-2- ook wel in andere lokaliteiten vergaderd zal zijn. Misschien dat de heer van Elzakker en de heer van de Watering dat nog wel weten. 1. NOTULEN VAN DE RAADSVERGADERING VAN 22 MEI 1986. De voorzitter: Daar is één opmerking over binnen gekomen. Als U de notulen door heeft gelezen dan zult U wel meer onregelmatigheden tegengekomen zijn. Bijvoorbeeld een zin die niet helemaal liep en dergelijke. We hebben nieuwe apparatuur, die is nu gebruikt. Het kost eerst moeite om hier aan gewend te raken. Dat is logisch. Ik moet zeggen men is al een heel eind op weg in de goede richting. Het gaat de laatste weken al veel beter als toen dit verslag werd gemaakt. Het betreffen overigens vaak onregelmatigheden die niet zo belangrijk zijn, die niet zo storend zijn. Op pagina 18 is volgens wethouder van der Weegen echter wel een storende fout gemaakt. Hij komt daar een aantal keren aan het woord. De tweede keer zegt hij "Ik denk dat de voorwaarden van deze lening niet zijn 32 jaar". Het woordje "niet" dat moet echter vervallen. Het is natuurlijk toch wel storend als er wel of geen "niet" moet staan. Daar moet dus staan: "Ik denk dat de voorwaarden van deze lening zijn 32 jaar met een 8% rente". Dat moet het zijn. Verder zijn er geen op- of aanmerkingen binnengekomen. Dat betekent dat deze notulen hierbij zijn vastgesteld. 2. INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN. De voorzitter: Wie wenst punten van de ingekomen stukken en mededelingen aan de orde te stellen? Het lid GraafmansPunt 39 en 41. Het lid Princen: Punt 42. Het lid van de Watering: Punt 41 en 43. Het lid Roosenboom: Punt 36. Het lid MouwsPunt 36 en 41. Dan is punt 36 door de heer Roosenboom en de heer Mouws aan de orde gesteld. Punt 41 door de heer van de Watering en de heer Mouws en de heer Graafmans. Punt 42 door de heer Princen. Punt 43 door de heer van de Watering. Punt 39 heb ik geloof ik nog vergeten, door de heer Graafmans. Dan voegen we die punten aan het eind van de agenda toe. Voor de overige punten wordt besloten konform de voorstellen van burgemeester en wethouders. 3. VOORSTEL TOT HET INSTEMMEN MET HET WONINGBOUWPROGRAMMA 1987-1991. Het lid Graafmans: Met het raadsvoorstel behorende bij punt 3 van de agenda kunnen wij volledig instemmen. Het woningbouwprogramma voor de jaren 1987-1991 maakt een gedegen indruk. We hopen dan ook dat het op deze manier ten uitvoer gebracht kan worden. Toch wil ik namens mijn fraktie enige vragen stellen bij dit punt, en wel de volgende. Ten eerste is er bij het woningbouwprogramma wel rekening gehouden met de wel zeer spoedige vestiging van 3.000 Amerikanen in West- Brabant. Zeker nu de eerste advertenties al in de dagbladen hebben gestaan waarin gevraagd wordt om huurwoningen voor deze mensen. Twee, wat zijn de provinciale richtlijnen bij de toewijzing van de kontingenten en de plaatsen die deze Amerikanen op zullen vangen. Drie, zullen de inwoners van Halsteren en Lepelstraat niet in het gedrang komen bij toewijzing van huurwoningen; dat zou voor onze fraktie onaanvaardbaar zijn. Vier, zijn er mogelijkheden om extra -3- kontingenten binnen te halen in het geval van vestiging van Amerikanen in Halsteren en Lepelstraat waarvan ook onze eigen inwoners zouden kunnen profiteren. Vijf, is er ook overleg geweest tussen de diverse portefeuillehouders van Volkshuisvesting in West- Brabant over deze zaak? Zo ja, wat is hiervan het resultaat. Het lid Roosenboom: Ik kan vanavond ook heel kort zijn. De enige opmerking die ik wil maken over het woningbouwprogramma is de tekst in het verhaal, omtrent de toekenning van acht a negen woningen aan het kerkdorp Lepelstraat, dat dat veel te weinig is. Dat wordt ook heel duidelijk onderbouwd door het groot aantal woningzoekenden in het kerkdorp Lepelstraat. Misschien ook door de jeugd die daar aanwezig is. Het is een springlevend dorp. Ik wil er dan ook sterk voor pleiten om die acht a negen woningen los te laten, maar Lepelstraat gewoon datgene te geven waardoor dit dorp zich op een normale wijze kan ontwikkelen en als een volwaardige gemeenschap kan voortbestaan. Verder heb ik geen op- of aanmerkingen op het woningbouwprogramma Het lid van de Watering: Ik wilde ook zeer kort zijn. De intentie van het programma, zoals dat ons voorgelegd is, is dus om serieus aandacht te schenken aan de behoefte. Of het rapport beantwoordt aan die intentie kan ik niet beoordelen. Ik neem aan van wel, omdat het naar mijn bescheiden mening wetenschappelijk is samengesteld. Wat ik dus wilde vragen is, het overzicht wat er bijgevoegd is met betrekking tot het aantal ingeschreven woningzoekenden, moet men dat serieus nemen. Ik zie hier iemand van 86 jaar. Kan dat nog een ingeschreven woningzoekende zijn? Dan zie ik ook dat er nog ingeschrevenen zijn sedert 1976. Dat zijn in elk geval jaartallen waaraan ik zeer ernstig twijfel. Als dat zo is, dan verdient de toewijzende instantie een verwijt dat daar niet eerder aandacht aan geschonken is. Maar als de Woningstichting gevraagd wordt om gegevens te overleggen met betrekking tot het aantal woningzoekenden, dan wilde ik toch het gemeentebestuur verzoeken om een overzicht te vragen bij andere verhurende instanties in deze gemeente. Dan denk ik met name aan het Pensioenfonds Schildersbedrijf. Ik weet van Soffers dat hij ook nog een lijst met woningzoekenden in Halsteren heeft. Als uiteindelijk het aantal ingeschreven woningzoekenden van de Woningstichting belangrijk is, dan neem ik aan dat ook de ingeschreven woningzoekenden van het Pensioenfonds Schildersbedrijf belangrijk zijn. Zo hebben we ook nog het Sociaal Fonds Bouwnijverheid. Ik meen dat we ook nog woningen hebben die eigendom zijn van het pensioenfonds van de mijnwerkers. Als we een goed overzicht willen hebben, dan ben ik van mening dat alle verhurende instanties afgetast dienen te worden om een reëel overzicht te krijgen. Het lid van Eekelen: Wij als Werknemerspartij, hebben vorig jaar, toen dit plan op tafel kwam, het zonder meer toegejuicht dat er een meerjarenraming is. Het is uiteraard verplicht. Wij vinden het een buitengewoon goede zaak. Wij vinden dat de gemeente zijn beleid juist op deze manier echt waar kan maken en aan kan tonen dat de woningnood in Halsteren nog niet opgelost is. Dan zullen er best, zoals de heer van de Watering zegt, mensen bij zijn die van 1977 op de woninglijst staan, maar die willen misschien net een huis wat nooit leeg komt. Die mogelijkheid is natuurlijk niet uitgesloten. Wij vinden het als Werknemerspartij een buitengewoon goed rapport en wij zijn er blij mee

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1986 | | pagina 2