A
-7-
medewerking van hogere overheden is tussen aanhalingstekens niet
altijd te optimaal geweest bij het zoeken naar lokaties voor een
bedrijventerrein. Ik hoop dat we nu zo ver zijn dat we door kunnen
gaan, maar het kost wel bijzonder veel kruim voordat we zover zijn.
Dat had overigens ook te maken met het overschot aan
industrieterreinen hier in Westelijk Noord-Brabant. Dat heeft voor ons
problemen opgeleverd, waardoor men toch wat afwijzend stond, maar dat
is nu omgeslagen in de erkenning dat een gemeenschap als Halsteren met
12.500 inwoners recht heeft op een lokaal bedrijventerrein, want daar
praten wij over. We praten niet over een regionaal industrieterrein,
we praten over een lokaal bedrijventerrein. Het kost echter veel
moeite. Het had veel vlugger klaar kunnen zijn als we meer medewerking
hadden gehad. Dan hadden er nu geen bedrijven op de wachtlijst
gestaan, want dat is in feite het geval. Er staan bedrijven op de
wachtlijst en dat is een slechte zaak. Ik kom nog even op die 18- tot
en met 22-jarigen terug, want dat is natuurlijk geen Halsters probleem
sec. Dat is voor soortgelijke gemeenten als Halsteren voor elke
soortgelijke gemeente een probleem tussen aanhalingstekens. Het heeft
op de eerste plaats te maken met studeren en werkgelegenheid, maar ook
voor een groot deel dat het de laatste jaren "in" is dat jongeren
vanaf hun achttiende levensjaar zelfstandig gaan wonen. Vroeger was
dat niet zo, dan bleef men bij de ouders thuis. Dat is veranderd.
Recht op wonen voor achttienjarigen is ontstaan. En jongeren die
zelfstandig gaan wonen hebben vaak de voorkeur om in een stedelijke
omgeving te wonen. Dat heeft tot gevolg dat veel jongeren weggetrokken
zijn. Dat is niet alleen een Halsterens probleem, dat is een probleem
voor alle soortgelijke gemeenten als Halsteren. Wij hebben het echter
nu gesignaleerd, de aandacht er op gevestigd. Wij zijn ook van plan,
dat staat ook in de stukken, om daar aandacht aan te schenken. Er
staat niet in welke aandacht, maar in elk geval moet je beginnen met
eens te gaan praten, -en dat is in het verleden ook wel gebeurd-, met
de Woningstichting. Ik denk dat dit rapport een extra aanleiding is om
hier met de Woningstichting weer over te gaan spreken. U kunt zich
herinneren dat een jaar of drie, vier geleden een aantal HAT-woningen
zijn gebouwd voor jongeren. Dat heeft de gemeente nogal moeite gekost
om die gebouwd te krijgen. Dat had ook als achtergrond juist
huisvesting voor jeugdigen. Ik zeg niet dat er veel van deze woningen
gebouwd moeten worden, want de wens is tegenwoordig ook om een woning
met twee slaapkamers te hebben en niet met één. Maar daar kan dan
rekening mee worden gehouden. Dat zijn ook HAT-woningenmet twee
slaapkamers. Datzelfde geldt voor bejaarden. Hier wordt uitdrukkelijk
op gewezen. Kijk naar de soort woningen en ga hierover in overleg, -de
heer Mouws wijst daar ook op en de heer van Eekelen ook, iedereen die
hier het woord heeft gevoerd-, met de Woningstichting. We hebben daar
wel reeds een aantal keren overleg over gehad. Dat is ook de reden dat
de woningwetwoningen die thans gebouwd worden alleen met twee slaapka
mers zijn, hoofdzakelijk met twee slaapkamers zijn. De woningen die op
de Nieuwmarkt gebouwd zijn zijn woningen met twee slaapkamers. U ziet
dan ook dat veel jonge gezinnen, of nog geen gezinnen, maar een huis
houden van twee personen of bejaarden daar zijn gaan wonen. In hoever
re die optimaal geschikt zijn dat is dan zo'n punt, daar wijst de heer
Roosenboom op. En daar wijst de heer van de Watering ook op en anderen
ook. Heb het daar toch nog eens over met de Woningstichting. Maak dat
nog eens onderwerp van gesprek. Dat is Uw verzoek. Dan noem ik de
bejaardenbond erbij betrekken. Dat lijkt me helemaal niet zo'n slechte
zaak om dat te doen. Dat zijn de mensen die er in de praktijk mee te