-60- Punt 20 Schrijven Streekgewest Westelijk Noord-Brabant inzake begrotingen 1987. Het lid Somers; Een opmerking die al eens eerder gemaakt is. Het is een fors pakket begrotingen en met zo'n raadsagenda als vanavond is het voor gewone raadsleden toch een beetje moeilijk om op zo'n korte termijn deze begrotingen door te worstelen. Alhoewel je er natuurlijk ook vanuit gaat dat onze vertegenwoordigers binnen het gewest ook wel de nodige aandacht er aan geschonken hebben. Het gaat mij om de procedure, zes augustus is dit binnengekomen. Tien september werd het al behandeld in het gewest. De gemeenten kregen daarna twee maanden de tijd om opmerkingen te plaatsen, vijftien december volgt dan de vaststelling in de gewestraad, ik neem aan meneer Mouws, van Eekelen en Graafmans dat het ondertussen gebeurd is. Het is nu zeventien december. Als we dus weer reakties zouden hebben, dan zouden we weer te laat zijn. Ik bedoel te zeggen dat het niet zo zinvol is om het op deze manier te doen. Tenzij het alleen maar ter kennisgeving is. Maar om er alsnog opmerkingen over te maken, die kans hebben we niet meer. Wethouder van der Weegen: Het is zo dat de begrotingen op zich al in de raad aan de orde zijn geweest, De financiële zaken zijn al doorgegaan, ook in deze raad zijn die al aan de orde geweest. Het is wel zo dat het misgegaan is. De betreffende boekjes, de toelichtingen die er bij horen, zaten er niet bij, inclusief de beleidsnota. Die worden U hier aangeboden. Helaas is dat dus fout gegaan. De voorzitter; Op zich is het formeel wel op tijd behandeld in de raad, maar de toelichtingen zitten er nu pas bij. Dat moet inderdaad anders, overigens is dat toch op zich natuurlijk nog een punt hoe we dit soort zaken behandelen, U heeft dat ook al eens eerder naar voren gebracht. Het is wel zo er staat niet iets in dat we nog niet wisten, wat nieuw is, het is eigenlijk doorlopend beleid, een gevolg van beslissingen die in feite al genomen zijn. Het is echter wel een begroting en hij komt ongeveer gelijktijdig aan de orde, dat is ook een probleem, met onze begroting. Als het boekjaar van het gewest nu eens anders zou worden, van mei tot mei, dat zou misschien best aardig zijn, dan zouden wij ook wat meer tijd hebben om daar aandacht aan te schenken. Dat is niet zo, Het zou ook weer geen goede zaak zijn als dat gebeurde. Uw opmerking is terecht. Ik denk dat we er toch nog eens iets voor moeten vinden dat daar inhoudelijk wat meer aandacht aan wordt besteed. De onderwerpen op zich die zijn steeds wel goed aan de orde. Verder is uit een aantal reakties van een aantal raden gebleken dat zij vinden dat er eens een keer een fundamentele diskussie moet plaatsvinden over het takenpakket van het Streekgewest. Ik ben daar persoonlijk niet zo benauwd voor, anderen wel, dat kan ik me overigens ook wel voorstellen. Ik heb ook begrepen dat het dagelijks bestuur van het Streekgewest daar positief op heeft gereageerd om eens een keer één dag of twee dagen te organiseren en daar fundamenteel eens een keer met elkaar over te diskussiëren. Uw opmerking is misschien formeel niet terecht, maar inhoudelijk wel. Ik vind wel dat U inhoudelijk gelijk heeft Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burgemeester en wethouders. -61- Het lid SomersNaar aanleiding hiervan. Inmiddels is besloten tot opheffing van het schap heb ik begrepen. Hoe wordt nu de opstelling tegenover deze stichting? Een tweede vraag daaraan gekoppeld. Ik heb gelezen, -U kunt daar vast meer over vertellen, vandaar ook mijn vraag-, dat het voorstel betreffende de sloopterreinen nog een heet hangijzer is en dat de Halsterse variant ook helemaal niet tot de mogelijkheden heeft behoord of tot een goede oplossing heeft bijgedragen. Zijn er vooruitzichten hoe het dan wel moet gebeuren. De voorzitter: Het algemeen bestuur van het Woonwagenschap heeft afgelopen vrijdag een aantal besluiten genomen. In de eerste plaats dat gekonstateerd wordt dat voldoende gemeenten gereageerd hebben met de opmerking dat het Woonwagenschap kan worden opgeheven want er moest 2/3 van het aantal gemeenten voor zijn, 12 of meer. Het algemeen bestuur kon daar kennis van nemen en konstateren dat tot opheffing is besloten. Die opheffing is per 1 januari 1988 formeel en materieel per 1 januari 1987. Per 1 januari 1987 zullen er geen aktiviteiten meer plaatsvinden behalve in de liquidatiesfeer. In die liquidatiesfeer vindt ook de financiële verrekening van standplaatsen en sloopterreinen plaats. Er is al wat voorwerk verricht want, uiteraard, bij de opheffingsvoorstellen is ook inzicht gegeven in de financiële situatie, hoe je uit elkaar zou kunnen gaan zonder al te veel problemen. Het is net als met een erfenis, je kunt er moeilijkheden door krijgen, alleen dit is een negatieve erfenis en dat kan nog meer problemen geven omdat er betaald moet worden. Vrijdag is gekonstateerd dat wat betreft de standplaatsen een meerderheid, voldoende meerderheid het standpunt heeft dat het volgens de methode c kan worden afgerekend. Voor de standplaatsen is het besluit genomen dat het wordt geliquideerd volgens methode c. Dan de sloopterreinen daar is geen meerderheid, noch voor methode a, tegen boekwaarde, noch voor methode c, de gevarieerde methode, noch voor methode d, dat was van Rucphen, noch voor de methode van Halsteren. Halsteren was wat laat ingeschoven. Dat was eigenlijk tot stand gekomen naar aanleiding van een diskussie die hier in onze raad moest plaatsvinden. Op het laatste moment is dat ingeschoven en is het rondgestuurd naar andere gemeenten maar die hebben die methode allemaal niet meer kunnen meenemen. Omdat er nergens een meerderheid voor is, voor geen van de methoden, kon het algemeen bestuur van het woonwagenschap dus niet besluiten dat dat volgens een bepaalde methode moet worden geliquideerd die sloopterreinen. Men heeft gevraagd om een opdracht om opnieuw te mogen studeren en opnieuw, wat betreft de sloopterreinen, sec de sloopterreinen, dat is het enige verschil van mening nog, met een voorstel te mogen komen naar het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur mag de liquidatie regelen, maar een verstandig lid van het algemeen bestuur raadpleegt eerst zijn raad als het om financiële zaken gaat. Die tijd moet dan ook genomen worden, dat kan in 1987. Ik heb de indruk dat methode Halsteren daar nog wel eens een belangrijke rol in zou kunnen vervullen. Ik heb gelezen dat de gemeente Woensdrecht dit bijvoorbeeld gisterenavond al in de kommissievergadering heeft gebracht, naar aanleiding van afgelopen vrijdag, en Woensdrecht kiest voor de methode die wij hebben voorgesteld. Dat is één schaap, -ik bedoel dit in de positieve zin naar Woensdrecht-, wat over de dam is. Het dagelijks bestuur moet ook zelf nog een voorstel formuleren maar het zal waarschijnlijk wel die richting uitgaan. Heel voorzichtig moet ik dat zeggen. Wat betreft de opheffing van het Woonwagenschap en dan in relatie met de stichting Woonwagenwerk in West-Brabant dit. Wij hebben gezegd, ook in het voorstel, wij blijven daar positief tegenover staan maar het moet natuurlijk wel voldoende draagvlak hebben. Als je met een

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1986 | | pagina 94