-20-
Dat ook op dit gobiad niet altijd allaa verloopt zoala wij gaarne zoudan
wensen, haaft dan ook al ta vaak ta nakan aat faktoran uit hat buiten—
gebeuren.
Nu do voormalige Hadrianuaachool dit jaar zijn poorten voar hot gavon
van ondorwija zal aluitent plaitan wij nognaala nadrukkalijk( indion oniga-
zina nogolijk» ©a dit gobouw wot do vorogoving botroft» in atand ta houden.
Dan paa tot aaoveren overgaan» indien allaa in hat work ia geateld dat
instandhouding niat mogelijk ia*
Woningbouw.
Op hat gebied van de woningbouw zijn we afhankelijk van het aantal too-
gawezan praaia contingenten. Wij vinden hat aan goado zaak dat ar bezwaar
ia gsaaakt tegan da richtgetallen wslka door Gadaputssrde Staten zijn
gestald.
Terecht vinden wij dat bij bazoak van da comaisaaris van da koningin»
als aan van da anderwerpen van gesprak» da kleine karnan-problaaatiok zal
zijn» toegespitst op Lepelstraat.
Oe bijeenkomst van de commissie Ruimtelijks Ordening samen mot het baatuur
van da Woningstichting» hebban wij als zeer positief en laarzaaa ervaren.
Oa uiteenzetting door het bestuur van da Woningstichting inzake da toe
wijzing van woningen» vonden wij zeer duidelijk sn begrijpelijk.
In hat door da Stichting gehanteerd puntensysteem» kunnen wij ons goed vinden.
ALGEPIEEH.
Wij zijn ar van overtuigd dat ar vanuit da raad tegenspel wordt geboden
naar hat collega van B4W. Er wordt beweerd dat anders hst dagelijks bastuur
zou inslapen en zich zo zelfvoldaan zou voelen als san poea die zijn
vijfde kanarie aan hat verorberen is.
Ooch dat dit tegenspel aoet voortkoaen uit aan negatiavs oppositie voeran»
daar zien wij da noodzaak niet van in.
Ean poaitiaf kritischs houding zal onza werkwijze zijn in da aaratkoaanda
jaren.
Tenslotte spreken wij onze dank en waardering uit aan allen die zich
daadwerkelijk inzetten bij het funktieneren van het verenigingsleven,
eaaaissios, stiehtingen en groeperingen.
Zij vormen een belangrijke schakel in onze aaaenleving.
Verder hopen en vertrouwen wij op ean gsade an vruchtbare samenwerking
in de komende periode.
Oank voor uw aandacht,
De voorzitter: Dank U zeer meneer Mens.
Het woord is aan de Partij van de Arbeid. Wie wenst daar het woord te voeren?
Het lid GraafmansMet Uw goedvinden wilden wij allebei een stukje voorlezen.
De voorzitter: Dat kan meneer Graafmans.