-48- ook wel eens aan de gevoelens van die persoon gedacht. Ik geloof dat je zo een onmogelijke werksituatie hebt. Wethouder van der Weegen: Meneer van Elzakker U heeft steun gegeven aan het kollege voorstel. Daar hoef ik verder niet op in te gaan. Meneer Somers heeft gezegd, doe een voorstel over geld en niet in uren. U heeft duidelijk gezien dat wij het, èn in uren, èn in geld gedaan hebben. Ik vind het prima, als U dan de omvang van ons voorstel overneemt, dan hebben wij geen problemen met elkaar. Het verschil zit hem in het feit dat U maar de helft van het geld daarbij onder wil brengen. U heeft ook nog gezegd dat Leefbaarheid is voor het onderbrengen bij de gemeente. We hebben toen met elkaar die diskussies gevoerd en ik denk dat toen om hele goede redenen is besloten, en opnieuw besloten, om dat in elk geval niet te doen. U heeft ook aangegeven in welk pakket. U weet dat ik in alle kommissies waar we daar over gesproken heb gezegd, dat er overleg met de betrokken instelling of instellingen in elk geval, ook S.K.W., gevoerd moet worden, omdat die duidelijk belang hebben in dit gebeuren. Daarnaast zul je inderdaad prioriteit moeten stellen aan bepaalde zaken. Ik ben me er van bewust dat er wellicht wat taken uitgevoerd zouden moeten en ook kunnen worden met het bureau Welzijn. Ook daar zullen dan prioriteiten gesteld moeten worden. In goed overleg kan er een hele goede uitvoering aan gegeven worden. Wat dat aangaat onderstreep ik toch de woorden van de burgemeester. Nu wordt daar ook geen uitvoering aan gegeven. Dat is gewoon zo. Dat moeten we niet onder de tafel poetsen. Dat is zo. U heeft allerlei instellingen aangegeven. Ik heb begrepen dat de Partij Leefbaarheid zover wil gaan dat ook het maatschappelijk werk in deze afweging betrokken kan worden. Ik vind dat een kwalijke zaak. We moeten heel goed beseffen welke keuze we dan maken, als je dergelijke zaken met elkaar gaat vergelijken. Ik denk dat je dan toch op de verkeerde weg bezig bent. Je moet durven kiezen en niet overal 1 of 2% afhalen. Dat heb ik net ook al gezegd. Dan ga je het totaal kapot maken en dat is een veel kwalijkere zaak. Meneer van Eekelen heeft in eerste instantie gezegd, er is voldoende in de pers verschenen. Er is wellicht wat te veel in de pers verschenen. Wellicht onder aanvoering van bepaalde groeperingen. Dat mag ik ook wel zeggen. Ik durf nogmaals te zeggen het kollege heeft altijd gezegd wachtgeldgarantie in ons voorstel is toegezegd. Dat is ook hetgene wat door de Werknemerspartij gevraagd is. Het kollege heeft steeds gezegd, wij bemoeien ons niet met de verhouding werkgever werknemer. We hebben dat ook in een gesprek met het F.N.V. naar voren gebracht. We hebben gezegd waarom we dat vonden en ik denk dat ik dat hier niet moet herhalen. Meneer van Eekelen weet dat drommels goed. De bestuurssamenstelling heeft hij ook aangeroerd Het lid van Eekelen: Dat wil niet zeggen dat we het met U eens waren. Wethouder van der Weegen: U hoeft het met mij niet eens te zijn, want ik ben het deze keer ook niet met U eens.U mag best van mijn mening afwijken. De bestuurssamenstelling, daar heeft U wat van gezegd en naar ik meen gesuggereerd alsof wij het bestuur samengesteld hebben. Dat is inderdaad een kwalijke aantijging. Zo is het natuurlijk niet gegaan. We hebben een advertentie gezet. We hebben inderdaad best een aantal mensen aangespoord om daarop te solliciteren. Die mensen hebben wel allemaal gesolliciteerd. Er heeft ook iemand gesolliciteerd waarvan wij als kollege gezegd hebben, laten we een gesprek met die man aangaan. Dat gesprek zijn we aangegaan en na afloop van dat gesprek hebben we, na een bepaalde periode, aan betrokkene gevraagd, doet U Uw kandidaatstelling gestand? Toen heeft betrokkene gezegd, na -49- goed overleg met het kollege, nee. Het is een wat kwalijke zaak om nu te zeggen dat wij mensen uit een bestuur gehouden hebben. Dat is een heel kwalijke aantijging. Dat is niet zo. Ik ben zelf bij al die gesprekken met de burgemeester aanwezig geweest We hebben het niet afzonderlijk gedaan. Het is gebeurd zo als ik het hier nu vertel. Hij zegt: menselijk leed, de dupe. Realiseert hij zich wel wat er nu aan menselijk leed wordt aangedaan. Er zijn mensen, zowel bestuursleden, maar ook personeelsleden, ook kollega's van betrokkene, die al jaren, al vele jaren met elkaar werkzaam in een situatie, -U mag dat rustig aan ex bestuursleden en huidige bestuursleden vragen, ook aan personeelsleden die hier zijn—, die onhoudbaar is. Waar wordt dan het leed gelegd? Daar mag je dan inderdaad voor kiezen. Nogmaals, de oplossing die wij voorstellen kan een mogelijkheid bieden om daar wat zuiverheid in terug te brengen. Meneer Graafmans heeft gezegd, problemen zijn op te lossen. Ik heb zojuist meneer van Eekelen al gezegd, we zijn met elkaar, met vele betrokkenen daarbij, al vier of vijf jaar aan het proberen het probleem op te lossen. Ik denk dat het een onoplosbaar probleem is. Ik durf dat nu ook best eens wat harder te zeggen. Hij heeft ook aangegeven dat er zestig uren moeten er blijven. Ik heb zojuist ook aangegeven, wij subsidiëren elders in elk geval uren die op verzoek van de betrokken instelling zelf ingehuurd zijn, en niet op ons verzoek. Ook die diskussie kent U. Die stellen wij nu voor om te subsidiëren. We leveren U een welzijnsplan waarin U ook duidelijk ziet dat we een lastenverzwaring in de begroting aanbrengen. Er moet in elk geval f 7.000,bij. We hebben dat gedaan, terecht gedaan en een goede afweging gemaakt. Mevrouw Wiersema. U heeft 100% steun aan ons betuigd, dus wat dat aangaat hoef ik niet op U in te gaan. Ik kan op nog wel bepaalde andere aspekten ingaan, maar dan komen we in de financiële hoek terecht. Er staan ons beslist nog een aantal andere zaken te wachten en ik stel bewust voor, we moeten ook durven kiezen. Als we dat niet doen, dan komen we echt in de problemen. Dat is niet dit jaar, dat is niet volgend jaar, maar wel over vier jaar, als die wachtgeldkompensatie er niet meer is. Ik denk dat de raad zich dat moet realiseren en op basis daarvan een goed besluit moet nemen. Ik blijf er achter staan dat het voorstel dat wij doen het beste is in deze moeilijke zaak. De voorzitter: Ik was boos en ben dat nog. Dat is om het feit dat de heer van Eekelen suggereert dat wij een deal met het bestuur van het Opbouwwerk hebben gemaakt om op een bepaalde manier personele problemen op te lossen door deze korting toe te passen. Dat vind ik een zware beschuldiging. Wethouder van der Weegen ontkent dat een aantal keren met argumenten waarom dat zo is. Ook in andere gesprekken hebben we dat gedaan. Ondanks dat het ontkend wordt en dat pertinent niet zo is, wordt dat hier zonder blikken of blozen weer herhaald. Dan word ik inderdaad een keer boos. Dan schiet ik inderdaad een keer uit mijn slof. Dan denk ik dat is toch volstrekt ten onrechte. Hij moet toch beter weten dat dat niet mogelijk is. Dat dat niet zo gezegd kan worden. Dit ligt anders. De wethouder heeft een aantal keren uitgelegd hoe het in feite zit. De personele situatie is in eerste instantie een eigen verantwoordelijkheid van het bestuur. De korting is pas gekomen nadat het bestuur er al was. We hebben die korting zoals in zoveel gemeentes is gebeurd gewoon doorgesluisd, althans dat is het voorstel, naar die desbetreffende instellingen. Daar word ik nu echt boos over, over zo'n zware ten onrechte geuite zware beschuldiging. Dat was de

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1986 | | pagina 88