-4- om dat elk jaar te herhalen. Wij blijven van mening dat deze manier van reinigingsrechten innen, een oneerlijke manier is. Wij zijn van mening dat de vervuiler moet betalen. Hier probeert men alle mensen over één kam te scheren en daar zit natuurlijk een grote vorm van onbillijkheid in. Wij zijn het ook niet eens met de verhogingen. Wij zullen danook, aan het eind van de diskussie, stemming vragen om dan tegen deze verhoging te stemmen. Het lid MouwsOns standpunt is ook bekend. Wij hebben er indertijd mee ingestemd om het dekkingspercentage op te trekken en daar zijn we nu mee bezig. Wij vinden het een goed stuk, waarin duidelijk nog eens een keer weergegeven wordt hoe een en ander tot stand komt. Wij verheugen ons er ook over dat de bedragen nog niet zo dermate hoog zijn, dat we inderdaad misschien een versnelling terug moeten. Ook dat zou kunnen. Wij hebben indertijd afgesproken dat die verhoging jaarlijks op 5% komt, maar daarbij opgemerkt dat het geen automatisme zou worden. Dat zullen we misschien volgend jaar in de gaten moeten houden. Wel wil ik nog een lans breken voor de mensen die-, hoewel ze het wel kunnen-, nog niet direkt op de riolering aangesloten zijn. Daarbij wordt dan onmiddellijk gesteld, het ledigen van de faecaliënputten vinden we niet langer een gemeentelijke taak. Ik vind toch dat we daar de mensen langzaam aan moeten wennen en ze er eerst op wijzen dat dat na verloop van tijd zal gebeuren. Dan zijn we het er mee eens. Om nu ineens te zeggen, "je had aan kunnen sluiten en dus we ledigen de putten niet meer", dat vinden wij een beetje het botte mes hanteren. Wij vinden dat het geleidelijker moet. Het lid GraafmansIn 1983 hebben wij ook ingestemd met deze vaststelling van de verordening, maar U roert ook verschillende keren aan, in allerlei brieven en nota's, dat het geen automatisme hoeft te zijn. U schrijft dan 5% verhoging. Ik maak dan een rekensom, want die 5% verhoging daar kunnen wij ons in vinden. U gaat dan uit van het kostenbedrag. Als we dat nu voor dit jaar bekijken dan zien we dat het kostenbedrag aanzienlijk toe neemt. U neemt daar 65% dekking van. Dan praat ik over iets anders als ik zeg dat de verhoging f 4,75 zal bedragen. Dan kom ik niet aan 5% maar dan kom ik, -ik heb het op mijn zakrekenmachientje uitgerekend-, dan kom ik aan een dikke 7%. De tariefsverhoging voor de burger is dus geen 5% maar 7%. De heer Mouws is onderwijzer, hij rekent het vlug uit en zegt dat het 6,5% is. Goed. Wij zouden dan ook willen instemmen met die 5%, maar houdt het dan ook bij die 5%, als tariefsverhoging dus en doe er dan een aantal jaren langer over. Zo hebben we dat ook verwoord in onze algemene beschouwingen. Dat vinden wij een eerlijke zaak. U komt dan op een bepaald moment toch aan dat dekkingspercentage van 100%. Misschien krijgen we wat meer efficiency in heel het gebeuren en U voldoet dan ook aan onze wens, die wij genoemd hebben in de Algemene Beschouwingen, om heel het afvalstoffenprobleem nog eens te bezien en kijken hoe we tot verschillende inzamelingen kunnen komen. Dit was het in eerste instantie. Het lid van Eekelen: Het standpunt van de Werknemerspartij is ook al jaren bekend. Wij vinden dat er een differentiatie plaats moet vinden. Er is een keer een stuk verschenen in de kommissie Financiën van meer dan een jaar geleden-toen zat ik er zelf nog in-, waarbij gekeken werd naar de mogelijkheid van vuilniszakken en daarnaast kohierbelasting. In Tholen is dat afgewezen. Daarnaast is er nog steeds de mogelijkheid om per inwoner en per zak te heffen. Daar wordt vanuit het kollege eigenlijk weinig of niets aan gedaan. Wij als -5- Werknemerspartij voelen ons dan ook niet geroepen om de tarieven te verhogen. De voorzitter: Er zitten een tweetal aspekten aan, de financiële en de milieuhygiënische. Ik geef eerst wat betreft de financiële aspekten het woord aan wethouder van der Weegen. Wethouder van der Weegen: Meneer Roosenboom heeft het standpunt herhaald wat hun groepering in het verleden had. Althans volgens de woorden van de heer Roosenboom zelf. Hij vindt dat de vervuiler moet betalen. Wij hebben daar in de kommissie al een paar keer over gesproken. Het is zo dat de differentiatie naar de mate van feitelijk gebruik van de ophaaldienst niet geoorloofd is. Het is wettelijk uitgesloten. Het feit dat we via de Afvalstoffenheffing, dus de kohierbelasting, dat aspekt hanteren, is op die manier in elk geval, in de woorden die hij gebruikt van: "de vervuiler moet betalen", is dat niet realiseerbaar. Verder dacht ik dat meneer Roosenboom geen vragen had. Meneer Mouws heeft de handelwijze van het kollege onderschreven. Een vervolg op besluiten die in het verleden vastgesteld zijn. Daarnaast onderschrijft hij ook het gebeuren met betrekking tot de hoogte van het tarief. Gelukkig vallen de bedragen nog mee. Dat is ook een aspekt wat we niet uit het oog moeten verliezen. We zullen in de toekomst op dit gebied met aanzienlijk hogere bedragen, zeker wat betreft de kosten, te maken krijgen. Meneer Graafmans heeft gezegd geen automatisme. Wij hebben dat ook zelf in het stuk aangegeven. Ook dat vinden wij. Vijf procent verhoging, zegt hij is een ander gebeuren dan datgene wat we destijd met elkaar afgesproken hebben. We hebben toen als raad besloten om in elk geval het dekkingspercentage, de opbrengst in relatie tot de kosten, om dat percentage jaarlijks te verhogen met 5%. Vandaar dat inderdaad de tariefsstijging, als je dat uitdrukt op het tarief wat men nu betaalt meer is als 5%. Dat is korrekt. Alleen het ophogen van het dekkingspercentage met die vaste 5% is de afspraak die we destijds gemaakt hebben. We hebben dat in dat kader ook gewoon gevolgd. Met betrekking tot die verhoging; natuurlijk is 7% een hele verhoging. Als je dat op de hele lijn toe zou passen, als je de totale belastingdruk met 7% zou verhogen, dan denk ik dat je terecht op zou mogen merken van, is dat niet wat aan de hoge kant. Het is natuurlijk toch zo dat die f 4,75, als je die afzet op de totale belastingdruk die Halsteren heft dan kom je toch in een belangrijk lager percentage. Dan zit je zelfs in een percentage wat iets beneden de 1% per woning ligt. Als je de O.G.B.-druk en de Afvalstoffenheffing bij elkaar telt en dan die f 4,75 er bij neemt dan zit je op een belastingdrukverhoging van 1%. Ik denk dat dat toch een minimale is. Meneer van Eekelen heeft aangehaald dat hun standpunt bekend is. Ik weet dat de Werknemerspartij in het verleden aangehikt heeft tegen de wijze van differentiëren. We hebben daar een paar keer over gesproken. De laatste keer dat we daar een afspraak over gemaakt hebben is dat wij opnieuw in de kommissie zouden komen met name ten aanzien van het standpunt van kohierheffing en daarnaast het systeem waarbij een opslag op de zakken gehanteerd zou worden. Ik heb daar toen ook al van gezegd dan zit je natuurlijk ook met dubbele uitvoeringskosten. Helaas, althans voor de Werknemerspartij, is inmiddels ook het standpunt bekend geworden dat een dergelijk systeem niet ingevoerd mag worden. Hij merkt terecht op dat er wel een systeem mogelijk is ten aanzien van het aantal personen wat op een perceel woont. Ook daar hebben we al een keer met elkaar over gesproken. Daarbij komen er ook

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1986 | | pagina 66