-28- argumenten. Het ligt bij ons niet emotioneel. Neemt U een ander besluit, prima. Wij hebben toch onze argumenten op tafel willen leggen. De heer van Eekelen zegt hebt de bevolking beloofd dat het bankgebouw wordt verkocht en dat zij niet met extra lasten worden gekonfronteerd. Dat is juist voor wat betreft die extra lasten. Komen daar echter extra lasten uit voort? Dat is de vraag. Daar gaat de wethouder zo op in, dat is de afweging tegen een aantal andere argumenten die spelen. De heer Mouws begrijpt ook ons probleem. Hij heeft daar begrip voor. Hij zegt laat ons dan ook nog eens wat langer daarover nadenken, kom er mee terug. Trek dat voorstel nu in zodat we daar in augustus weer opnieuw over kunnen praten. Dat heeft echter nogal wat bezwaren. In de eerste plaats, de hele planning die wij hebben gemaakt komt daardoor min of meer op de tocht te staan en je wilt toch een keer de werkzaamheden afronden en niet te lang in de verbouwingsperikelen zitten. We hebben daarstraks een onderwerp besproken wat betreft trouwzaal en zo. Je wilt daar toch een keer vanaf zijn. Het totaal moet op een bepaald moment afgerond zijn. Daar is alles op gepland. Wij zouden daarom als kollege graag zien dat u tot een besluit komt. Wij hebben liever dat U vanavond besluit dat het gebouw wordt verkocht dan dat U het stuk aanhoudt, dat mag U wel weten van ons. Dat is duidelijk. Wij hebben liever dat er een besluit wordt genomen, anders komt de planning in gevaar. Als je met dit soort zaken bezig bent dan is het beter dat de werkzaamheden doorgaan dan dat de zaak een paar maanden stil ligt. Alles staat klaar om met de verbouwing aan de slag te gaan. Dat wat betreft de inhoudelijke kant van de zaak, wat betreft het besluit van toen en het voorstel van nu. Op het financieel plaatje zal de wethouder in gaan. Het lid MouwsWilt U nog even ingaan op mijn verzoek dit te betrekken als herinrichting, qua ruimte, wat we tot nu toe nog niet gedaan hebben bij eventuele plannen voor de toekomst? De voorzitter: Die herinrichting, de heer Roosenboom heeft daar ook een voorstel over gedaan. Het is goed dat U dat vraagt, het houdt er toch zijdelings verband mee. Hij zegt de afdeling bevolking zou in dat gebouw kunnen en dan zou de verbouwing alleen de raadszaal naar beneden betreffen. Ik denk dat we onze plannen dan weer op zijn kop zetten. We hebben toen een goed plan gemaakt, daar was U, mijnheer Roosenboom, het toen niet mee eens, dus als U met een ander voorstel komt dan kan ik me dat best voorstellen, dan heb ik daar begrip voor, maar we hebben samen een goed plan gemaakt en dat moeten we nu tot een goed einde brengen. Ga je daar tussentijds in wijzigen dan bete'kent dat, dat je ook een heel andere visie kunt krijgen op het gemeentekantoor en op dit raadshuis. Dan wordt bijvoorbeeld alle ruimte beneden niet bezet door de raadszaal en de afdeling bevolking, met name de ruimte voor de afdeling bevolking komt dan vrijDan komen er dus ook andere zaken aan de orde en dat kost toch ook geld. Die ruimte moet ook ingericht worden. Ik denk niet eens dat dat dan financieel zoveel verschil zou uitmaken, dat maakt wel wat uit, maar niet eens zoveel. Je zult de totale ruimte beneden in dit huis toch goed moeten inrichten. Ik denk niet dat dat voorstel een goede zaak is. Je zet het totale plan op zijn kop en dan begint in feite de diskussie voor een deel opnieuw. Dat is bij dit soort zaken gevaarlijk. Wat dat betreft heb ik er al spijt van. Ik kijk het kollege aan, ik denk de beide wethouders eveneens, dat we überhaupt met dit voorstel zijn gekomen. Het zet nogal wat op zijn kop. Dat is helemaal onze bedoeling niet. Met dit voorstel denken we dat het plaatje financieel niet wordt aangetast. We dachten waarom zullen we dat dan niet voorstellen, daar hebben we goede argumenten voor. Als -29- door dit voorstel echter alles op zijn kop gezet gaat worden, dan denk je waar zijn we mee bezig. De discussie gaat voor een deel opnieuw gevoerd worden en we worden terug gezet in de tijd. Dat moeten we niet hebben, ik denk dat dat slecht is. Daarom dat ik zeg, raad alstublief neem vanavond een besluit. Verhuur of verkoop. Liever een besluit dan uitstel. Dan is in elk geval duidelijk wat wij als kollege graag zouden zien. Wethouder van der Weegen: In het voorstel als zodanig heeft het kollege een paar zaken tegen elkaar afgezet met betrekking tot het financiële plaatje van deze transaktie, waarbij je uiteraard een aantal risiko's loopt, dat is duidelijk. Ik dacht dat mevrouw Wiersema er met name een aangeroerd had, dat was de rentestand. Je gaat natuurlijk uit van de rentestand op dit moment. Je zegt, wat levert dat aan minder kapitaalopbrengst op. Zo is het eigenlijk. Je krijgt een bedrag in handen wat je kunt gebruiken voor financiering van andere middelen. Dat brengt dus in principe geld op. Dat zet je dan af tegen de rente die op dit moment daarvoor van toepassing is. Een andere rente als wij die daarvoor zouden nemen, dan zou U dat ons ook kwalijk nemen, en terecht. Ik kan niet voorspellen dat die rente tien jaar op dat niveau blijft. Dat is een probleem. Aan de andere kant is het zo dat je dan, dat hebt U ook uit het stuk kunnen lezen, een huurindex hebt en ook daar moet je van een bepaald percentage uitgaan. Ook daar zijn wij gaan zitten op een percentage wat in deze tijd opgang doet. Wij hebben daar 3% van genomen om die vergelijking te maken. We hebben natuurlijk ook tijden gehad waarbij we aanzienlijk hogere huurindexen hebben gekend. Ik geef duidelijk aan, er zitten natuurlijk een aantal factoren in die risikovol zijn. Maar als je dan een opzet maakt van, wat gebeurt er dan in die tien jaar, dan zie je daar het eindresultaat in woorden geplaatst, dat wil zeggen, de totale kapitaallasten over die tien jaar die zijn gelijk aan de huuropbrengst voor die periode. Nogmaals, daarbij aangevend dat er een paar risikofaktoren in zitten. De heer van Eekelen heeft daar al bij aangegeven dat in dat financiële plaatje geen rekening gehouden is met onderhoud. Wij hebben daar wel, - nogmaals ook daar kan iedereen van zeggen het had meer moeten zijn of het had minder moeten zijn-, een bedrag aangegeven waar we plusminus voor gezet hebben. We hebben het aan de dienst Gemeentewerken gevraagd. Die hebben bepaalde normen gehanteerd en dit bedrag is er uitgerold. Het kan best honderd gulden meer of minder zijn per jaar. Je hebt dan over de periode van tien jaar in elk geval f 10.000,ter beschikking om buitenonderhoud te plegen. U bent meer bouwkundigedan ik. Ik denk dat U daar in elk geval een mening over kunt geven. Ik geef net al aan, we hebben die zaak tegen elkaar afgezet, er zitten wat risikofaktoren in, onderhoud speelt daar uiteraard een rol in mee. We hebben dan ook gezegd dat wij vinden dat die financiële risiko's die je op dat gebied loopt, naar de mening van het kollege, in elk geval op zouden kunnen wegen tegen het feit dat je mogelijkheden, over een toekomst die dan minstens tien jaar verder is, dat je die dan niet blokkeert. Dat is de overweging geweest van het kollege. De burgemeester heeft ook al aangegeven dat het kollege daar zeker geen halszaak van maakt. Dat heeft hij zeer duidelijk verwoord dacht ik. Het lid van Elzakker: U zei zo juist, wij hadden een goed plan, we hadden het allemaal goed gepland, maar de zaak wordt nu wel ondersteboven gezet. De heer van Eekelen heeft het ook duidelijk naar voren gebracht. Wat dat betreft zitten we wel degelijk op een lijn. U zegt alleen nog maar financieel, nee, ik heb het daarnet ook al gezegd, daar zitten meer konsekwenties aan vast dan alleen financiële. Het is een morele kant omdat wij van het hokjes-gedoe van links en

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1986 | | pagina 84