-22- veel mensen die het een goede zaak vinden dat dat wordt geheven. We hebben thans een speciale aktie om te proberen aan het ongerief dat veroorzaakt wordt door de aanwezigheid van de vele honden iets te doen. Er worden ook kosten gemaakt door de gemeente, dat heb ik ook reeds vaak geprobeerd te betogen, ofschoon ik U daar allen altijd niet van heb kunnen overtuigen, dat zeg ik er naar meteen bij, maar daar leer je mee leven. Dat in tweede instantie. Ik heb het uitvoerig gedaan. Ik vraag daar wat begrip voor, omdat dit toch een aantal gevoelige onderwerpen zijn. Wethouder van der Weegen wil graag op Uw eerste opmerking, wat betreft de subsidies, die 20% bezuinigingen op subsidies, dat aan de tekst terzake iets moest worden toegevoegd, ingaan. Wethouder van der Weegen: Ik veronderstel dat wellicht in de haast die toen opgetreden is, de heer Roosenboom toch niet helemaal verwoord heeft hetgeen hij heeft bedoeld. Ik kan me best indenken dat U zegt, dat heb ik wel bedoeld en dat wil ik graag aangevuld zien. De opsteller van dit verhaal, meneer Jochems, heeft het toch ook op die manier gehoord De heer van Eekelen heeft het ondertekend als rapporteur, dus neem ik aan dat hij het ook zo aanhoord heeft. Ik heb het van te voren gelezen en vindt dat dit toch de korrekte verwoording was van hetgeen U toen gezegd hebt. Ik heb er geen problemen mee dat U het nu wat nuanceert of wat aanvult, geen enkel probleem. Dat wordt in het verslag zonder meer vastgelegd. Daarnaast ben ik blij dat er na vier jaar betogen het in elk geval over gekomen is dat, als U inderdaad vindt dat er op opbrengsten bezuinigd moet worden, dat er dan ook op kosten bezuinigd moet worden. Ik ben er blij om dat dat uiteindelijk doorgedrongen is na vier jaar. Het lid Roosenboom: Eigenlijk een korte reaktie op wat de heer van der Weegen het laatst gezegd heeft. Als ik moest doen wat hij in de praktijk brengt, dan zou ik die moeite achterwege laten. Als voorbeeld meen ik me nog vaag te herinneren dat er gewoon klakkeloos van het kollege een brief naar de raad van beheer Sportfondsen kwam om een begroting op een bepaald peil aan te passen. Zonder argumenten te vermelden waar dat gezocht moest worden. Daar was ook degene die het bedrag verlaagde, niet de aanbrenger van: je moet het daar en daar invullen als alternatief. Hij verlangt dat wel van de raad, maar gaat er aan voorbij dat de raad het hoofd van de gemeente is en dat die uiteindelijk het laatste woord heeft. Het kollege hoort zich maar aan te passen aan wat de raad besluit. Het is niet altijd aan de raad om zaken aan te reiken hoe eventueel een bedrag wat wordt geschrapt moet worden worden aangevuld. Dat is een taak van het kollege. Dat krijgen ze dan als boodschap mee. Zoek het dan maar uit. Het lid Mouws: Mijn interuptie daarnet was bedoeld om een lang verhaal korter te maken. Ik denk als je in twee termijnen in deze instantie gaat beginnen, dat het dan nodeloos langer wordt. Ik wil toch reageren. In de eerste plaats op het antwoord in de rapporten. Zelf zat ik in afdeling I, samen met de heer Roosenboom onder andere. Ik ben het met de wethouder eens die duidelijk stelt, er werd in het algemeen gepraat. Ik vind het een goed verslag. Natuurlijk heeft de heer Roosenboom het recht om er op terug te komen en nu duidelijker te zeggen wat hij toen van plan was om te bedoelen. Hij heeft het toen zo gezegd zoals het hier in het algemeen staat. Wij vinden dat de hele begroting zo zorgvuldig samengesteld is, dat er weinig mogelijkheden zijn om te -23- bezuinigen. Het is werken in de marge. De wethouder heeft dat heel uitvoerig toegelicht. Ook bij die begrotingsbehandeling. Net zo min als U het fijn vond om over Uw eigen vergoeding te praten, net zo min is dat voor ons. Toch wil ik duidelijk nog een keer het rapport Merkx benadrukken wat indertijd is opgesteld wat de vergoeding voor de raadsleden betreft. Dat was een eerste aanzet. Uitdrukkelijk is toen gezegd: begin, er zullen nog een aantal zaken die niet helemaal rechtvaardig zijn in rechtgetrokken moeten worden. Helaas zijn er moeilijkheden gekomen in den landen. De bomen groeien niet meer tot in de hemel. Befaamde uitlatingen en daar is het bij gebleven. Het verschil, het onderlinge verschil in de vergoedingen van bepaalde gemeenten is erg groot en zelfs groter geworden. Vandaar dat ik vind dat met name de raadsleden van de kleine gemeenten er erg bekaaid afkomen. Vandaar dat wij duidelijk voorstander zijn om die vergoeding niet te veranderen. Wat die telefoonkosten betreft. In 1970 had nog niet iedereen telefoon. Dat is niet zo verschrikkelijk lang geleden. Toen werd er uitdrukkelijk hier vanuit de raad, vanuit het gemeentebestuur, op aangedrongen dat iedereen aan moest sluiten. Met name geen gesprekskosten, maar juist wel het abonnementsgeld wat bedoeld is voor het bereikbaar zijn. Dat is een goede zaak. Wat de posten betreft aangaande de ambtenaren. Ook dat vinden wij zo marginaal dat wij er niet eens verder meer over willen praten. Wij vinden de beantwoording kort en krachtig en zijn het er volledig mee eens. Het lid GraafmansIk wil het ook niet zo uitgebreid doen. Het is geen kwestie van loven en bieden. De vergoeding aan de raadsleden, daar zijn wij voorstander van, -dat is een bekend standpunt-, om die met 10% te verlagen. De rest van de bezuinigingen, voorgesteld door de groepering Leefbaarheid, zien wij niet zitten en zullen wij ook niet voor stemmen. We willen er nog wel de opmerking bij maken dat praktsich ieder raadslid een aantal keren de ambtenaren raadplegen. Sommigen lopen de deur bij hen plat en zadelen ze regelmatig of maandelijks met extra werk op. Om van die mensen, -die door minister van Dijk de laatste tijd toch al zo gepakt worden-, aansluitend op Uw antwoord, om daar nu nog wat kleine bedraagjes van af te pakken, dat vind ik een ontzettend slechte zaak. Ik denk ook dat dan de loyaliteit van de ambtenaren bepaalde grenzen kent. Het lid Wiersema-DuprëIn grote lijnen ga ik mee met de heer Graafmans. Die maait me het gras voor de voeten weg met die 10%. Daar ben ik dus ook vóór. Ik vind dat het niet iets is wat zoden aan de dijk zet, maar als gebaar tegenover onze burgers vind ik dat het toch wel een bepaalde uitwerking heeft. De rest van de bezuinigingen die voorgesteld zijn door Leefbaarheid, daar zal ik niet voor stemmen. Ook aan de vergoedingen voor kollege, de sekretaris en de ambtenaren zou ik niet graag tornen, want ik vind dat ze het echt verdienen. Wethouder van der Weegen: Meneer Roosenboom U heeft een voorbeeld aangehaald. Ik vind inderdaad dat je in principe eigen instellingen in elk geval de mogelijkheid moet geven om, als er bezuinigd moet worden in eerste instantie zelf met een voorstel te komen waar er bezuinigd moet worden. Dat daar geen misverstand over bestaat. Ik vind dat die eigen instellingen wat dat aangaat ook inderdaad een eigen verantwoordelijkheid hebben en dat je niet als plaatselijke overheid betuttelend bezig moet zijn en moet zeggen daar moet f 25,af, daar moet f 100,af en daar moet

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1986 | | pagina 75