volledig zijn overgenomen. Overigens ook om redenen dat de kosten nog hoger zouden zijn. Vandaar dat wij willen voorstellen om de kosten van het plannen maken voor onze rekening te nemen. Dat is dan een eenmalig "bedrag dat wordt uitgekeerd. Dan kom je toch tegemoet aan de grote onkosten die gemaakt zijn hij het weer in gebruik nemen van het oude kerkhof. Dan doet toch de gemeenschap zijn steentje daartoe bijdragen. Uw argumenten in het stuk zijn toch wel zwak door te stellen dat er de laatste tijd meer crematies gaan plaatsvinden en daardoor geen gebruik wordt gemaakt van de begraafplaats. De beweegredenen van de mensen die overgaan tot het cremeren van een nabestaande ken ik uiteraard niet. Het zou kunnen zijn dat uiteindelijk de kosten misschien goedkoper zouden kunnen, omdat anders achteraf toch weer via de belastingcenten het kerkhof moet worden onderhouden. Dan werkt dat toch weer een beetje haaks tegen elkaar in. Overigens zijn wij van mening, dat is ons principiële bezwaar, dat gelovige mensen, -althans tussen aanhalingstekens-, die daar geen gebruik van willen maken, indirekt ook aan het onderhoud van het kerkhof mee moeten betalen. Vandaar dat wij ook heel voorzichtig zijn met het uitgeven van belastingcenten voor het jaarlijks onderhoud van het kerkhof. Het bedrag dat nu wordt voorgesteld geeft ook geen enkele garantie. Men weet dat de W.S.W. vroeger voor niets naar Halsteren kwam. Ook onder druk, ik zeg dat uitdrukkelijk, onder druk van de overheid Den Haag. We weten nu sinds gisteren dat dat wordt gekontinueerd en dus geen enkele garantie geeft. Mogelijk dus dat de subsidiëring in de loop der jaren nog minder wordt. Dat de lokale overheid nog meer moet gaan betalen voor diensten door de W.S.W. en misschien daardoor ook nog de kosten worden verhoogd. Ik wil in deze dan een keer tegemoet komen aan de heer MouwsIk zal hem daar nog een keer aan herinneren. Het lid MouwsDat lukt je niet. Het lid Roosenboom: U laat dat toe meneer de voorzitter? Ik hoop dat U in de toekomst mij ook regelmatig de gelegenheid geeft om hem te storen in een gesprek. Het zijn misschien frustraties die hij nog heeft, de kater van de slechte verkiezingsuitslag. Ik wil hier voorlopig mee eindigen en zou U toch voor willen stellen om niet het onderhoud voor rekening te nemen maar de kosten die zijn gemaakt voor de plannen. Dan zijn er geen principiële bezwaren bij ons De voorzitter: Ik verzoek de heer Mouws zulke uitlatingen niet te doen. Het is aan de voorzitter te bepalen hoe lang iemand kan spreken ja dan nee en of hij zich aan het onderwerp houdt. U dient hier rekening mee te houden. De heer Roosenboom. Misschien dat ik daar eerst even op moet ant woorden, omdat we destijds samen in het kollege zaten. Toen is dit zo tot stand gebracht. Daarom is het beter dat ik eerst antwoord geef. In de eerste plaats de scheiding tussen kerk en staat. Ik denk dat we het daar samen volledig over eens zijn. Laat daar geen enkel misverstand over bestaan. Dan spreek ik niet in de ik-vorm, maar in de wij-vorm, dat geldt voor het gehele kollege. Dat de staat zich in principe niet met de kerkelijke aktiviteiten moet bemoeien. Alleen hier is het andersom, te weten de kerkelijke autoriteiten bemoeien zich met zaken van dê overheid. De lijkbezorging op zich is een taak van de overheid en die is destijds om bepaalde redenen door de kerken overgenomen destijds. Dat is niet overal gebeurd, maar vooral in Brabant is dat zeer zeker het geval geweest. Als nu die kerken niet meer tot een

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1986 | | pagina 47