/•JK -33- de konlusie zouden komen dat we daar niet op ingaan en dat we dan opnieuw een keuze gaan maken. Dan verliezen we daar wellicht straks tijd mee. De voorzitter: Noemt U dan Uw voorkeur welke mogelijkheden U graag mee genomen zoudt willen hebben. Het is goed om dat te zeggen. Het lid Roosenboom; Als je nu 5 zegt dan ga je dadelijk toch niet zeggen, we doen het niet. De voorzitter; Ik begrijp dat de wethouder graag wil, als ik het goed heb begrepen tenminste, dat mogelijkheid 3 en 5 worden uitgezocht. Dan noemen we man en paard. Er is nog een punt naar voren gekomen waar ik nog een opmerking over wil maken. De wethouder vroeg mij daar nog op reageren. Dat is wat betreft de voorgevel, het gebouw de Lepelaar wel of niet slopen. Ik heb tot mijn vreugde geconstateerd vanavond, dat in deze raad toch door de meerderheid van de raad vraagtekens geplaatst worden bij het slopen. Ik moet zeggen, ja al, dat vind ik een belangrijk gegeven. Het is natuurlijk niet zo dat de Lepelaar voor sociaal kulturele aktiviteiten behouden te blijven om als gebouw in stand te blijven. Dat is niet nodig. Je kunt er ook andere dingen mee doen. Je kunt het verbouwen tot woningen voor één en tweepersoonshuishoudens of voor bejaarden. Je kunt het ook slopen maar de voorgevel laten staan en er iets moois achter zetten. Een grote meerderheid is bezorgd over het gebouw als zodanig, het dorpsgezicht. Dat is een gegeven wat voor het kollege belangrijk is. Ik konstateer dat een meerderheid in deze raad zich in principe voor een zekere mate van behouden heeft uitgesproken. Dat is goed om te weten. Dat is ook de reden dat ik het rapport ter diskussie heb gesteld in de kommissie Ruimtelijke Ordening en gevraagd heb om hier aandacht aan te schenken. Ook in de raadsvergadering. Dit is een belangrijk aspekt waar niet aan voorbij moet worden gegaan. Hier hoeft thans nog niet gestemd te worden. Nu is eerst aan de orde alleen mogelijkheid 5 onderzoeken. Dat is in feite het standpunt dat Leefbaarheid heeft. Ik heb reeds gekonstateerd dat 5 in elk geval moet worden onderzocht. Dat heb ik al gekonstateerd. Alleen Leefbaarheid geeft hier nog een extra dimensie aan, zij zegt alleen 5. Dat is nu in stemming. 5 wordt zonder meer onderzocht, maar wat nu in stemming is is: alleen 5 onderzoeken. Als ik mag konstateren dat men daar in meerderheid tegen is. Dat alleen Leefbaarheid hier voor is, als dat een juiste konstatering is en mevrouw Wiersema, als dat ook een juiste konstatering is, dan hoeft er niet gestemd te worden. Dan konstateer ik dat voor het alleen onderzoeken van 5 Leefbaarheid vóór is en mevrouw Wiersema van de V.V.D. en de andere frakties willen 5 wel onderzoeken maar niet alleen. Deze mogelijkheid is dan in elk geval niet meer aan de orde. Mogelijkheid 3 onderzoeken. Ik konstateer dat een ieder er voor is om mogelijkheid 3 te onderzoeken behalve de Groepering Leefbaarheid en de V.V.D.Is dat juist? Dan wordt mogelijkheid 3 ook onderzocht. Mogelijkheid 2 is mij niet helemaal duidelijk. Ik denk dat daar over gestemd moet worden. Mogelijkheid 2 is nu in stemming. Wil men mogelijkheid 2 onderzocht zien ja dan neen Voor het voorstel stemmen de leden Mens, Uytdewilligen, Princen, Mouws, van Eekelen, wethouder Sinke, wethouder van der Weegen. Tegen het voorstel stemmen de leden Graafmans Frietman-Hoppener Wiersema-DupréSomers, van den Kieboom, van de Watering, Roosenboom van Elzakker De voorzitter: 7 raadsleden voor en 8 raadsleden tegen. De konklusie is thans dat mogelijkheid 3 en mogelijkheid 5 worden onderzocht.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1987 | | pagina 93