beschikbaarheidsdienstT -20- dat je moet proberen een beetje praktisch te blijven. Twee uren per week die eventueel in aanmerking kwamen om door een ander te laten herbezetten. Ik denk dat je dan nauwelijks kunt spreken over ervaring opdoen. U weet, in dat kader hebben we zelf ervaringsprojekten. Iemand die 2 2,5 week per jaar zou kunnen werken. Ik denk dat dat nauwe lijks een alternatief is om te bieden. Ik denk wel dat als er verder gegaan wordt met arbeidsduurverkorting, dat je het dan opnieuw bespreekbaar moet maken wanneer er een zodanig aantal uren vrij komt dat je over een reëele invulling kunt praten door een andere arbeids kracht. Ik denk dat je dat dan in goed overleg aan de orde zou kunnen stellen. Ik ben het met de heer Mens eens, dat het op dit moment niet mogelijk is om daar als gemeente enige regeling in te treffen. Ik denk dat dat een heel slechte zaak zou zijn. Ik zie nogmaals wel Uw bezwaren, maar gezien de kleinschaligheid waarmee de Stichting Opbouwwerk in Halste ren werkt is het gewoon niet mogelijk om tot een andere arbeidsplaats te komen. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burgemeester en wethouders. 12. VOORSTEL TOT VERHOGING VAN DE SUBSIDIERAMING 1986 VOOR STICHTING MAATSCHAPPELIJK WERK T.B.V. DE REALISERING VAN EEN 7 x 24 ÜURS- (23E WIJZIGING BEGROTING 1986). Het lid MouwsIk denk dat het een gelukkige omstandigheid is dat de staatssekretaris eigenlijk onder andere de crie de coeur van onze plaatselijke politie goed begrepen heeft, dat wij heel veel, veel, geld nodig hadden om het 24 uurs bereikbaar te laten zijn voor de stichting maatschappelijk werk. Ik denk dat dat een hele goede zaak is. Ik zou zelfs verder willen gaan. Als er meer nodig zou zijn. Ik dacht dat dat duidelijk in dat politierapport stond, dat we hiermee twee vliegen in een klap slaan. Het is voor de mensen een dienstver lening en voor de politie een deel waar ze in wezen moeite mee hebben en eigenlijk geen mankracht voor hebben, dat op deze manier schitte rend opgelost wordt. Het lid van de Watering: Ik begrijp niet wat de politie hier indirekt of direkt mee van doen heeft. Dat is hier ook niet aan de orde in het voorstel. Ik heb er ook geen bezwaar tegen, laat ik dat ook voorop stellen, hulp verlenen daar waar nodig is, dat vind ik goed. Dat is mooi. Hulpverlenen, ik geloof dat iedereen graag hulp verleent waar nodig. Nu dacht ik persoonlijk, al filosoferende, over dag dan zitten de maatschappelijk werkers ten kantore en dan is het dus niet zo moeilijk om ze te bereiken. Er wordt in het voorstel gesproken over een 7 x 24 uursbereikbaarheid. Dat betekent dus ook in de nacht. Dan komt voor mij een moeilijkheid opdagen. Hoe bereikt men deze mensen 's-nachts en wat stelt men zich 's-nachts voor. Als er een beroep gedaan wordt op hulp 's-nachts, dan gaat het om iemand die hulp nodig heeft, anders gaat hij er 's-nachts niet op uit. Maar hoe en waar moet de hulpzoekende zich melden? Wordt er dan wel voldoende bekendheid aangegeven? Keer op keer, bij herhaling, opdat vooral oudere mensen en, gehandicapten die 's-nachts hulp nodig hebben, dat ze weten waar ze zich vervoegen kunnen. Ik heb ook wel eens een keer voor iemand naar de politie gebeld 's-nachts, maar dan is dat toch nogal een hele omweg alvorens de surveillancewagen ter plekke is. Ik weet wel dat is de konsekwentie van deze tijd. Toen we Toon van Dijk als veldwachter hadden, toen kon je 24 uur per dag aanbellen bij hem. -21- Die tijd is niet meer. Hoe en waar kan de hulpzoekende zich 's-nachts vervoegen? Hoe stelt men zich dat voor? Het lid van Eekelen: Wij juichen het toe dat er 7 x 24 uur bezetting komt. Als je de stukken helemaal goed doorworstelt, dan bekruipt mij maar één gevoel. Namelijk dat we meer geld uit gaan geven en dat je juist die stichtingen die eigenlijk 's-avonds pro deo aan de telefoon zitten, dat die straks het haasje zijn om de klachten en de problemen op te vangen en dat dan eindelijk eens een keer verwezen wordt naar een meneer. Maar dan zal er toch eerst al wel gepraat zijn en alvast niet te moeilijk gedaan worden. Het is een wereldje dat zichzelf vrij redelijk beschermt. Ik zie de heer Mouws al gelijk nee knikken en ik zal maar gelijk antwoorden. Als je de rapporten gezien hebt van het maatschappelijk werk en leest hoe dat het gemeentebestuur dan moet knokken om de zaak recht te trekken dan heb ik er niet zo'n hoge pet van op. Wethouder van der Weegen: De heer Mouws betuigt adhesie met het voorstel als zodanig. Hij wil zelfs zo ver gaan dat hij zegt, als er meer middelen nodig zouden zijn dat hij dat wel in overweging zou willen nemen. Het is natuurlijk zo dat we in deze situatie te maken hebben met een gemeenschappelijke regeling in dit gebied. We zijn niet alleen als gemeente Halsteren die daar in mee zouden moeten gaan. Daarnaast is het zo, dat hebt U ook uit het voorstel kunnen zien, dat er ook samenwerkingsverbanden getrokken worden die nog groter zijn dan het gebied van het maatschappelijk werk waar wij in participeren. Dus ik denk dat dat altijd pas plaats zou kunnen vinden wanneer je dat in gezamenlijk overleg zou kunnen doen. Op dit moment is het zo dat er een regeling getroffen kan worden, een organisatie opgebouwd kan worden die uit de voeten kan met deze bijdrage. Dat is in elk geval gebleken. Ik denk dat we gewoon eens moeten wachten hoe dat zo direkt inderdaad gaat funktioneren. Mocht dat niet kunnen dan denk ik dat dat zeer zeker ook landelijk zich zal openbaren. Dan hoop ik dat de rijksoverheid zelf ook daar de noodzaak van inziet en meer mogelijkheden ter beschikking stelt. Meneer van de Watering heeft gevraagd, hoe gaat dat gebeuren. Het is zo dat er in principe een organisatie gemaakt is die in eerste instantie de telefonische melding op kan vangen van degene die de hulp behoeft of iemand die daarbij is. Die hulp alszodanig kan ingeroepen worden via die telefonische S0S-hulpcentraleDie zullen voor doorgeven naar het maatschappelijk werk zorgen. Ook daar is een organisatie voor gebouwd waar dat in elk geval terecht komt. Daar is materiaal voor gekocht. Daar zal het Maatschappelijk Werk in principe inhoudelijk die steun verlenen. Het is zo dat met betrekking tot de telefoonnummers daar vrij periodiek bekendheid aangegeven wordt, in allerlei dagbladen, weekbladen, enzovoorts. Die nummers zijn in elk geval terug te vinden. Ik denk dat iemand, als hij persé die hulp nodig heeft, dat hij die dan weet te vinden. Ik ben het met hem eens dat daar erg veel bekendheid aangegeven moet worden. Dat dat in principe nooit genoeg of nooit erg goed kan zijn en dat het altijd nog beter kan. Meneer van Eekelen heeft in principe ook gezegd het voorstel toe te juichen. Het is zo dat er toch gebruik gemaakt is, dat heeft hij goed gelezen in het voorstel, van een instituut dat in elk geval op dat gebied werkzaam is. Ik denk dat dat een prima zaak is. Die mensen krijgen daar uiteraard financieel gezien ook wat meer armslag door. Zij kunnen zich alszodanig dan ook wat beter professionaliseren in die zorgen die hun in eerste instantie oppakken. Ik denk dat dat een goede zaak is om van dat instituut gebruik te maken. Ik denk dat het slecht zou zijn om weer een ander telefoonnummer daarnaast te hebben. Ik denk

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1986 | | pagina 80