-22- een suggestie aan wethouder Sinke. Als je dat in overleg wilt doen, dan is dat het begin van het einde dan lukt je dat nooit. Ik denk dat je heel uitdrukkelijk moet kijken in welke wijken zo'n zandbak niet meer funktio— neert en dan moet je die maar gewoon weg doen. Als je dat aan de mensen gaat vragen, dan lukt je dat nooit. De wethouder heeft daar al op gezin speeld. Vijf jaar of zes jaar geleden is een duidelijke inventarisatie gemaakt. Hij kent het bedrag niet, maar ik kan me het nog wel herinneren, f. 50.000,of f 60.000,alleen maar die zandbakken te verschonen. De voorzitter: Die na een half jaar weer vuil zijn. Het lid Roosenboom: De meeste zandbakken dat zijn inderdaad honden- en kattentoiletten geworden. Ik vraag me in alle eerlijkheid af, als je in de zandbakken grondmonsters zou laten nemen, dan rijzen misschien je de haren te bergen,zo sterk dat ze mogelijk zijn verontreinigd en vervuild. Ik vraag me ook af in deze tijd een overvloed aan huisdieren nog wel verantwoord is. Dat is zo maar een handreiking om mee te nemen. Overigens, de vraagstelling van de Werknemerspartij om dat te onderzoeken is zeer terecht. Wethouder SinkeIk wilde dat bedrag niet noemen. Ik ga even terug naar de heer Roosenboom. Een jaar of vijf geleden hebben we daar eens een konkreet voorstel over gehad. Het was toen een tijd dat de zandbakken ook overal besproken werden en voornamelijk op bakterieën werden onderzocht. Er was een firma die loste dat op door stomen. Vele gemeenten gingen over tot stomen of vervangen van de bakken en dan dook ook op, dat wat de heer Somers zei, na 1^ dagen kon je met die steriele grond weer in hetzelfde schuitje zitten. Het is echt niet zo eenvoudig. Het moet goed bekeken worden. We hebben denk ik een half jaar geleden wat speelwerktuigjes in de Boomgaard gezet. Toen is er door de dienst en door mij wat aandacht aan dit probleem geschonken. Dan betrek ik, ook in het antwoord naar de heer Mouws het groene hart er bijwaar de speelwerktuigen praktsich verdwenen zijn. Wat kun je daar tegen doen. Tegenwoordig zijn er stalen speelwerktuigen op die niet kapot te krijgen zijn, maar die kapitalen kosten. Dit is een punt dat je toch in de kommissie moet bespreken. Je gaat dan wel de wereld in van materiaal wat niet meer kapot kan. De heer Graafmans wijst op de ideale situatie, wat men in de steden ook veel doet, men probeert de ouders er bij te betrekken. Stel die desnoods de middelen ter beschikking en dan kan men inderdaad tot resultaten komen, omdat inderdaad die zandbak s-avonds wordt gesloten en bewaard. Dan komt de mens en de omgeving toch weer in beeld. Dat noemt ook de heer Somers met het afsluiten. Ik denk dat je moeilijk als dienst van de gemeente elke avond overal de zandbakken af kunt gaan sluiten, zo werkt dat niet. De wilde speelplaatsen. Dat is heel prachtig als je iemand vindt die dat begeleid, die enig toezicht geeft. Als dat mogelijk is dan zijn er fantastische dingen bij te bedenken. Je benadert dan wel meestal een oudere groep jeugd, maar dat zijn inderdaad idealen die pas lukken wanneer de mensen zich daar werkelijk mee bezig houden. De heer Roosenboom, een kalf. Ik vind een veulen iets mooier dan een kalf. Een kalf is ook best aardig. Overleg, ben ik met U eens, maar ik denk als je een beetje deskundig bent en je gaat naar de zandbak toe zoals hij er nu bij ligt, dan kun je uit de toestand en uit enkele reakties uit de omgeving, zien hoe het gebruikt is. Ik ben er ook van overtuigd dat ons antwoord op de brief eigenlijk nog niet zo slecht is, dat het inderdaad een goede manier van benaderen is, dat we daar aandacht aan gaan schenken en dat we gaan proberen het zo te doen. De voorzitter: Met de duidelijke toezegging die de wethouder hij heeft gedaan inclusief de kommissievergadering neem ik aan dat U zo met het

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1986 | | pagina 56