-24-
kracht in Lepelstraat. Als mijn informatie juist is, dan hebben zij
een W.S.W.-er voor full-time in dienst, die 4 uren per week een
beroepsmatige begeleiding krijgt. Dat is circa 42 uur tesamen. Boven
dien bevatten de uren, verdeeld in items, tevens aspecten die in
Lepelstraat opgaan. Bijvoorbeeld het aspekt vrouwenaktiviteiten, daar
zit ook het meidenwerk in, terwijl dat thans in Lepelstraat ook
draait. Let wel, ook onze partij is gelukkig met de veelheid aan akti-
viteiten in Lepelstraat. Dan is de verdeling toch wel reëel. Bovendien
wordt uitdrukkelijk gesteld, dat in overleg met S.K.W. Lepelstraat de
nuancering in de urenverdeling bespreekbaar is. Wat deze opmerkingen
betreft ben ik het dus vooral eens met wat de wethouder zo juist heeft
opgemerkt
Het lid van Eekelen: Zoals de wethouder toezegt, het staat ook in
het stuk, er komt overleg met het S.K.W.. Dat juichen wij bijzonder
toe. Wij denken ook dat dat noodzakelijk is. Misschien heeft de heer
Somers wel gelijk, waarvoor er niet even overleg gekund had met het
S.K.W.. Om nu de uren al vast te stellen en er dan nadien over te
diskussiëren, dat lijkt ons als Werknemerspartij niet helemaal juist.
Wat de verdeling van de uren betreft denk ik dat Lepelstraat niet
helemaal reëel aan zijn trekken komt, maar dat wij akkoord gaan met de
bezuinigingen zoals U die voorstelt. Wat mevrouw Frietman zegt is niet
helemaal waar. Een W.S.W.-er is iemand die om gezondheidsreden of wat
voor reden dan ook, niet gewoon in het arbeidsproces opgenomen kan
worden. Die is niet te vergelijken met een Opbouwwerker of een sociaal
cultureel werker, die daar een opleiding voor gehad heeft. De betref
fende W.S.W.-er heeft een opleiding als schilder gehad. Dat is wel een
duidelijk opleidingsverschil. Ik denk dat die man ook best funktio-
neert en het op dit moment verrekt goed doet. Alleen, ik weet zeker, -
en dat zou dan misschien voor U en voor meerdere raadsleden gelden-,
steek Uw hoofd ook eens een keer binnen bij dat S.K.W. om te zien wat
er gaande is. Dan zult U zien dat met 4 uur professionele ondersteu
ning zo'n man niet kan draaien. U begrijpt uit hetgeen ik nu zeg dat
wij het amendement van de groepering Leefbaarheid om 21 uur zonder
meer te garanderen niet zullen steunen. Eén ding vind ik wel. Als wij
als raadslid in mei over de financiën gaan praten, dat we dan toch
maar eens ernstig moeten gaan overwegen of die bezuiniging op zijn
plaats is. Dan kunnen we ook evalueren of het een goede zaak geweest
is. Misschien moeten we de zaak dan wel bij sturen of moeten we er wel
menig uur bij stoppen. Ik ben het met de heer Somers eens, als je
prioriteiten wil stellen in de gemeenschap, dan is dat niet alleen op
het gebied van financiën. Er ligt ook een politieke wil of een
politiek motief aan ten grondslag. Als je, dat vind ik een zeer goede
vraag van de heer Somers, dat het S.K.W. en het Opbouwwerk samen
voldoende hebben aan 56 uur, dan concludeert U dat het eigenlijk met
56 uur zou kunnen funktioneren. Als U zegt, ik denk dat dat zou
kunnen, maar de financiële beperkingen zijn ons door hogere overheden
opgelegd, dan is het nog geen automatisme, althans het hoeft geen
automatisme in te houden dat je daar alleen ophoudt. Het is terecht
wat de heer Somers zegt. We hebben een sociaal cultureel plan. Er zijn
meerdere zaken waarop je, als de politieke wil aanwezig zou zijn, ook
zou kunnen bezuinigen en dan hoeft het niet alleen op het Opbouwwerk.
Ik neem aan dat met hetgeen ik namens de Werknemerspartij nu verklaard
heb, voldoende uit de voeten kan, maar dat het voor ons niet een
eindbeslissing zal zijn. Wij zullen in mei, als die financiën aan de
orde komen, zeer zeker ons informeren hoe de zaak funktioneertVoor
mij is dat als voorzitter van de beheerskommissieniet zo moeilijk
want ik kom zowel het een en ander te horen in de Wittenhorst alwaar
-25-
de meeste aktiviteiten van het Opbouwwerk plaatsvinden. Ik kom ook in
de Lepelaar waar de meeste aktiviteiten van het S.K.W. plaatsvinden en
ik kom in Samarbete. Wat dat betreft kan ik vrij redelijk zien of het
funktioneert of niet. Wij willen het als Werknemerspartij hier bij
laten. Wij zullen instemmen met Uw plan.. Wij stemmen niet in met de
verdeling van de uren, maar vinden dat daar eerst overleg over plaats
moet vinden en dan moeten we maar kijken wat daar uitrolt.
Het lid MouwsHoewel de taakstelling van algemeen sociaal werk,
opbouwwerk, duidelijk is zichzelf overbodig maken, zijn wij ook van
mening dat het wel een voortdurende zorg zal blijven. Wij willen
duidelijk stellen dat er afspraken gemaakt moeten worden, maar een
afspraak blijft zo lang geldig, tot er andere afspraken nodig zijn om
het werk voortgang te doen vinden, of zelfs het werk gestopt zou
moeten worden. Wij vinden het een slechte zaak om hier in een zekere
emotionaliteit zaken aan te dragen en daarop beslissingen te nemen,
zonder die afdoende, en voor ons in eerste instantie, in de kommissie,
goed door te spreken en op zijn merites te beoordelen. Wij zullen de
aangekondigde motie dan ook duidelijk niet steunen.
Wethouder van der Weegen: Meneer Somers, als ik het uit Uw mond goed
heb beluisterd, dan begrijp ik dat het Opbouwwerk met plezier aange
kondigd heeft om minder geld te mogen ontvangen. Zo is het natuurlijk
niet. Daar bent U wel mee begonnen, maar het Opbouwwerk is node, ik
heb het zo juist ook aangegeven, node tot de brief gekomen die ze naar
de raad geschreven heeft. U heeft mij gevraagd, hoeveel uren zijn er
nu nodig. 80 waren er blijkbaar toen nodig, nu zijn er minder nodig.
Hoeveel uren er nodig zijn is afhankelijk van de taak die je in
overleg met de betrokken instelling daaraan toebedeelt. Als je aan het
Opbouwwerk een taak toebedeelt die 100 uur nodig heeft, dan moet je ze
in principe wat dat aangaat die 100 uur ook subsidiëren. Dat is in elk
geval door mij ook in de kommissie een paar keer gezegd. Ik weet niet
zeker of het zo hard in het Welzijnsplan staat, maar als je het plan
van het Opbouwwerk bijstelt, als je ze minder middelen geeft, dan kun
je er uiteraard ook minder van eisen. Ik poog aan te geven dat het
aantal uren afhankelijk is van wat je er als gemeentebestuur van
verlangt. Wij hebben niet aangegeven wat wij er op dit moment minimaal
van verlangen. Wij hebben een plan liggen, daar hoort een prijskaartje
bij, dat heeft het Opbouwwerk gemaakt. Wij hebben gezegd, het
prijskaartje daar kunnen we niet meer aan voldoen. We hebben
prioriteiten moeten stellen omdat we minder inkomsten krijgen. Dat
houdt dan in dat je, als je die prioriteiten gesteld hebt, -dat hebben
we ook gezegd in het Welzijnsplan-, naar onze mening, het leggen van
die bezuiniging op die plaats, dat dat de minste pijn zou veroorzaken
bij de Halsterse en Lepelstraatse bevolking. Dat is de overweging van
het gemeentebestuur geweest om te zeggen, daar moeten bezuinigingen
gelegd worden. Als je daar de bezuinigingen legt, -nogmaals, dat is er
zeker door mij ook bij gezegd-, dan moet je ook praten met het
betrokken bestuur, in hoeverre je dan inderdaad minder middelen geeft
en dat je dan ook het plan wat ze daar hebben liggen bijstelt en zegt,
op dit gebied kan het minder en op dat gebied kan het minder. Dat is
op dit moment nog niet ingevuld. Wij hebben aangegeven dat wij met het
Opbouwwerk en het Sociaal Kultureel Werk in Lepelstraat, direkt nadat
de subsidielijst vastgesteld zou zijn, dat we daar overleg over zouden
hebben. De raad heeft dat in de vorige raadsvergadering niet
vastgesteld dus heeft het overleg nog niet in die zin plaats kunnen
vinden. Hij
heeft aangegeven van, vinden jullie het vreemd dat het verbijsterend
is overgekomen in Lepelstraat. Ik denk dat dat inderdaad zo is. Als je