorzien zijn. Wij streven het na. Ik kan U ook zeggen dat de
situatie wat gunstiger wordt, omdat onze stedebouwkundige wat meer
tijd voor Halsteren krijgt. U kunt zeggen, wij zijn natuurlijk de op
drachtgever en dat waren we vroeger ook, maar het scheelt natuurlijk
wel. Het pakket werkzaamheden wat op tafel ligt, dat is toch ook van
invloed op de wijze waarop dat door de stedebouwkundige wordt opge
pakt. Wij hebben de indruk dat daar wat meer ruimte in tijd ontstaat.