cH - f r -49- we in de samenleving zo ver afgedwaald dat dat gewoon niet meer kan door burenhulp of kennissen. Dan had ik er nog een vraag bij en dat is, dit soort voorstellen is dat eigenlijk niet onder te brengen bij het Opbouwwerk, dat die het bekijken of daar eventueel behoefte aan is en dat daar mensen voor worden gecharterd om die kinderen op te vangen. Het lid Frietman-HoppenerNa jaren van voorstudie is er dan toch een kleinschalig experimentje met betrekking tot kinderopvang van de grond gekomen. Dit verheugd ons zeer. Waarom zou een moeder haar kind niet mogen onderbrengen op een centrale daarvoor gekreërde plaats om naar een huisarts te gaan of gewoon een ochtend te gaan winkelen. Hopelijk zal het experiment slagen en kan het zelfs een vervolg krijgen middels uitbreiding van de opvang. Voor de cynische lieden onder ons wil ik nog even opmerken dat we in deze tijd niet zo maar moeten denken een claim te leggen op buren of familie. De individuele vrijetijdsbesteding en dagindeling ziet er wezenlijk anders uit dan vroeger het geval was. Toen bleven met name de moeders ook gewoon thuis. Dat mag uiteraard, maar men hoeft dat gelukkig niet meer persé Wethouder van der Weegen: Alle drie de betrokken sprekers moet duidelijk voor ogen staan dat we hier praten over een proef. Je zou alle drie de betrokken sprekers daar mee kunnen beantwoorden, maar ik wil het toch even afzonderlijk doen. De heer Roosenboom zegt hetzelfde geval als bij het Sint Nicolaascomité. Het ligt duidelijk in het verlengde daarvan. Ik neem aan dat hij ook het verslag gelezen heeft van de kommissie Welzijn waarin het behandeld is en waar wij in een vraag, naar aanleiding van hetzelfde onderwerp, hebben gezegd dat wij iti elk geval overleggen zullen met de werkgroep en de Stichting Peuterspeelzaal, als de kinderopvang na de proefperiode wordt voortgezet en bij bij de gemeente om subsidie wordt aangeklopt. Anders is voor ons die invalshoek niet meer aanwezig. Wel hebben we erbij gezegd dat er duidelijk sprake is van een andere doelgroep, maar ik denk toch dat je van eikaars zaken kunt leren en van eikaars zaken misschien ook gebruikt kunt maken. Wellicht liggen er allerlei mogelijkheden op dat gebied open. Het is zeker niet zo dat we daar geen oog voor zouden hebben. De heer Uytdewilligen zegt, is de samenleving nu zo ver ontworteld of uXt elkaar gegroeid dat dit niet meer kan. Het is een proefperiode. Die proefperiode zal dat wellicht aanwijzen. Ik denk ook dat je mag verwachten, U als autochtone Halsternaar, dat allochtonen daar wat anders over denken. We hebben daar in de raad net al een voorbeeld over gehoord. Generatieverschillen, nog niet eens om over te praten, maar men denkt weieens wat anders over bepaalde zaken. Wij hebben gemeend om die proef toch financieel te moeten ondersteunen. Wij wachten het resultaat van de proeven af. Ik heb vorige week, of althans deze week, in de krant daar een stukje over gelezen, hoe zich dat evalueerd. Maar na 31 december zullen wij weer om de tafel gaan zitten om te praten hoe het nu verder moet. Ook in relatie met die peuterspeelzaal. Ik denk dat dat toch in zijn algemeenheid de beantwoording is van zijn vraag. Mevrouw Frietman heeft duidelijk aangegeven dat zij daar wat anders over denkt. Nogmaals, voor de ene mening is wat te zeggen en voor de andere mening ook. Laat de proef maar eens aantonen op welk punt we in Halsteren met elkaar verzeild zijn. En als er behoefte is, dan neem ik aan dat die zich toont en dan zullen daar met of zonder gemeentelijke bijstand oplossingen voor gevonden moeten worden. Dat is het standpunt van mij op dit moment, maar eerst die proef afwachten. We moeten op «rf li) 1 is d A is i "t L ltib i f f >l 1 jay-w •"ifhryp 9 S V 091 u t> Jl u j i i O j J-'iCTSi ff ff «I ff IJ 19 3. >;i üfl Wel I'JJl i r>r 1 njL9*ï 1 iu iD 1 v.>\ Ï90V o f 9(1 9 J 9(f n-:= :noe' t t. nöjiisi 9i -ibni*

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1987 | | pagina 109