15 FEB. 1988
-74-
reageer ik zo. Misschien is dat onverstandig. Ik heb nooit zoveel pro
blemen. Ik heb er helemaal geen moeite mee, als ik mensen ook de
mede-raadsleden op enigerlei wijze heb gekrenkt, om daar mijn excuses
voor aan te bieden.
De voorzitter: Ik accepteer Uw excuses, U heeft mij inderdaad
beledigd. Ik heb U toch de hele avond goed aan het woord gelaten Ik heb
U één keer iets opgejaagd omdat ik een interruptie pleegde en toen
dacht U, dat is daarna voor mij dan misschien een tweede termijn. Toen
kwam ik op Uw lange tenen terecht. Ik denk dat het iets te vlug was.
Zand erover. Als we maar goed weten dat we elkaar op een fatsoenlijke
manier uit laten spreken en op een fatsoenlijke manier elkaar het woord
geven. Ik denk dat de andere raadsleden, in elk geval een aantal raads
leden van mening zijn dat de voorzitter U veel te ver laat gaan. Laat
hij maar iets meer met die hamer te werk gaan zal hun mening zijn. Ik
weet zeker dat veel raadsleden dat vinden, maar dat is mijn systeem
niet. Zo ziet U de voorzitter heeft het moeilijk, hij zit tussen die
twee vuren in. Ik heb U goed de gelegenheid gegeven in deze vergadering
om Uw inbreng te plegen, dat weet ik zeker. Een keer heb ik geprobeerd
die diskussie iets vlugger te laten gaan, maar daar moet U ook tegen
kunnen. De voorzitter heeft de bevoegdheid om dat te doen.
SLUITING:
Niets meer aan de orde zijnde en geen der leden meer het woord
verlangende sluit de voorzitter om 23.35 uur de vergadering met het
gebruikelijke gebed.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad voornoemd van