-10-
is dat 70 of 80% van het bedrijf uitsluitend en alleen benut wordt
voor een kantoorfunktie. Ik hoop daar alleen maar mee aan te geven dat
de vestiging die wij ons voor ogen hebben zeker niet milieu onvrien
delijk is. Meneer Roosenboom heeft het ook gezegd, het is een milieu
vriendelijke vestiging. Dat is heel duidelijk, het is in overgrote
mate op dit moment een kantoorvestiging en dat is ook de bedoeling van
de toekomst. Het bedrijf is er niet bij gebaat om grote voorraden aan
te houden. Het zijn vrij dure materialen die daar zijn. Men is in prin
cipe een tussenhandel die zijn materialen veelal uit het buitenland
importeert en ze dan verspreid aan afnemers in Nederland, Duitsland en
andere landen. De grotere apparaten die men verkoopt die komen niet
eens in het bedrijf, die gaan rechtstreeks van de producent naar de
afnemer toe. Wij zijn daar geweest dus ik denk dat het zeker is dat
het bedrijf dat zich daar nu profileert persé niet een bedrijf is wat
op die plaats daar schade doet. Wij hebben dat ter plaatse gekonsta-
teerd en hebben zelf inmiddels ook die overtuiging gekregen anders
waren we niet met dat voorstel naar de raad en naar de kommissies
toegegaan. Het is zo dat wij uiteraard ook niet blij waren met het
feit dat weer een school leegkomt. Alleen je komt op dat moment wel
voor het besluit te staan en dan moet je op dat moment proberen daar
een oplossing voor te vinden. Bij ons is uiteraard woningbouw een
overweging geweest. Meneer Roosenboom heeft gezegd onze voorkeur gaat
daar naar uit. Zover is het kollege op dat moment niet gegaan. Wij
hebben wel gezegd woningbouw zou daar kunnen. Laat dat geen misver
stand zijn. Ook wij hebben die afweging gemaakt.
Meneer van Eekelen zegt kunt U garanderen dat dat bedrijf ook blijft
bestaan, dat heeft ook mevrouw Wiersema met name gevraagd. Natuurlijk
kan ik dat niet en kan het kollege niet garanderen dat het bedrijf
blijft bestaan. Je kunt wel garanderen dat je een zodanige bestemming
op dat gebied legt dat je zover aansluit bij de huidige bedrijfsuit
oefening dat andere aktiviteiten in elk geval uitgesloten zijn. We
hebben een soortgelijke aktiviteit in het landgoed de Beek zitten en
ik denk dat dat in principe nauwelijks storend is voor de beleving van
het gebouw. Ook toen hebben we daar een voorbereidingsbesluit voor
genomen om een wijziging aan te brengen in de bestemming. Ik zou me in
kunnen denken dat je met name aan probeert te sluiten bij die bestem
ming die je vindt dat daar in elk geval kan. Wij hebben daar de over
tuiging van dat die bestemming die we er nu aan willen geven dat die
daar terecht uitgeoefend kan worden. Meneer van Eekelen heeft ook nog
gezegd het financiële aspect, ik heb daar in de kommissie ook wat
uitleg van gegeven. Het is namelijk zo dat toen wij het verzoek van
het betrokken bedrijf kende dat we zelf uiteraard ook een rekensom
gemaakt hebben. Hij heeft terecht opgemerkt, althans voor de verga
dering naar mij dat het niet bij de stukken lag. Ik heb die rekensom
wel gegeven in de kommissie Financiën. Als je die rekensom maakt en je
trekt daar de kosten bouwrijpmaken en het slopen van het pand af dan
is de prijs die nu de vraagprijs is voor het kollege een vergelijkbare
prijs. Je kunt natuurlijk zeggen je krijgt de grond en het schoolge
bouw. Het kollege weet en ook meerdere kommissieleden van de kommissie
Onderwijs weten dat er een vrij uitvoerig rapport is over de onder-
houdstoestand van het betrokken schoolgebouw waar aanzienlijke
bedragen aan geïnvesteerd moeten worden. Dat is aanleiding geweest,
die bedragen die toen al in een concept-raadsvoorstel zelfs bij het
kollege lagen, om in overleg te gaan met het betrokken schoolbestuur
waar uiteindelijk deze integratie uit voortgegroeid is naar de
Springplank toe. Het is niet zo dat het gebouw wat er staat dat dat in
-11-
optimale onderhoudstoestand verkeert. Dat moet je wel meerekenen als
je zegt je koopt de ondergrond en je koopt er een gebouw op. Dat
gebouw heeft natuurlijk toch een aantal haken en ogen in de
onderhoudssfeer en om het bedrijfsgereed te maken.
Het lid Roosenboom: U heeft uitvoerig gesproken over het bedrijf wat
er inkomt. Dat kan ik voor 100% onderschrijven, fantastisch. Ik neem
aan dat elk raadslid dat weet. Dat had U allemaal achterwege kunnen
laten. Daar zit ons probleem niet. Ons probleem is dat men op een
oneigenlijke manier handel en nijverheid gaat plegen waar het niet
thuis hoort en ook heb je het niet in de hand als er zich
veranderingen voor gaan doen. U kunt wel zeggen, wij gaan de
voorschriften zo aanspitsen dat dat niet kan. Dat gebeurt allemaal
trapsgewijs. Ik ga de voorbeelden hier in de Halsterense raad niet
noemen, maar de meesten zullen met mij wel weten hoe een eenvoudige
aardappelopslagloods is uitgegroeid tot een hele industrie met alle
problemen van dien. Niet op een plaats, maar op meerdere plaatsen. Dat
gebeurt allemaal in kleine fases, en op een gegeven moment heb je dat
niet meer in de hand. Dan krijg je toch een ontwikkeling die ongewenst
is. Ik blijf bij mijn eerder ingenomen standpunt. Ons bezwaar is zeer,
zeer principieel. Ik weet zeker dat ik, zij met pijn in mijn hart, de
familie die het eigenlijk zou willen kopen, daar geen dienst mee
bewijs. Ik heb niets tegen die familie en ik heb ook niets tegen de
handel en de manier waarop die man zijn werk doet. Dat is allemaal
keurig netjes, maar wij moeten daar geen handel en nijverheid hebben.
Daar hebben we nu een industrieterrein voor ontwikkeld en daar hoort
het thuis. Het is een ideaal bedrijfje voor dat industrieterrein wat
wij zo graag willen. Vandaar ook dat wij stemming vragen en helaas
tegen dit voorbereidingsbesluit zijn, omdat wij het ongewenst achten
om in de Waterstraat op enigerlei wijze industriële of andere vesti
ging mogelijk te maken. Ik heb het zo maar terloops even aangereikt en
ik wil daar verder ook niet te lang over diskussiëren, maar die grond
is van dien aard dat je die gemakkelijk een bestemming kunt geven die
past bij de omgeving en zeker ook het aantal guldens oplevert wat wij
graag zouden willen hebben. Het is een heel goed duidelijk alternatief.
Het lid van Eekelen: U heeft getracht om een bepaald beeld te
scheppen, maar onze visie op dat stuk grond wijkt nu eenmaal af van
die van burgemeester en wethouders. Wij vinden dat je geen handel en
nijverheid daar moet bevorderen, terwijl specifiek woningbouw op zo'n
mooi stukje Halsteren goed mogelijk is. Dat zou beter zijn dan straks
weer mogelijk gekonfronteerd te worden met problemen, afgezien nog de
financiële kant. Wat dat betreft zijn wij het eens met het lid Roosen
boom, in principe hoort het daar niet thuis.
Het lid Wiersema-DupréIk ben het ook met de twee vorige sprekers
eens. Ik heb ook de overtuiging dat dit bedrijf geen enkele schade
doet. Mijn bezwaren zijn meer gericht op wat in de toekomst zal ge
beuren. We hebben daar geen enkele hand meer in. Kunt U door de
vaststelling van een bestemmingsplan nu echt beletten dat een bepaalde
industrie zich hier in de toekomst zal vestigen? Ik geloof daar niet
in. Zou het niet mogelijk zijn om te proberen dit met een huurcontract
toe te staan als U daar toch graag die mogelijkheid wil geven. Wanneer
de huidige bewoner dan verkoopt, dan zijn er voor de gemeente weer
alle mogelijkheden. We beschermen zo toch het leefmilieu voor de
mensen die daar omheen wonen.
De voorzitter: Ik zal opnieuw proberen op de zaken in te gaan.
Meneer Roosenboom U heeft gezegd het is oneigenlijk. U heeft een
voorbeeld aangehaald waarvan ik bedenk dat het misschien een voorbeeld