r 'ix lonBjaisv jan ji .na^fnaifaa .-ii nsR jrfoi s naddaii aV' rrsob si Js ittav 099 nab rrsddsrl eV sodsg Jdïa IJ laas j(2 ;b At .z. Isiajntltd »w .a«® J9Xo na lav Zav Z bi 9bt slb jbotbsQ nsgnlglns ib il Jbiov b)6fidbffsdd> QirT8 *3 wo blarfoffcllagofl] Xr;-t U .A^IygnBlad gza a tb lad z sri 3sb law 793rioe jJ r>8ffln»bTOT»v Zzoon 3ib sb (JBS aillBV903 un ai ZB3d3s am rrsjf jfl franmn o SdadiTod tbr® crssif al Xb snaorg ab rrsv rreslqasx» gnimn'Je sdtllabiood 79b 83 Jaw na zaZaa aas 191 rr tj or goed doorspreekt, maar ons gevoelen willen wij duidelijk uitdrukken. Dat wij gezamenlijk verantwoordelijk zijn, dat iedereen het idee moet hebben dat we niet met iets bijzonders bezig zijn. Het lid van Eekelen: Wij vinden het juist een goede zaak dat er een verordening is. Hij is duidelijk. Als je hem goed doorleest dan zou je bijna zeggen, de mensen hebben niets als verplichtingen, maar ze heb ben ook rechten waarschijnlijk. Als er een nieuw bestemmingsplan aan gelegd wordt en de eerste woningen worden bewoonbaar, dan is er ook kabeltelevisie. Bij mijn weten is op dit moment door bepaalde omstan digheden en bepaalde oorzaken tot op heden zelfs de kabel nog niet in de grond gelegd. Dan vind ik dat dit een slechte zaak is. Dan zou je best kunnen spreken van diskriminerend te werken. Er staan al enkele wagens en die hebben net als elke andere woning de plichten, maar ook de rechten. De voorzitter: De heer Mouws zegt, het afzonderlijk vaststellen van een verordening voor het woonwagencentrum spoort eigenlijk niet geheel met het beleid gelijke rechten en gelijke plichten voor iedereen. Elke burger op dezelfde wijze behandelen. Dat is ook onze intentie, duide lijk, dat elke burger, inclusief de woonwagenbewoners, op dezelfde wij ze wordt behandeld. Echter tot op heden is het zo, dat ook bij het Woonwagenschap en ook bij de meeste gemeenten voor woonwagencentra nog steeds afzonderlijke verordeningen worden gemaakt. Dit is nu eenmaal een andere wijze van wonen dan in een woning, met alle zaken daar om heen. Daarom dat thans, ofschoon wij in het algemeen achter de visie van de heer Mouws staan, wij proberen het in de praktijk ook zoveel mogelijk toe te passen, toch nog dit voorstel wordt gedaan. In het algemeen zijn we het met hem eens, maar om dat dit toch een wat speci fieke situatie is, daarom deze verordening. Deze bepalingen horen in feite ook niet in de A.P.V., omdat ze alleen van toepassing zijn op mensen die in een woonwagen wonen. Het betreft onder andere het melden als men vertrekt, een vergunning om een standplaats en dergelijke. Dat is specifiek voor woonwagenbewoners bestemd. Daarom, ondanks dat we het in het algemeen met zijn visie eens zijn, we het toch nog noodza kelijk vinden om hier een aparte verordening voor te hebben. Langzaam maar zeker proberen we de situatie volstrekt gelijk te maken met wo nen. We hebben daar ook een aanzet toe gegeven door de huurovereen komst voor de standplaatsen. We maken geen aparte standplaatsverorde- ning, waarin een bedrag vastgesteld wordt wat men moet betalen. We hebben gewoon een huurovereenkomst gesloten met de bewoners. Men moet de bijdrage betalen die door het rijk is voorgeschreven en dat is f 85,per maand. Dit is gewoon op basis van een huurovereenkomst. We hebben besloten om dit niet via een aparte verordening te doen, het regelen van de staanplaatsvergoeding. Zoals het ook in het aanbiedings- voorstel staat opnemen in de A.P.V. kan wel, maar dit is bestemd voor een beperkte groep, alleen voor mensen die in een woonwagen wonen. Daarom leek het ons beter om dit zo te doen. Verder het bevoegd gezag in het kader van deze verordening, is dan het kollege van burgemeester en wethouders. Deze verordening dient echter te worden vastgesteld door de raad. U ziet dit betreft meestal de dagelijkse gang van zaken. Het zou niet goed als we hier steeds mee terug zouden moeten naar de raad, om een beslissing te kunnen nemen. Ik denk dat dat ons handelen te veel zou op houden. Dat zou geen goede zaak zijn, het betreft de dagelijkse gang van zaken. Het betreft het dagelijks uitvoeren van een aantal punten. Ik denk dat dit typisch zaken zijn die bij een kollege behoren, maar wel gemachtigd op basis van een verordening, die door de raad is vastgesteld. Wij zullen ons moeten bewegen binnen de regels, zoals die hier staan. Ik denk dat dat juist is. Er blijft echter spra ke van een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De heer Mouws wijst daar [7B397X9I 'BS flw i'T»lJ

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1987 | | pagina 107