bezwaar door de provincie. Daarom is dat besluit van de provincie dus vernietigd. Dan kan de heer van Eekelen wel zeggen dat dat een slip of the pen is van de gemeente en het voorts toespitsen op mijn persoon. Maar als de provincie een verklaring van geen bezwaar afgeeft dan is het niet zo verbazingwekkend dat als er een verklaring van geen bezwaar ligt dat er dan automatisch een bouw vergunning wordt afgegeven en voorts ook een uitspraak wordt ge daan op het bezwaarschrift tegen de bouwvergunning. Dit in na volging van de provincie. Dat is wel een slip of the pen, maar om daar dan zulke stevige woorden voor te gebruiken, dat gaat mij wat ver, dat vind ik overtrokken. Hetzelfde geldt ook voor wat betreft de Steenbergseweg. Daar kan de gemeente helemaal niets aan doen. Dat heeft de gemeente op tijd, binnen het jaar, afgewerkt, alleen de provincie heeft er lang over gedaan en daarom is het buiten dat jaar terecht gekomen en moet er een nieuw voorbereidingsbesluit genomen worden. Daar staat de gemeente helemaal buiten. Ik zou toch graag zien, dat als hij de zaak zo aanslingert en recht streeks op de persoon speelt hij zich eerst verdiept in de feiten, hoe het in elkaar zit. Dat lijkt mij iets verstandiger. Nogmaals wat betreft de finan ciële konsekwenties dat maakt geen enkel verschil ten opzichte van de oorspronkelijke procedure. Dat is afwachten. Er moet alleen een stuk procedure worden overgedaan. Dat kost wat geld. Dat is duide lijk, maar dat is te overzien. We moeten er de volgende keer voor zorgen dat dit niet meer gebeurt. Het lid Roosenboom: Ik heb gevraagd naar de financiële konse kwenties, ten gevolge van die uitspraak door de Raad van State. Zijn de kosten die aan die procedure zijn verbonden, ten laste van de verweerders 1 en 21 Ik weet niet of dat de gemeente of de pro vincie moet betalen, maar zeker niet diegene die bezwaar heeft gemaakt. Die kosten die normaliter zijn voor degene die bezwaar maakt en vaak ook in het ongelijk wordt gesteld, die komen nu voor rekening van de gemeenschap. Ik ben het met U niet eens dat het hetzelfde was geweest, want nadat het voorbereidingsbesluit was verlopen, waren nog niet alle woningen gebouwd, maar slechts een gedeelte. Terecht zegt U, er is in een artikel 19 procedure, een verklaring van geen bezwaar afgegeven en daarop heeft de gemeente de bouwvergunning verleend. Zover kan ik nog met U meegaan. Op zichzelf is dat niets abnormaals. Alleen, er was duidelijk een procedure op gang en de gemeente had moeten weten,- U als porte feuillehouder, moet daar toch naar kijken, U bent daar verantwoor delijk voor-, dat na een jaar zo'n voorbereidingsbesluit is ver lopen. U had Uw huiswerk goed moeten maken en U had toen het voorbereidingsbesluit moeten verlengen. Dat is niet gebeurd. In die tussentijd zijn er toch nog woningen gebouwd. Uit de stukken blijkt ook dat dat niet had gemogen. Daardoor kan die planschade,- als die eventueel komt-, nog aanzienlijk oplopen. Anders had voor degene die bezwaar heeft gemaakt mogelijk misschien een stuk van zijn bezwaar weggenomen kunnen worden, omdat er een bepaald aantal woningen niet gebouwd kunnen worden. Daar zit de bottle-neck. Dan klopt Uw verhaal helemaal niet. Het lid van Eekelen: Ik heb niet veel toe te voegen aan de woor den die ik in eerste instantie gezegd heb. Het verbaast me dat bij de minste of geringste kritiek, die wij als raadslid leveren, dat U meent zo te moeten reageren. Ik heb het over een slippertje van de pen en U zegt dan: U had Uw huiswerk beter moeten doen. Voor mij is dit een slippertje van de -5- pen. Als U dat een woord vindt wat in deze raadszaal niet past, dan weet ik niet welke woordkeus we moeten gaan gebruiken. De vorige raadsvergadering en nu weer. Je vertelt het in alle rust, in goed fatsoen. Ik heb wel degelijk de stukken gelezen, twee, drie keren gelezen, over de Jankenberg en die procedure. Dan kom je er gewoon niet omheen, net zoals de heer Roosenboom zegt, dat het op tijd verlengd had moeten worden. Als U dan toevallig porte feuillehouder bent, dan moet U daar niet kwaad om worden. Het is toch ook zo. We vertellen toch geen onwaarheden. De voorzitter: Ik heb gezegd wat betreft de Steenbergseweg 67 zijn de procedures bij de gemeente op tijd, binnen het jaar, afgewerkt. Als het dan bij de provincie te lang duurt voor op het bezwaarschrift een uitspraak wordt gedaan en dat daardoor de termijn wordt overschreden, dat kunnen wij niet eens weten. Dan had U tijdig door de provincie gewaarschuwd moeten worden dat er opnieuw een voorbereidingsbesluit genomen had moeten worden. Ik zeg dat wij daar geen verantwoordelijkheid voor hebben. Daar wijs ik op en daar gaat U nu in tweede instantie zelfs niet op in. Dat is hetgeen wat mij steekt, als ik argumenten gebruik dat U daar niet op ingaat. Dat was het tweede geval. Het eerste geval ligt anders. Daar was de verklaring van geen bezwaar door de provincie wel op tijd gegeven, wij hebben de bouwvergunning afgegeven, ook op tijd, alleen daarna zijn de bezwaarschriften gekomen en de uitspraken op deze bezwaarschriften zijn genomen toen het jaar verlopen was. Dat is het punt. Dat is iets dat niet vaak voorkomt. Hier had dus tijdig opnieuw een voorbereidingsbesluit genomen moeten worden. De provincie heeft te laat een besluit genomen op het bezwaarschrift, althans buiten dat jaar en in navolging de gemeente ook. Daarvan heb ik ook gezegd in mijn antwoord dat dat een slip of de pen is. U moet toch het verslag nog maar eens nalezen, U gebruikt zeer stevige woorden en maakt daarna zelfs een vergelijking met de vorige vergadering. Hoe U het heeft geformu leerd in eerste instantie, dat kijkt U nog maar eens na. Daar ging ik op in en dan niet omdat het als een slip of de pen wordt aangemerkt.U formuleerde het behoorlijk forser. Misschien dat het goed is, dat als het verslag er is, U dat nog eens naleest. Natuurlijk mag er kritiek zijn. Dat is geen punt. We zijn er voor om gekontroleerd te worden. Nog even een reaktie op hetgeen de heer Roosenboom naar voren bracht wat betreft de woningen die reeds gebouwd zijn. Het is zo dat, toen de bouwvergunning is afgegeven, er een verzoek tot schorsing is ingediend. Dat verzoek tot schorsing is destijds verworpen door de Raad van State. Dat is binnen dat jaar gebeurd. In dat jaar dat het voorbereidingsbesluit nog van toepassing was, dus toen kon er doorgegaan worden met de bouw van de woningen. Dat staat niet ter diskussie. De bouw van de woningen kon doorgaan. Het punt is echter dat de uitspraak op het bezwaarschrift zowel bij de provincie als bij de gemeente, dat die uitspraak is gedaan nadat het jaar van het voorbereidingsbesluit verlopen was. Dat is het punt. Voor de bouw van de woningen was er uitdrukkelijk toe stemming gegeven om er mee door te gaan. Hoe dat nu verder gaat, dat vraagt U zich.af, dat vraag ik me ook af, maar dat gold ook voor de eerste procedure. Dat moeten we nog afwachten. Daar is niets van te zeggen op dit moment. We zullen een deel van die procedure opnieuw moeten doen. Dat deel dat kost geld, de advertentiekosten waarschijnlijk en wat ambtelijke kosten en die zullen zeker niet voor rekening van betrokkene komen, in dit ver-

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1987 | | pagina 3