r r •fib !<->f jatrüöws id snail r> stedebouwkundige het hoe en het waarom duidelijk is aangegeven. De kommissie Ruimtelijke Ordening stond hier ook van harte achter. Als U zegt meer bouwmogelijkheden dan nog het volgende. Men mag uiteindelijk maar 50 m2 bouwen, dat mag men binnen het bestaande gearceerde ook, dat betekent dan alleen dat er meer mogelijkheden zijn waar er gebouwd mag worden, maar het totaal wat er gebouwd mag worden aan m2 wordt niet verhoogd door meer te arceren, dat niet. Dat blijft 50 m2Wij zouden daar graag aan vast willen houden. Wat betreft mevrouw Verstraten is het zo dat op dit moment het pand in gebruik is als woonfunktie. Zouden er plannen zijn om dit te veranderen, dan kan dat, U heeft gezien dit kan met een vrijstellingsbevoegdheid. Het is onverstandig om dat vooraf te doen, dan wordt er een claim gelegd. Als er dan bijvoorbeeld iemand anders zou komen die een zaak wil beginnen en het aantal m2 is opgesoupeerd, we mogen tot 2.500 m2 totaal gaan, dan is dat een slechte zaak. Deze beperking is opgelegd door de provincie, dit is niet van ons uitgegaan. Wij hadden eerst een algemene vrijstellingsbevoegdheid in het plan zitten, waarbij elke bestemming van wonen omgezet kon worden in een winkelbestemming in detailhandel. Dat mocht echter niet zo van de provincie. Hun standpunt is tot maximaal 2.500 m2 totaal. Ga je nu een pand dat als woning in gebruik is toch alvast als detailhandel bestemmen dan ligt er een claim op een deel van die 2.500 m2Als er straks iemand anders komt die het nodig heeft dan kan het zijn dat je dan een tekort hebt, dat je daar niet aan kunt voldoen. Wil mevrouw Verstraten alsnog een detailhandel vestigen in dat pand dan is er een mogelijkheid via de vrijstellingsbepalingen. Dat kan zonder meer gebeuren mits er dan nog ruimte is. Het is zelfs een bevoegdheid van burgemeester en wethouders als ik me niet vergis. Het is een vrij eenvoudige procedure. Het is onverstandig om die claim nu te leggen. Dan het punt van de goothoogte en de nokhoogte van 3 en 3,50 m. Ik ben niet zo technisch als de heer Roosenboom, maar we hebben dat toch ook vrij uitvoerig besproken in de kommissie Ruimtelijke Ordening aan de hand van schetsjes. Tot nu toe hebben we nog geen wangedrochten gezien binnen onze gemeente. 4.25 meter stelt hij voor, dat wijs ik hem toch uitdrukkelijk op het feit dat de maatvoering van bijgebouwen moet worden gezien in relatie tot de hoogte van de hoofdgebouwen. Daar wijst de stedebouwkundige ook uitdrukkelijk op. Dat is een punt dat we tot nu toe ook steeds hebben vastgehouden, dus ik ontraad dat amendement om dat te aanvaarden. Het is overigens ook gevaarlijk om dit soort details in de raad nog te veranderen, te wijzigen. Het kan zijn dat je daardoor de mist ingaat dat door zo'n wijziging aan een deel van de voorschriften goedkeuring onthouden wordt door Gedeputeerde Staten en dan moet je met dat onderdeel weer opnieuw beginnen. Dat is heel gevaarlijk temeer omdat deze voorschriften reeds via het artikel 8 overleg zijn beoordeeld door Gedeputeerde Staten. Dan het gestelde met betrekking tot de bedrijfsgebouwen om dat anders te doen. Dat moet ik om dezelfde reden ontraden. Ik weet wel dat artikel 24 een aanvullende vrijstellingsbevoegdheid is die in het algemeen van toepassing is. Als die niet algemeen van toepassing zou zijn dan wordt hij door de behandeling in deze raad in elk geval algemeen van toepassing. De raadsbehandeling en de toelichting hoort bij de jurisprudentie aan de hand waarvan burgers rechten kunnen ontlenen. Dit geeft aan wat er mee bedoeld wordt als daar een misverstand over zou bestaan. Voor mij is er echter geen sprake van een misverstand. Daarom ontraad ik dit voorstel van de heer Rooseboom. Dan heeft de heer Roosenboom iets gezegd over artikel 18a. Artikel 18a is er niet voor niets. Artikel kllfb I ftr? 'H T9: J U O X riKTIIf IOOV fff '<7 n3 :t i oon - 99 d iF-b ITS J ■id; iMUr- 'i :ji5.xo< iV fiS9 OD if of 1Mb rrr i O'l )1C O 9 ft /I

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1987 | | pagina 68