-8- hecht aan een kommissie van advies en bijstand. U wilt dat beleids- kommissies maken. Zo werkt dat niet in de praktijk. Bij ons in de groepering Leefbaarheid worden zo zaken gedaan, dat wij als groepering dinsdags bij elkaar komen en dan wordt besloten welk standpunt de groepering in de gemeenteraad inneemt. Dat hoeft dus niet het stand punt van de kommissie te zijn. De voorzitter: Wat betreft Uw opmerking over de stukken die ter inzage liggen. Die opmerking is terecht. Ik zag vanmorgen ook dat de kaart er niet bij lag. Ik heb onmiddellijk opdracht gegeven om alsnog die kaart er bij te leggen, maar dat is te laat.Ik ben er echt niet bij als alle stukken ter inzage gelegd worden, dat doe ik niet per soonlijk, dat laat ik doen. Nogmaals de verantwoordelijkheid ligt uiteraard bij het kollege, daarom dat ik ook regelmatig, ik herhaal wat ik daar straks zei, als U zoiets mist, zo'n kaart hoort daar bij, dat is geen punt van diskussie, daarom heb ik vanmorgen opdracht gegeven de kaart er bij te leggen, kom dan alstublieft naar de sekre- taris of naar mij, dan is dat een ambtelijke omissie waar wij welis waar verantwoordelijk voor zijn, zo eenvoudig is dat, maar dat is dan op te lossen. Wat betreft de positie van de kommissie Ruimtelijke Ordening, dat is inderdaad geen beleidskommissie in die zin dat de kommissie het beleid bepaalt. Geen sprake van. Zij bepaalt mede het beleid van het gemeentebestuur door adviezen te geven, dat is het punt. Die kommissie heeft tevens tot taak om alle details, die aan de orde zijn, om die ook samen te bespreken en te beoordelen en daardoor een ondersteuning te kunnen zijn als we tot besluiten moeten komen in de raad. Daar gaat het om, omdat in de raad niet altijd alle details aan de orde kunnen worden gesteld is het goed dat er vooraf een kommissievergadering plaats vindt, waar een advies uit geboren wordt, waar het kollege wat mee kan doen, en daarnaast voor de informatie is de kommissie erg belangrijk. Vooral voor de achtergrondinformatie, die verstrekt wordt, vóórdat de raadsvergadering plaatsvindt. Daarom over de positie van de kommissies bestaat tussen U en mij geen enkel misverstand. Ik denk daar net zo over. Ik vind echter wel, dat de informatie die daar gegeven wordt dat dat aan de fraktie doorgegeven moet worden. Als dat niet voldoende gebeurt of als toch zaken niet voldoende duidelijk zijn dan staat de deur bij de portefeuillehouder altijd open. Dat heb ik ook al vaker gezegd. Dan wat betreft de informatieve vragen die de heer van Eekelen heeft gesteld. Het gedeelte wat goedgekeurd is is zonder meer vigerend. Daar hoeft geen procedure op te worden toegepast. Er moet nog wel een inrichtingsvoorstel gemaakt worden voor dat gebied, maar dat had toch gemaakt moeten worden. Dat is nu het verschil tussen de oude wet R.O. en de wet R.O. die per 1 juni verleden jaar in werking is getreden. Het gedeelte wat goedgekeurd is en waartegen geen beroep wordt inge steld, wordt meteen vigerend. Alleen het gedeelte waar beroep tegen ingesteld wordt daar ligt het anders. Dat is voor ons echter niet zo'n bezwaar, want we zouden daar nu toch niets mogen doen, daar is juist goedkeuring aan onthouden. Daarom dat we voorstellen om hiertegen in beroep te gaan. Uw tweede vraag hoe lang duurt dat. In elk geval gaat het veel vlugger dan onder de oude wet R.O., er zijn nu termijnen ge steld. Dat is ook de reden dat we dit plan nu zo snel ter visie hebben gelegd, dat moet, we moeten binnen een bepaalde termijn, zo'n plan, nadat het goedgekeurd is, in dit geval gedeeltelijk goedgekeurd, ter visie leggen. Vroeger kon daar een paar maanden overheen gaan dan was dat geen punt, dan kon je op je gemak zo'n beroepschrift maken en het beroepschrift voorleggen aan de raad. Dat geeft nu problemen om dat op zo'n korte termijn allemaal te realiseren. Er zijn termijnen gesteld -9- in de wet waarbinnen bepaalde handelingen moeten zijn verricht. Dat geldt niet alleen voor de hogere overheden maar ook voor ons. Ik dacht dat de Kroon een jaar had waarbinnen zij tot een besluit moet komen. Als dat dan gebeurt dan is dat natuurlijk nogal een tijdwinst. In het verleden duurde dat veel langer, dan kon het zijn dat een bestemmings plan 4, 5 a 6 jaar in procedure was voordat je überhaupt tot een vigerend plan kon komen, als althans een kroonberoep werd ingesteld. Die termijnen zijn behoorlijk ingekort. Het lid Mouws: Mij verbaast enorm de vragen zoals ze hier op tafel worden gelegd. Ik denk dat met name de heer Roosenboom een van degene is die best mans genoeg is om aan de bel te trekken. Iedereen weet dat hij dat vaak genoeg en tijdig doet. Wij zijn van mening dat dit soort zaken in eerste instantie goed doorgesproken moeten worden in de kom missie. Wij hebben gisterenavond daaromtrent via ons kommissielid voldoende inzicht gekregen wat voor gang van zaken hiervoor nodig was. Wij waren voldoende op de hoogte zij het dat wij de kaart ook hebben gemist. Alleen, dat hebben wij gisterenavond in de groep doorgespro ken; wat laat. Wij vinden dat dit plan doorgang moet hebben en iedere verdachtmaking, als zou hier opzet in het spel zijn, daar wensen wij ons heel ver van te distantiëren. Het is eens een keer wat meer of wat minder. Wij zijn over het algemeen erg tevreden over stukken die ter inzage gelegd worden of wat binnen de kortste keer op tafel komt als we het verder nodig hebben. Ik vind dit een manier van agressie voeren. Je onttrekken aan werk in de kommissie. Ik wil dit duidelijk benadrukken, onttrekken aan het werk in de kommissies. Dat is duide lijk een taak voor een raadslid of voor iedere politieke groepering. Op deze manier proberen je verhaal te halen, dat is niet onze poli tiek. Wij doen daar niet aan mee. Wij zijn helemaal akkoord met Uw voorstel. Wij vinden dat dit plan geen seconde opgehouden mag worden. Het lid Roosenboom: Uiteraard ga ik niet in op alle aantijgingen van de heer Mouws. Het is niet mijn gewoonte om dat te doen. Ik neem die opmerkingen maar met een behoorlijke korrel zout. Anders zou hij den ken dat ik dergelijke aantijgingen niet heb begrepen of niet gehoord zou hebben. Meneer de voorzitter, U gaat helemaal voorbij aan het punt dat wij enorme problemen hebben om nog in beroep te gaan tegen burgers van Halsteren die bezwaar hebben gemaakt tegen het bestemmingsplan. Bezwaren die in eerste instantie door de gemeenteraad zijn weggewim peld. Dan heeft inderdaad de Halsterse burger het recht om bij Gede puteerde Staten in beroep te gaan en krijgen dan bij G.S. toch maar gedeeltelijk gelijk. Dan werkt het bij ons niet zo, dat je dan toch nog probeert je gram te halen bij de Kroon. Het is toch dankzij het bezwaar van de heer van den Eijnden, dat aan bepaalde gedeelten, die dan omlijnd zijn met blauw en geel, dat begrijp ik uit het verslag van G.S., dat de goedkeuring is onthouden. U wilt in beroep gaan met het gehakketak over het aantal woningen wat Halsteren nu wel of niet mag bouwen. De gemeenteraad is unaniem in beroep gegaan tegen het Streek plan waarin wij ook de mening toegedaan waren dat het aantal woningen niet klopt met hetgeen in Halsteren moet kunnen. G.S. hanteert wel die cijfers, maar daar zijn wij niet mee akkoord. Ik denk dat wij eerst eens moeten proberen dat bezwaarschrift tegen het Streekplan te winnen. Veronderstel dat we dat verliezen, dan heeft G.S. toch gelijk en blijven wij in het ongelijk. Zouden wij dat bezwaarschrift tegen de cijfers in het Streekplan winnen, dan zal G.S. op zijn schreden terug moeten keren. Overigens, ik zal het Uw raad niet al te moeilijk maken. Wij zullen, als Groepering Leefbaarheid Halsteren/ Lepelstraat volstaan met aantekening te laten maken dat wij in ieder geval het met

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1987 | | pagina 5