4%
-27-
dienst, zijnde voorlichtend en preventief. Dan vraagt men nogmaals om
een subsidie in de materiële kosten. Ik denk dat het een goede zaak
is. Het past duidelijk in de taakstelling. Daarnaast zegt hij de heden
daagse jeugd is goed geïnformeerd. Het zou best kunnen zijn dat die
goed geïnformeerd zijn dankzij de goede voorlichting. Ik denk dat dat
twee zaken zijn die nauw met elkaar verbonden zijn. Men is goed geïn
formeerd, omdat men het overal tegenkomt. Dan kun je zeggen voldoende
is voldoende.
Het lid Roosenboom: Ik zei het meer in verband met de stickers. Die
zullen ze niet voor mij aanschaffen, maar voor de jeugd. Ik wilde zeg
gen, laat die achterwege, want dat zet geen zoden aan de dijk.
Wethouder van der Weegen: Ik denk niet dat we hier moeten praten
over hoe de vorm van voorlichting zou moeten gebeuren. Bij het Streek-
gewest heeft men daar in elk geval mensen, disciplines voor, die daar
goed in thuis zijn. Die zullen best weten wat bij die risicogroepen,
-dat is ook in het voorstel aangegeven-, het beste past. Dat moet
zeker niet de raad uit maken, hoe die groepen benaderd moeten worden.
Daar heeft men prima mensen voor in de organisatie bij het Streekge-
west
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
Punt 49
Schrijven Werkvoorzieningsschap Westelijk Noord-Brabant inzake ont-
werp-begroting 1988/le wijziging begroting 1988.
Het lid Somers: Op de allereerste plaats, het Werkvoorzieningsschap
is een zeer goede zaak. Eén van mijn fraktiegenoten heeft aan de wieg
van het Werkvoorzieningsschap gestaan, weet hoe moeilijk de eerste
opzet was en het is inmiddels uitgegroeid tot een groot belangrijk
bedrijf. Het kollege vindt, dat zeggen ze ook in de toelichting, dat
het tijdstip van het indienen van de begroting van het Streekgewest
-dat was vorig jaar overigens ook al het geval-, een erg vervelend
tijdstip is, omdat het ontzettend moeilijk is om binnen 6 weken een
eventueel bezwaar in te dienen. Halsteren staat daar overigens niet
alleen in. U wijst daar op in Uw toelichting. In de derde plaats er is
een aanmerkelijke stijging van het begrotingstekort. Het Werkvoorzie
ningsschap spreekt over een bescheiden stijging. Acht ton is toch niet
zo bescheiden. Ook daar wijst U op. U gaat er mee akkoord voor 1988
met de kanttekening: volgende jaren hoeft U daar niet meer op te
rekenen. Bij het inzien van de stukken vielen mij toch wel een paar
posten op, waar je toch wel degelijk bezwaar tegen zou kunnen hebben,
a) De 155 stijging van het ambtenarenbestandHet was een forse post
f 440.000,b) De enorme stijging van het materiaal verbruik, 1,9
miljoen geloof ik dat er stond. In de tweede wijziging wordt er ge
sproken van 1,7 miljoen. Dat scheelt 2 ton. Ik zou graag weten wat het
juiste bedrag is. Dat is toch ook weer wel het een en ander, c) De
enorme investering voor vernieuwing en vernieuwing van apparatuur, 9,5
ton en 9 ton. Wat verbaast mij aan de bezwaren a en bdie stijging
van 15% inzake de uitbreiding van het ambtenarenbestand en b) de
vergissingen betreffende de stijging van het materiaalgebruik, daar
wordt in de tweede wijziging, die wij dus later in de bus kregen,
plotseling aan tegemoetgekomen. Als je dat op een rijtje zet, de
eerste wijziging f 230.000,— wordt teruggenomen uit de begroting, de
materiaalkosten f 400.000,— wordt plotseling teruggenomen uit de
begroting en de uitbreiding van het ambtenarenbestand f 440.000,
wordt plotseling teruggenomen uit de begroting, zodat op zeer korte