•/I •/-, - -7- verhogen tot 4,25 zoals wij dat ook in ons schetsje hebben voorgesteld. Dan krijg je in ieder geval een gaaf gebouw. Vaak is het bij Welstand zo dat die eisen dat de schuinte van de garage of van welk bijgebouw ook in overeenstemming is met de dakhelling van de woning. Er zijn tot op heden toe nog geen klachten over gekomen. Dat klopt, zulke voorschriften hebben we in Halsteren nog nooit gekend. Die komen nu voor het eerst in de voorschriften voor bij het plan Lepelstraat. Ik denk dat dat in de toekomst heel moeilijk wordt voor een goede beoordeling door Bouwtoezicht West-Brabant, die op bepaalde gebouwen toch vaak dakpannen eisen. Dan is voor ieder technisch iemand bekend dat daarvoor de dakhelling minimaal 30° moet zijn. Ik zou nog veel technischer kunnen worden, maar ik denk dat dat te moeilijk wordt voor deze raad, althans voor een gedeelte daarvan. Dan moet ik gaan praten over de balklaag die in zo'n gebouw moet worden aangebracht. Je kunt natuurlijk de goot wel zo verlagen dat je wel een dakhelling krijgt van een fatsoenlijke schuinte, maar dan kun je er weer niet met een auto inrijden want dan rijd je tegen de balken aan. Iedere mens kan zich vergissen en dat neem ik ook de stedebouwkundige niet kwalijk, maar ik vind het wel jammer dat hij volhardt in zijn nokhoogte van 3.50 meter. Ik wil daarover ook stemming vragen. Gelijktijdig wil ik in die derde stemming uitdrukkelijk vragen omtrent de vrijstellingsbevoegdheid voor bedrijfsgebouwen voor een goothoogte tot 3.50 meter. Ik denk dat als bedrijven een ruimte maken met een plat dak, ik weet dat uit ervaring, dan zijn ruimten van 3.50 meter absoluut te gering. Ik wil gewoon een konkreet voorbeeld noemen. Ik denk aan een slagerijdie een bepaalde konstruktie van stalen balken heeft waar dieren aan geslacht worden. Die moeten een bepaalde hoogte hebben. Daar kun je met 3,50 meter niet mee uit de voeten. Dan noemt de stedebouwkundige artikel 24 van het bestemmingsplan als zou dat een algemene vrijstellingsbevoegdheid zijn. Dat vind ik wel zo waanzinnig dat die man dat durft te noemen. Artikel 24 vind je in elk bestemmingsplan terug. Dat is enkel en alleen voor om verschuivingen in een bestemmingsplan, situeringen, straten mogelijk te maken en dan wordt er nog een maximaal aantal meters genoemd van vijf meter, meen ik uit mijn hoofd. Dat artikel heeft totaal niets van doen met gebouwen of anderzijds. Dat slaat enkel en alleen op verschuivingen, situeringen, bouwkavels binnen het bestemmingsplan. Daarmee krijgt dan het kollege de gelegenheid om daarmee tot 10% te schuiven. Overigens kan ik het ook zo ontzenuwen. Er zijn wel voorschriften in een bestemmingsplan waar wel een vrijstellingsbevoegdheid aanwezig is. Dan zou met dat artikel 24, met 10%, dat dubbel op gaan. Dat kan nooit de bedoeling zijn. Dan is het een vrijstelling op een vrijstelling. Dat wil ik zo ontzenuwen. Dan wordt als argument ook genoemd, dat neemt U ook over, artikel 18a. Ik heb dat bij de hoorzitting ook heel nadrukkelijk gesteld, als je een nieuw bestemmingsplan gaat kreëren en je gaat nu al zeggen, we lossen dat in de toekomst eventueel op met artikel 18a, dat is nooit de bedoeling geweest van de wetgever met dat artikel 18a. Dat was bedoeld voor oudere bestemmingsplannen die eigenlijk niet meer up tot date waren aan de hedendaagse tijd en om dan via die artikel 18a procedure daar iets aan te kunnen doen. Je gaat toch niet, nu we vanavond bezig zijn met een bestemmingsplan vast te stellen, toch al niet bij voorbaat zeggen, dat kan eventueel later met artikel 18a opgelost worden. Dan ben je wel heel oneigenlijk bezig. Het lid MouwsWij willen iedereen die aan de totstandkoming van de herziening van dit bestemmingsplan heeft meegewerkt alle lof J*~> 1 i U3 nil J 3&b Hold nsldol: ijsjraux 33 alXloss) 3D cv 7 10' f b7T5* W 7RT1 i^.r 11 nrf W - n l&ölü „'7 JUl 1 i X 7 Aoo 1$ j -j ;v a: J'i )d I i 3 >v :<oo 03b liw »S Eub IS? 1<.fM Q ./i9 3 •j. 39m 3UU3 ija 1- I !d« ;,,.qo 1903 iqbL fis if ,i ^->q 3D3 b t/ii 9' 3sb nfl 90rf 3o b± 3ff o3 i d t>lb 3BB:a ,-r«om -1 V 1. ,r<-.o ffbad 3sri 33 i iËbV r a i. 3ns" «».i ai 1 1 rv l V f - I i -,V tdaaïds." -3 3lS3 J80I&M Frroow alb insv TGsn «inami^r IÏRV alsilBK nsi ioov biaji. :9lad rsbrow ins a.i t".b bFa' j [IJ ual.i JObiliJ Laar? ana" i'<u - a lad iriorsiiu "»bxow ,nj;. Id ri i'B f(I raiqad r1, f t u rjb »f A .qnliolR»? ob nsv ,isj obv :.ali x. s ir.w 33." j.'oarBBWSix- .i r 'v il.i crf .i-ow:;'. j i J-jvs»r; 3 i L93913BJX ab qo iali axb nfi" euoqlrsvO I ux.'a,. *»i»j'33 l.) j j.u tuban fo>I libsd 9jj ioi g. »?903 9b j(oo rn-i bu9lbagnl SJ9 M t 'ilb-' B ia a .'.i- in n*»9 ioa ?B7i n-ia allxrasl a -1 f3±.. 9S Ln 3..B( (t:i i rrt 1 asa.S 3. bw -i.il: 'I i.bioi al >f 3cum «nahari:, Isgt. t rav, 'i "ahoBff ~oo rlo; a- 'i i 1 Las La ï.i nn frlocm n jn^daga i_iib^>d rooi na r bad t ad a! hhL '/ft .xiBlq g. tjmaiBsd «ad i9« a a a bi I i m 'a'. - i T9V009gai 3®ri 3911 3 >w d 8lBO\ bïU9d XOT 1.3 1.V 3. X 39 Jij J ad rfsrf jifn I f; J - doo ï-q i I" i *>i c31I Isbnrd 10*1 r I aiflq S9 irrLL" 'vts r. f j "i U i j if >0 I 1 ro no ir ?3D 3399;' Ifc>fn >7. aorL-t i 9ibialx rtcvir.'s .•••rfi/od oo 6' a.J-J9.J ad nL 3 j'o 31 t .jo. I r <on "b 'a i s gt ai f .3 a iu r -a I f nev 'jn.: i ia .i a riirLfn no» »b ow ir 1 0 39' 3 'S 'it w »va;- '.I-na iv j ii looi (I )JJ U S nl ft J V »3 J. I 39>l9S ,f.l; X.i l.,S 1f.Iv IB 3 no-. XOi I .1 'V»)l erl-d» 9B098Ë3. .1 - I S199d~<)OV{^l 'I i 3 rajaij -. f isi i tot of orl .,b 3da* 3b luur.iuK »b mbv. ixILb 1 a,o i su u noo11 M' q.i >3 i' lli ar.'i jrtv oi'i' 3ib 3oa/ La.a" b't ab obb jjov jr/xomia F ma ilTC i

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1987 | | pagina 66