88ÖI A^MA/ -X)/f 1W lOflOWJ/OW T T O Al T 3 TOT J OiOOV
vernoemd in het rapport, maar ook daar wordt geen duidelijke konklusie
uit getrokken om er iets aan te doen. Want als blijkt dat in de toe
komst meer bejaarden terecht komen in Halsteren en Lepelstraat, dan
zul je daar ook voorzieningen voor moeten treffen. Ik vraag me dan ook
af in hoeverre er kontakten zijn met bejaardenbonden en met de Gekoör-
dineerde Bejaardenraad om over deze problematiek te praten en te zor
gen dat we in de toekomst hier wel bestemmingsplannen hebben en
plannen die eventuele vergrijzing op kunnen vangen. Dat waren mijn
drie vragen.
Het lid van Eekelen: Mijn betoog is niet veel anders dan dat van de
heer Roosenboom. Namelijk, wij vinden als Werknemerspartij ook dat je
als gemeente en als Woningstichting zijnde, samen werkelijk aandacht
dient te besteden aan de leegloop, of, in ieder geval een flinke te
rugloop van de leeftijd van 18- tot en met 22-jarigen. Ook gezien in
het verband dat wij als bevolking steeds meer vergrijzen, kun je wat
je nu voor de jeugd bouwt, later gebruiken voor de bejaarden, omdat
het om kleine woningen gaat. Daarbij dan nog rekening houdend met de
indeling van zo'n woning voor de jeugd, zodat die later gemakkelijk
geschikt te maken is voor de ouderen. Dat zou op zichzelf een goede
zaak zijn. Ik weet best dat dat vandaag of morgen niet verandert. Maar
ik weet wel dat indien we als gemeente en als Woningstichting er vol
doende aandacht aan schenken, dat we geen berg problemen oplossen,
maar iedere tiende inwoner uit Halsteren die nu vertrekt en die we
daardoor kunnen helpen, dat alleen is al een goede zaak.
Het lid MouwsHet wordt een gelijksoortig verhaal. Op de eerste
plaats vinden we het een goede nota. Alleen het feit dat er meer ge-
konstateerd wordt dan dat we inderdaad daadwerkelijk zoeken naar uit
voeringen. Wat dat aantal 18- tot en met 22-jarigen betreft. Volgens
ons is dit een gevolg van de Wet Studiefinanciering, waarbij een
aantal jongeren min of meer gedwongen worden te verhuizen. Althans de
overheid gaat er van uit dat de plaats van inschrijving maatgevend is
voor dit soort financiering. Ik denk dat dat, -dat heb ik althans bij
mijn eigen kinderen gemerkt-, eerder aanleiding wordt om zich uit te
laten schrijven. Ik vind het helemaal niet zorgwekkend of iets
dergelijks. Het valt deze keer wat meer op, maar ik zoek die
verklaring daarin. Wel is het zo dat Ruimtelijke Ordening en
Volkshuisvesting altijd in een adem genoemd worden, en dat wij erg
aktief zijn op het gebied van Ruimtelijke Ordening. Natuurlijk moet je
eerst de zaak ordenen, moet je plaatsen scheppen, maar daarnaast denk
ik en daar verwijst de nota toch duidelijk naar, dat we ook met beleid
in de toekomst zullen moeten gaan kijken hoe de mensen te huisvesten.
Vooral naar de soort. Dat in samenwerking met de Woningstichting, want
laten we niet vergeten dat de Woningstichting in onze samenleving een
heel belangrijke rol heeft gespeeld en nog steeds speelt. Ik denk dat
wij in samenwerking meer het accent op Volkshuisvesting moeten gaan
leggen en moeten gaan kijken naar wat voor soorten woningen wij in de
toekomst nodig hebben. Dus bij nieuwbouw duidelijk rekening houden met
wat onder andere de heer van Eekelen gezegd heeft. Maar daarnaast,
omdat ik er van overtuigd ben dat de kreet om meer woningen bij een
kreet zal blijven. Ik heb in het verleden wel eens een keer gevraagd
van, laten we toch maar eens vaker naar den Bosch gaan. Als je de
kranten leest, dan gaat iedere gemeente naar Den Bosch en om in dat
rijtje erbij te gaan zitten, daar zien we ook niet veel heil in. Dus
dat lijkt me niet zo'n goed advies. Ik denk dat we het meer moeten
zoeken in, hoe kunnen we bestaande woningen, -want wij zijn ervan
overtuigd dat na verloop van tijd er woningen genoeg zullen zijn-, hoe
3i
Jf
naz
ti9bflfi ass
>2 8