-50-
Wethouder Sinke: Dat pleintje, en daar was ik best blij mee, dat was
een leuk pleintje, wat toch al geruime tijd is ingericht en begroeid
ia met bomen, maar verder vrij sober. De bewoners waren erg blij met
de rust op hun pleintje en stelden ook hoge prijs op het karakter van
het pleintje. Er waren twee dingen, ik ben het met hem eens, dat er
niet over insteekhavens is gesproken. Insteekhavens doen een
belangrijk groter beslag op het karakter van het pleintje. Bovendien
werd in die hoek ook als bezwaar van insteekhavens genoemd dat je
altijd achteruit moet steken. Ik kan me goed voorstellen dat de mensen
die daar toch ook het groen moesten verdedigen, daar afwijzend
tegenover hebben gestaan. Het gros van onze mensen was akkoord met de
langsparkeerhavens. Het was inderdaad wat tegengevallen met het aantal
wat toen mogelijk was. Dat ziet U. Persé die bomen sparen. Dat is het
karakter van het pleintje. Ik denk dat dit een goed voorstel is wat
aan de geest van de bewoners goed wordt beantwoord, al komt er dan
niet de maximale zes uit. Ik denk dat meneer Verbogt beter in de
kommissie Ruimtelijke Ordening over zijn suggesties van Bloemendaal
kan praten. De heer Graafmans vindt het een goed plan. Ik vond het ook
leuk, die presentatie met de kommissieleden erbijHet is zeker niet
zo dat de adviseurs van Dienst Gemeentewerken zo maar akkoord gegaan
zijn met alles wat er aangedragen werd. Het is wel zo, en ik denk dat
dat ook een goed koopmanschap is, dat ze met een acceptabele
voorziening daar naar toe gegaan zijn. Maar ik vond dat de bewoners
daar een erg goede argumentatie hadden en dat ze ook steun vonden van
hun deskundigen in hun midden. Ik vond het een erg prettig gebeuren.
De voorzitter: Meneer Verbogt, wethouder Sinke vindt dat U iets
buiten de orde bent en ik ben dat met hem van mening.
Wenst iemand in tweede instantie het woord?
Het lid van den Kieboom: De wethouder legt nu wel uit dat er dus
niet meer in zat. Is dat werkelijk nog nader onderzocht of er op die
plaats niet één parkeerplaats meer zou kunnen. Dat antwoord heb ik
eigenlijk gemist.
Wethouder Sinke: Als er hele kleine autootjes staan dan kunnen er
best drie staan op die strook. Maar als U er met Uw wagen komt, meneer
van den Kieboom, dan denk ik dat die plaats vol is. U ziet zelf op het
tekeningetje dat er niet meer ruimte is, of je moet naar insteking toe
en dat willen we persé niet.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN KREDIET T.B.V. DE
AANLEG VERLENGDE BEEKLAAN.
(23E WIJZIGING BEGROTING 1986 EN DE 8E WIJZIGING BEGROTING 1986
GEMEENTEWERKEN)
Het lid Roosenboom: Niet tegen het voorstel maar wel tegen de
redaktie. U zegt in Uw voorstel, de Verlengde Beeklaan kan voor de
bebouwing rond de Kromstraat en de Nieuwstraat worden gezien als een
alternatieve route voor de af te sluiten passage tussen het
gemeentekantoor en het raadhuis. Ik vind dat U hier toch wat te ver
bent gegaan in Uw schrijven, want ik dacht dat dat toch een zaak was
die de raad nog formeel moet behandelen met nog een hele procedure.
Dan vind ik niet dat U er van uit moet gaan, dat dat eigenlijk al een
feit is. Straks kunt U zich er op beroepen, ja, het is toch een
raadsvoorstel geweest, want we hebben het al eens een keer vermeld. Ik
moet zeggen dat ik tegen dit soort zinsneden ernstig bezwaar maak.
-51-
De voorzitter: Meneer Roosenboom, dit is tekst die staat in de
toelichting van het bestemmingsplan van de Vlijt wat door de raad is
vastgesteld. Dit is exact dezelfde bewoording.
Het lid Roosenboom: Dat kan wel, meneer de voorzitter, maar het is
nu een raadsvoorstel en het wordt toch meegenomen. Ik denk dat U dit
gewoon eruit had moeten laten en af moeten wachten wat de meerderheid
van de raad er van vindt.
De voorzitter: Ik vind van niet. De raad heeft dit namelijk al een
keer bij het vaststellen van het bestemmingsplan de Vlijt meegenomen.
Dat stond toen exact zo in de toelichting. De meerderheid van de raad
heeft hiertegen toen geen bezwaar gemaakt. Daarom is het volstrekt
gerechtvaardigd om dit nu ook in dit raadsvoorstel te vermelden. U mag
best een andere mening hebben, natuurlijk. Ik weet dat U er een andere
mening over hebt, ook dat is mij bekend maar het staat in de toe
lichting op het bestemmingsplan de Vlijt dat vastgesteld is door de
raad. Hoe kunnen we exacter zijn als kollege dit zo over te nemen uit
een reeds vastgesteld plan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
BEHANDELING INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN.
Punt 29.
Schrijven R. Koese, voorzitter themagroep verkeer van het landelijk
-overleg zure-regenweek 1986 inzake Internationale Zure-Regenweek.
Het lid Frietman-Hoppener: Ik heb de ter inzage gelegde stukken gelezen.
Daar zat een heel leuk boekje bij dat wat suggesties aangaf om onder andere
in de gemeente wat meer het fietsverkeer te bevorderen. Dat om het milieu
een beetje te beschermen. Ik vraag me af hoe we in onze gemeente zoiets
zouden kunnen bevorderen. Ik heb overigens de fietsenstalling bij het
gemeentekantoor eens bekeken en ik heb mezelf afgevraagd of die fietsen
stalling groot genoeg is om zowel personeel als bezoekers hun fiets te
kunnen laten stallen. Dat even daarnaast.
De voorzitter: Wij proberen inderdaad het fietsen te stimuleren. We
hebben daarom ook een keurig fietsenhok gezet bij het gemeentekantoor, maar
dit fietsenhok is in de eerste plaats bestemd voor de ambtenaren. Voor de
bezoekers zullen aparte fietsenrekken worden geplaatst. Bezoekers komen
meestal maar even in het gemeentekantoor, zetten hun fiets in het fietsen
rek en gaan dan weer weg. Dat is voor hen het gemakkelijkste. Daarom moet U
dat onderscheid duidelijk maken. Die rekken moeten nog aangebracht worden.
Ik kijk wethouder Sinke even aan, dat is toch ook de bedoeling, het
fietsenhok, voor de ambtenaren? Het is niet zo, dat een ander daar niet
zijn fiets mag plaatsen, natuurlijk mag dat, maar men zal dat in de
praktijk niet gauw doen. Men wil zijn of haar fiets weer snel kunnen
pakken. Verder wat betreft dit punt nog het volgende. Het is natuurlijk zo,
hoe minder er gebruik wordt gemaakt van gemotoriseerd vervoer hoe schoner
het milieu blijft. Overigens kun je dat ook bereiken door meer gebruik te
maken van het openbaar vervoer. Ik denk dat de situatie in Halsteren
zodanig is dat wij daar best een bijdrage aan geven. En dat het niet zo is
dat wij wat dat betreft achterlopen bij anderen. We houden er zoveel als
mogelijk rekening mee. Zo staat het ook in dit advies. Wij zijn van plan
dit ook mee te geven aan de stedebouwkundige, de heer Kuijpers, met het
verzoek om in het algemeen hier steeds aandacht aan te blijven schenken.
Dat geldt overigens voor ons allemaal. Alle plannen waarmee we bezig zijn.
U moet deze brief zien als een algemene aanbeveling naar alle overheden
toe. Ik denk ook dat het een goede zaak is dat dit gebeurt. Dat we nog eens
een keer met de neus op de feiten worden gedrukt en bij elk besluit wat we