-42-
geweldig veel slijt, omdat het altijd in het stof zit. In dat opzicht
zijn het twee totaal verschillende begrippen. Ik denk dat wethouder
van der Weegen iets zal zeggen over de afschrijving.
Wethouder van der Weegen: Het is zo dat het inderdaad een middeling
is van, het een gaat langer mee als vijf jaar, en de opbouw van de
zuiginstallatie zal beperkter meegaan. Dat is dan het uitgangspunt om
daar de afschrijving op te baseren. Het is wel zo dat het kollege
gezegd heeft ten aanzien van dit aspekt, je moet nu wel zorgen dat het
tijdig op de prioriteitenlijst komt te staan voor vervanging. Dat U
tijdig in elk geval op de hoogte bent van de lasten die het met zich
meebrengt.
De voorzitter: Wenst iemand stemming over dit punt?
Het lid Somers: Ik wens geen stemming, maar ik wil er aan toevoegen
dat als het op de prioriteitenlijst wordt opgevoerd, om daar dan ook
in mee te nemen wat huren van zo'n machine zou kosten.
De voorzitter: Dat is een aardige diskussie om in de kommissie
bedrijven eens te voeren.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
23. VOORSTEL TOT HET NEMEN VAN EEN BESLUIT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 54
VAN DE WET OP HET BASISONDERWIJS.
Het lid Frietman-HoppenerMet betrekking tot het openbaar onderwijs
spreekt men in de stukken van enkele reakties. Ik denk dat veel mensen
zich zullen afvragen hoeveel reakties. De wijze van mogelijkheden die
er tot het volgen van openbaar onderwijs zijn, is bepalend voor de
respons. Het stuk in de Publipers is ons inziens zo opgesteld, dat er
een tamelijk negatieve instelling ten opzichte van het openbaar onder
wijs uit blijkt. De gemeente is toch in feite min of meer verplicht
om die mogelijkheid te bieden, terwijl de tekst enigszins doet veron
derstellen, dat door middel van een verzoek, de gemeente vervolgens
wel zal uitmaken of dit wordt gehonoreerd. De volgende keer graag iets
anders in het vat gieten. Bovendien wil ik nog opmerken, wanneer alle
ouders rechtstreeks de keuze zou worden voorgelegd tot openbaar of
ander onderwijs, er mijns inziens een heel ander beeld zou uitrollen
en waarschijnlijk zou blijken dat er aardig wat meer behoefte is aan
openbaar onderwijs. Daarnaast nog de opmerking dat in het verleden wel
eens tweehonderd handtekeningen zijn verzameld.
Het lid Wiersema-Dupré: Ik lees in Uw voorstel dat de belangstelling
voor het openbaar onderwijs groeiende is. U zegt ook in Uw voorstel
dat drie kinderen de openbare school in Bergen op Zoom gaan bezoeken.
Ik heb vernomen dat dit aantal inmiddels al vier geworden is. In ieder
geval hebben we ieder jaar vastgesteld dat er geen behoefte was aan
openbaar onderwijs en dat blijkt nu te veranderen. Mijn konkrete vraag
is, wat bedoelt U met de redenatie, enkele kinderen gaan in Bergen op
Zoom openbaar onderwijs volgen en U vraagt de raad vast te stellen dat
er geen behoefte aan openbaar onderwijs is. Met Uw konklusie dat er
nog geen openbare school hoeft te komen ben ik het eens. Maar de
behoefte aan openbaar onderwijs bestaat blijkbaar wel.
Het lid van Eekelen: Wij lopen daar helemaal niet zo warm voor. Het
is ons al jaren bekend dat de P.v.d.A. een stokpaardje maakt voor een
openbare school. Als er niet meer behoefte is, dan vinden wij niet dat
je die behoefte op moet te roepen. Een groot gedeelte van de
gemeenschap zal toch ook mede de kosten moeten betalen. Als er niet
meer belangstelling is als dit, dan zeggen wij, het is een juiste
weergave van hetgeen er onder de bevolking leeft.
-43-
Het lid Somers: Zonder een voor of tegen openbaar onderwijs idee uit
te spreken, moet ik toch mevrouw Wiersema bijvallen, dat we hier
vanavond even vast moeten stellen dat er geen behoefte zou zijn de
komende drie jaar aan openbaar onderwijs. Ik vind het gebaseerd op wat
vrijblijvende reakties en niet op een goed onderzoek. Dat vind ik een
beetje jammer. Dat maakt het voor de raadsleden een beetje moeilijk.
Nogmaals zonder te zeggen ik ben voor of tegen openbaar onderwijs. Ik
had graag gezien dat dat een beetje degelijker gebeurde.
Wethouder van der Weegen: Mevrouw Frietman had een vraag enkele,
hoeveel zijn dat. Er zijn bij de afdeling Financiën twee telefoontjes
binnengekomen, naar ik heb begrepen. Wat dat aangaat is dat vertaald
in enkele. Dat is ook toegelicht in de kommissie. In de kommissie is
ook uitdrukkelijk aan de orde geweest de tekst van het stuk. Wij heb
ben daar met elkaar, vorig jaar voor de eerste keer, een afspraak
gemaakt om dat op deze manier te doen. Het verhaal wat in de Publi-
Pers gestaan heeft is dit jaar door de afdeling iets of wat gewijzigd.
We hebben nu met elkaar afgesproken dat we het volgend jaar, vóór dat
het stuk geplaatst wordt, in de kommissie zullen behandelen. Dat
iedereen van te voren zijn voors en tègens uit kan spreken. Ik heb er
in de kommissie van gezegd dat wij ook best oog mogen hebben voor het
feit dat de gemeente Halsteren niet zodanig nalatig is dat we er geen
enkele aandacht aan zouden schenken. Dat het stuk er staat, dat is al
heel erg belangrijk. We moeten daar van te voren inderdaad met elkaar
over kunnen praten. Ik vind het wat te ver gaan om te zeggen, er staat
een negatief stuk over openbaar onderwijs in. Dat is wat te fors
uitgedrukt. Dat heb ik ook in de kommissie gezegd. Met betrekking tot
het aspekt dat ze zegt, als je iedereen een nieuwe keuze voor zou
leggen, dan zou dat een andere uitslag geven. Ik denk dat dat zo is.
Ook zij zal weten dat je te maken hebt met een aantal uitgangspunten.
Als je een openbare school wilt stichten dan heb je ook beperkingen
met betrekking tot het voedingsgebied waar je kinderen vandaan haalt.
Als in een bepaalde wijk al een voorziening gegeven wordt op
onderwijskundig gebied, dan zijn er beperkingen met betrekking tot het
tellen cm die kinderen in aanmerking te kunnen laten komen.
Mevrouw Wiersema heeft gezegd in het voorstel,- misschien heb ik het
wat verkeerd begrepen-, is het wat verkeerd verwoord. Ik heb het
besluit erbij gepakt, maar ik dacht dat het in het besluit korrekt
verwoord was.
Het lid Wiersema-DupréHet moet in het onderste gedeelte van het
voorstel staan. U meent de raad te moeten voorstellen dat er geen
behoefte bestaat aan openbaar onderwijs. Ik vraag me af waar dan- die
vier kinderen vandaan komen.
Wethouder van der Weegen: Laat ik dan zo zeggen dat bedoeld is, be
hoefte in het kader van de wet. Dat vindt U dan in het besluit terug
waarin staat dat het stichten van een openbare school niet
noodzakelijk is om te voorzien in voldoende gelegenheid. In dat kader
moet U het lezen. Ik ben het met U eens dat het duidelijker had moeten
staan. Het staat ook in het voorstel, in de zin van de wet, dat wordt
dan in het besluit ook als zodanig aangehaald. Ik had in eerste
instantie naar het besluit gekeken. Ik denk dat dat ook het antwoord
is wat meneer Somers aangehaald heeft, dat het besluit alszodanig
voldoende duidelijkheid geeft. Ook het stuk staat in de zin van de wet
alszodanig en dan is bedoeld, de verplichting die daar uit voortvloeit
met betrekking tot de gemeente.
Meneer van Eekelen heeft gezegd, wij lopen daar niet warm voor. Het is
bekend dat hij dat in het verleden ook namens zijn groepering
verkondigd heeft. We hebben alleen te maken met een wettelijke taak