-41- waar je in de toekomst toch meent goed aan te doen. Ik zal me graag dan bij U verdedigen. Het lid Roosenboom: Als je die ene boom maar laat staan. Roosenboom die blijft voorlopig nog overeind. De voorzitter: Dan is dit punt voldoende besproken. In zoverre dat de heer Roosenboom mij verwijt dat ik op randverschijnselen inga. Maar hij mag toch verwachten, als hij naar de voorzitter toe spreekt over minachting van zijn groepering, dan zou ik toch een zeer slechte voor zitter zijn als ik dat over mijn kant zou laten gaan. En dat ik daar niet op reageer. Uitvoerig op reageer. Misschien had U liever gehad dat ik daar geen reaktie op geef, dat dat zou blijven hangen, maar dat kan niet. Dat wat betreft punt 16. Punt 17 Schrijven groepering Leefbaarheid Halsteren/Lepelstraat inzake mi lieubelasting omgeving industrieterreienen. Het lid Frietman-HoppenerDe essentie van het schrijven onder steunen we. We delen de eigenlijk voortdurende bezorgdheid wat betreft de aantasting van het milieu en dus de gezondheid en het welzijn van de mens. We zien echter weinig heil in het eenmalig meten.Dit zou met regelmaat moeten gebeuren en op gezette tijden. Wethouder Sinke: Mevrouw Frietman, de achtergrond van de brief, waar om eigenlijk de vraag gesteld wordt, weten wij echt wel welke lucht we inademen en weten we op langere termijn de gevolgen daarvan? Is dat goede lucht of zitten daar elementen in die minder goed zijn? Ik denk dat die vraag bij ons allen leeft. Maar dat is toch ook ons dilemma. Wij leven in de wereld zoals hij tot op heden ontwikkeld is. Het in dustrieel gebeuren in de buurt, maar ook in de landen om ons heen. Een groot stuk van wat wij inademen komt nog steeds uit het buitenland. Dat is de grote problematiek van deze tijd. Het water en de lucht, die niet stoppen bij de grenzen. Gelukkig hebben wij goede wetenschappers die hier heel intens mee bezig zijn. Ons land als natie is heel erg met deze problematiek bezig. Bijvoorbeeld de betreffende minister zit in dat opzicht in een erg goede job, omdat hij met zijn maatregelen, ook wat betreft de financiën, daarvoor erg grote steun vindt. We weten dat we in dit opzicht risikovol leven. Dat geeft ons zorgen. Niettemin zijn er ook positieve dingen. Ons volk kent een hoge ouderdom en over het algemeen worden wij als gezond geregistreerd. Niettemin omdat we weten hoe grillig op langere termijn soms effekten naar voren komen, is het onbehaaglijk en leven wij kritisch. De slotzin van de brief, de beantwoording die is bijzonder zorgvuldig, dat eigenlijk aanreikt, het enige mogelijke wat we zouden kunnen doen. Het is bijzonder spij tig dat we dan moeten eindigen. Dat we geen al te hoge verwachtingen van het gebeurde moeten hebben. Dat we dan eigenlijk gewoon boven ons peil van het Nederlandse en West-Europese uit zouden willen stijgen en voor Halsteren iets heel bijzonders maken. Dat lukt niet denk ik. Ik denk dat we de totaliteit moeten hebben gezien van lucht en water en alles wat daarmee samenhangt. De voorzitter: Maar in elk geval met betrekking tot die ad hoc-me- ting daar zijn wij het wel met elkaar over eens. Er vindt natuurlijk ook een permanente meting plaats. Er is sprake van een meetnet. De wet op de luchtverontreiniging, de uitvoering van die wet ligt bij de pro vincie. De provincie geeft aan de bedrijven ook bepaalde vergunningen op grond van de wet op de luchtverontreiniging. Hoeveel de uitstoot mag zijn, hoeveel de emissies mogen zijn. Daarnaast wordt er ook ge meten en daarom zullen wij die brief, dat heb ik ook toegezegd, naar de provincie sturen. Eens zien wat hun mening hierover is. Wij beloven rfiv it laxrtB atki •j j. ij ll j)1 ;Nui -,< IT.r: -1

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1987 | | pagina 83