JU loo 18? i iddmsDsb it± *i«aiuf*lb sW>
3dip 3 s# .ndgss 93 i; vis© lo ndl©oi
tfiv "f9 w Cs fo f933Is rfsansfïï oü .al
lb tiM0<f ^9|t| m&Ê&m iBfiwsad n rMow
<-V m lEsdi -
nsaiab#! .nsaiossc! 3mIi*vo isdv ffiofli
j r v bl9f^< ssvrifi» 9b loob Min ri£ i -MS
soy nfIt 9lb fl93nfilqm>s swuoin ib si 3aai
-15-
brief niet omdat zij een antipatie hebben tegen bomen, maar omdat zij
er last van hebben. Overigens vraag je je op een zeker moment af, als
er toch zo'n vraag binnenkomt van de bewoners van de Kapelaan Mol
straat, dat deze mensen via de krant moeten vernemen wat het standpunt
is van het kollege, dan schort er ook nogal wat aan en gaat het kol
lege onzorgvuldig te werk. Zij moeten weten dat zoiets in de krant
komt, want de pers wordt de raadsstukken toegestuurd en die gaan daar
achteraan. Het had een kleine moeite geweest om de mensen van te voren
even te informeren wat het standpunt was van het kollege naar de raad
toe. Ik heb U verteld dat we stemming zullen vragen. Ik neem aan dat
de mensen die in 1981 voorstander waren, dat die nu nog voorstander
zullen zijn. Zulke draaiers denk ik niet dat we in de raad hebben. Dan
krijgen de mensen van de Kapelaan Molstraat hun zin of het moet zijn
dat in 1981 niet met het gezond verstand hier in de raad werd be
stuurd, maar dat er op de man werd gespeeld. We zullen het zo weten.
De voorzitter: Er zijn ook raadsleden die naar argumenten luisteren.
Wethouder SinkeOnze Lieve Heer heeft in zijn wijsheid die bomen
bladeren gegeven. Dat is bijzonder goed voor ons, onze samenlevingen,
onze natuur. Die vallen er een keer af. Dat geeft dan het beeld van de
herfst in een versteende straat. Dat in eerste instantie. Als antwoord
op wat U zegt, de behandeling in 1981 en de toezeggingen, vind ik dat
de reaktie van het kollege bijzonder fraai is. De wethouder heeft zich
gehouden aan het antwoord om hier na ongeveer vijf jaar op terug te
komen het rooiplan voor de gemeenten, enzovoorts. Ik vind dat wij heel
keurig beantwoord hebben en ik zou er verder niets aan toe willen voe
gen. Wat de uitslag betreft, wij zullen de bewoners berichten.
De voorzitter: Ik wil de procedure even toelichten. Ik denk dat als
wij de mensen bericht hadden gestuurd, dat is het standpunt van het
kollege dan had U gezegd, had U niet eerst moeten wachten op het stand
punt van de raad. De raad is toch de hoogste instantie. Dat doen wij
ook nooit. Als er stukken worden ingediend dan gaan die via de inge
komen stukken naar de raad en dan geven wij daar standpunt bijWij
hebben nog nooit tussendoor betrokkenen hiervoor geïnformeerd. Dat is
ook niet juist, als binnen een week de hoogste instantie van de gemeen
te, de raad, een uitspraak doet. Het zou niet juist zijn om een week
van te voren als kollege je standpunt mede te delen. Het is beter dan
eerst het standpunt van de raad af te wachten.
Het lid Roosenboom: Ik zeg heel nadrukkelijk dat U Uw standpunt wat
U aan de raad
De Voorzitter: Dat heb ik goed begrepen. Ik ben het daar echter niet
mee eens, Als wij dat gedaan zouden hebben, dan had U gezegd dat het
niet juist zou zijn, omdat daar eerst de raad over moest beslissen.
Dat had ik dan ongetwijfeld gehoord van U. De wethouder heeft het uit
stekend verwoord. De wethouder heeft ook nog in het kollege gezegd als
je ziet dat wij voor de bomen, die bij de pastorie staan, dat wij daar
voor subsidie hebben verleend om ze op te knappen, die staan tegen de
pastorie aan, en tweehonderd meter verderop zou je dan prima bomen
gaan rooien, terwijl die op gemeentegrond staan dan kunnen hier qua
beleid best vraagtekens bij worden gezet. Het is juist zo goed dat we
op een zeer zorgvuldige wijze ons beleid aan het wegen zijn. Iedereen
tevreden stellen kan toch niet. Op 11 projekten tweehonderd bomen
kappen, een kleine tweehonderd bomen, dat is erg veel. Ik schrok van
dat kapprogramma. Dat kan echter noodzakelijk zijn en als het noodzake
lijk is dan moet je dat doen. Die afweging moet op een zeer zorgvul-
,fidi9ial6il ii rrsoig 3srf loov bJtascf
>3 0&rrlo3i93fBi5 s!i ill alias lo3 i3alsoTr>