-17- staat. Dat is volstrekt onvoldoende, maar het staat er. Dus komen we met deze verordening. Ik zou toch willen pleiten, ondanks die gege vens, dat wij toch, ondanks die decentralisatie, de kans krijgen om zelf een verordening vast te mogen stellen. Dat die verordening dusdanig wordt aangepast dat de l.o.m.- en m.l.k.-kinderen, de ouders daarvan, dat die daar uitgelicht worden in artikel 21. Dan kunnen we stellen, we laten het gewoon weg en het probleem is opgelost. Daar naast zou U kunnen zeggen, de V.N.G. heeft er overigens ook moeilijk heden mee, Leefbaarheid heeft er niet alleen moeilijkheden mee, ik heb er niet alleen moeilijkheden mee. In de stukken komt ook het V.N.G. er een beetje in moeilijkheden mee. Verschillende politieke partijen in de Kamer waren ook erg verdeeld. Je zou dan ook een verzoek in kunnen dienen aan die provinciale staten, om in die algemene maatregelen van bestuur deze zaken eens nadrukkelijk aan de orde te stellen en daar wijzigingen aan te brengen. Het lid van Eekelen: Wij zouden bijna uit één partij kunnen zijn wat dit onderwerp betreft. Wij vinden als Werknemerspartij dat de heer Somers het voortreffelijk en op een juiste wijze verwoord heeft, het geen wat wij als Werknemerspartij precies hetzelfde naar voren hadden willen dragen, namelijk vrijheid van onderwijs. Keurig gezegd. Maar voor die kinderen is er geen vrijheid. De extra kosten die de kinderen met zich krijgen door hun omstandigheden. Precies zoals de heer Somers zegt, het niveau van die f 27.000, Waarom die f 27.000, Het is netto misschien f 1.700,— per maand. Waarom is het geen f 40.000, Dat soort dingen stuit ons tegen de borst. Waarom? U kunt zeggen het wordt steeds van hogerhand opgelegd, maar het is toch niet juist in deze maatschappij, het is toch niet eerlijk om juist op de meest zwak kere in onze samenleving te beknibbelen. Wij als Werknemerspartij zijn het volledig met de heer Somers eens. Als dit ten opzichte van de gemeenschap geld kost, dan mogen ze van mij rustig een paar procent inhouden van de subsidies van verenigingen en voor deze doeleinden besteden. Dat is beter besteed als daar waarschijnlijk. Wij zullen met deze verordening niet instemmen. Het lid Frietman-HoppenerEen beetje in dezelfde lijn. De P.v.d.A. is helemaal niet gelukkig met deze verordening leerlingenvervoer spe ciaal onderwijs, maar ziet zich toch min of meer genoodzaakt met het voorstel in te stemmen, omdat het van rijkswege wordt bepaald. Met name de rijksbijdrage van ouders of verzorgers van f 200, indien ze boven een inkomen van f 27.000,zitten, hetgeen niet als riant over komt, zien we als een onplezierige regeling. Vaak komt het voor, daar heb ik de ouders over gehoord, dat bij die kinderen die l.o.m.- of m.1.k.-onderwijs volgen dan wel extra onkosten voor het kind moeten worden opgebracht vanwege hogere slijtage van kleding, schoeisel en de aankoop van schoolspullen. Voor ouders of verzorgers die er tenslotte niet om gevraagd hebben een kind met een lichte handicap te verzorgen en te begeleiden, hetgeen toch al moeilijk en emotioneel genoeg is, zouden we beter moeten kunnen zorg dragen. Het lid Mouws: De heer Somers is juist begonnen door te zeggen, men moet dit soort zaken niet gevoelsmatig behandelen, dat verdienen ze in zoverre niet. Misschien is het een verkeerde term, het woord verdienen in deze zin. Ik denk dat ze juist alle aandacht verdienen. Het is een opgedragen taak, zoals mevrouw Frietman zegt. We moeten een verorde ning vaststellen, alleen ware het dat artikel 24 de mogelijkheid geeft om af te wijken van de bepalingen. Wij hadden het fijner gevonden als het kollege dit verder uitgewerkt had. Wij vertrouwen er wel op dat datgene wat de wethouder in de commissie toegezegd heeft, laten we wettelijk gezien deze taak uitvoeren, laten we kijken om hoeveel kin deren het gaat, om hoeveel ouders er bij betrokken zijn. Laten we een 3<f*

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1987 | | pagina 115