}8b listii q llsnnsjl ngsl jf t inaiiao n(;ls bssanrioiflla; ilijlttlli bl»lflSS(fl93j gullSf •q 3fib asanas alia jioo nsi all gBBiv 9b si. and nsAai 3ab 3ab mlisJiioov sir naa nfiv ginsJ bnacJ sb soa gi: i|iS3VflS8 fS IJ bltq >b nsvOi gnlbli iW ,bt 8 aisvoX 3toH qO sgslloaf 3»d ossg Wub all iqealng biooiag anasiub Xtv flsl/fasftls t t.b h dad nsldnBslar-^asIqqsal jsri rti ad sssb Jeb nsbniv nannual gins) qo botqolilinoov slai Xa Jib inJjsd ab iai( tab adosb f isln alb al imbiuv la&llul sb il tl«blood a^it tri a all svsg} a -37- die de weg, de asfaltlaag niet stuk maken. In de Waterstraat zijn populieren gerooid en daar zijn vier jaar geleden beuken voor geplant om dit over te nemen. Dus wat U nog eens zou kunnen doen is dit rijtje nog eens aan de pers geven. Er is nog een grote uitzondering. Dat is de Lepelstraatseweg, die smalle weg met die populieren, met het ge vaar. Daar hebben we van gezegd,-en ik denk dat we met die kommissie heel goed gewerkt hebben,-het zou mogelijk zijn dat de toestand veel mooier is door daar niets terug te planten. De bomen zijn ongeveer 35 jaar oud. Toen zag Lepelstraat er heel anders uit. Toen was er geen met een omgeving van groen er omheen. Andere bebouwing was er niet met hun groengordels. Het landschap wordt steeds kleiner, de elementen worden steeds kleiner. We hebben daar met de kommissie en met de dienst een goede afspraak gemaakt: laten we eens een hele zomer aanzien, laten we midden in de zomer gaan kijken, want voor bomen is de weg eigenlijk smal. Moeten ze er landschappelijk persé komen, dan zullen er heel weinig moeten komen en op de goede plaatsen. Maar laten we dat ter plaatse bezien en laten we ter plaatse tot een goede uitspraak komen. Ik denk dat dat een hele goede wijze van handelen is. N Beter dan klakkeloos nu bomen terug zetten die later in de weg staan. Het doet me genoegen dat ik het op deze uitvoerige wijze en per objekt ter zake dienende wijze heb kunnen doen. Ik heb alles genoemd wat U maar zou kunnen vragen inzake vervanging. Het zou eens een boompje moeten zijn, hier of daar, maar ik dacht dat U niet had gevraagd om die te noemen. De heer Graafmans vraagt naar het hakwerk op Fort Rovere. Dat heeft niets met Oranjewoud te maken. Gelukkig niet. Oranjewoud betreft ook geen groot hakwerk. Dat is veel meer de waterpartijen of het lichtere hout, wat staat in de grachten en dat is dus maar ondergeschikt hout. Met de bossen van Fort Rovere hebben wij een beheersovereenkomst met Staatsbosbeheer dat de boswerkzaamheden subsidieert. Die adviseert ons en vandaar uit is het advies gekomen om een van die houtwallen terug te zetten. Het is voornamelijk gegrond op het feit dat de ruimte van die wal toch te klein is, om dat tot volledige eiken te laten opgroei en. We willen daar echt weer een eiken houtwal terugbrengen. Men is daar heel zorgvuldig mee. Ik vond dat een dapper besluit. Dat besluit zult U terug kunnen vinden in het bosplan, het onderhoudsplan van Fort Rovere, zoals dat jaarlijks wordt gepresenteerd. Het is inderdaad zo dat dit jaar die wal is verdwenen. Dat is U opgevallen, maar het zit gewoon in de planvorming, in de voorbereiding, het advies, het uitvoe ringsplan, het subsidieplan, wat we jaarlijks van Staatsbosbeheer voor onze boskomplexjes krijgen. Daar is ook dat stukje aan toegevoegd waar U nu dat komsbesluit voor genomen hebt. De voorzitter: Deze diskussie komt steeds weer terug in de raad, de ze belangstelling voor bomen is prima, uitstekend erg positief zelfs. Wie zou daar iets negatiefs over durven zeggen. Daar kunnen we niet voldoende belangstelling voor hebben, maar diezelfde vragen die U stelt, en de wethouder weet dat, daar kom ik ook regelmatig mee in het college. Als ik weer ergens zie dat er gekapt is en denk wat is dat toch fors, dan stel ik vragen enlaat me dan uitleggen wat er aan de hand is en waarom dat moet. Dat heeft soms met snoeien te maken, er moet gedund worden enzovoort, om overblijvende bomen weer gelegenheid te geven zich voldoende te ontwikkelen. Zo langzaam maar zeker krijg ik er ook wat verstand van. Ik vraag het steeds weer. Ik kan U nog wel meer plaatsen opnoemen waar ik zelf als leek ook vraagtekens bij zet. Ik laat me dan voorlichten. Ik zou daarom willen voorstellen -om als raad hier serieus mee bezig te kunnen zijn- om eens een keer een avond of een middag te organiseren, eigenlijk overdag, voor een excursie, STSb. ►Joïqi

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1987 | | pagina 79