Wethouder van der Weegen: Mevrouw Helmig zegt, wat heeft de eerste mening van het kollege doen veranderen.We spreken over het eerste advies dat gegeven is door de ambtenaren.Ik geloof niet dat dat op dat moment zozeer de mening van het kollege direkt geworden is. Wij hebben toen meen ik gezegd,vraag daarover links en rechts nog eens wat informatie. Zoals U weet is er op 1 augustus een nieuwe wet basisonderwijs gekomen, met ook een stuk financiering daar in.Dat zou inhouden,dat hebt U ook uit de adviezen kunnen lezen, dat op basis van artikel 72 van de oude en 74 van de nieuwe wet dit eventueel in aanmerking voor vergoeding kan komen. We hebben in dat kader ook na de kommissievergadering, omdat we er in de kommissievergadering toch niet eenduidig uitkwamen van wat we nu eigenlijk zouden gaan doen, hebben we nog kontakt gehad met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten omtrent de toepassing.Daar is dit geval ook als zodanig voorgelegd.Daarin is geadviseerd dat je een dergelijke zaak zou moeten aanmerken als groot onderhoud of als vanda lisme. Je kunt het onder die twee zaken rangschikken en dus niet als klein onderhoud beschouwen.Klein onderhoud,daarvan zou je kunnen spreken als er een nieuw slot kapot gaat;dan moet er een nieuw slot op. Maar hier spreek je duidelijk over een aantal sloten, maar ik dacht 18 of 16 sloten, die gewoon in zijn totaliteit vervangen moeten worden door oorzaak dat de sleutels weg zijn.De sloten zijn dus niet eens kapot,maar er moeten nieuwe sloten in. Toen is door het kollege gezegd, als je dat dan als zodanig beschouwt,dan is het ook reëel dat je een even redig deel, het deel dat de school al bestaat en waarvoor het schoolbe stuur een vergoeding groot onderhoud voor gekregen heeft, die jaren, om dat deel dan ook ten laste te laten komen in het kader van de ver antwoordelijkheid van het schoolbestuur. In de looptijd van het aantal gebruikersjaren van die scholen, die dan ten laste te leggen van de school besturen en de rest dus als gemeente aan te vullen.Vandaar dat er uit eindelijk dit voorstel gekomen is.Dat is de reden waarom er vanuit het eerste ambtsadviesdus het advies van de ambtenaarhet college uitein delijk tot dit voorstel gekomen is. Dat is de weg die het gegaan is. Meneer Princen die heeft in de kommissie zelf bezwaar gehad tegen het volledig vergoeden van het bedrag.Ik zeg al, toen was de kommissie er ook niet helemaal uit. We hadden toen ook nog niet alle informatie binnen. Dat heb ik toen in de kommissie als zodanig gezegd en hij geeft nu aan dat hij zich in dit voorstel kan vinden. Meneer van den Kieboom zegt ook iets over de verantwoordelijkheid. Ik denk dat het heus wel zo is dat je een schoolbestuur, die een school in gebruik of in beheer krijgt van de gemeenschap, dat je aan dat schoolbestuur best een stuk verantwoordelijkheid in het kader van het bewonen,behuizen en beheren van dat schoolgebouw! toe mag denken. Dat is best op zijn plaats.Men krijgt een bepaalde vergoeding om bepaalde zaken als een goed huisvader te beheren. Wat dat aangaat past het woord verant woordelijkheid daar toch wel.Ik heb begrepen dat zijn fraktie voor een volledige vergoeding is.Ik heb zojuist bij mevrouw Helmig aangegeven waarom wij vinden dat de scholen een stukje bij moeten betalen: het zien als groot onderhoud en niet als klein onderhoud. Anders hadden we in principe dus niets vergoed. Dan was het volledig ten laste vaahet schoolbestuur gekomen. Nu wordt er een deel door de gemeenschap betaald en een stuk door het schoolbestuur. Meneer van Eekelen die heeft ook gezegd het eens te zijn met een stuk verantwoordelijkheid.Verder zijn er geen vragen bij hem over gebleven. Het lid Helmig-Mathijsen Gerst: De wethouder heeft een heel redelijk verhaal gehouden. Ik wil daarom ook zeggen dat ik nu wel met het voor stel mee kan gaan,maar ik zou het toch op zijn plaats vinden dat het schoolbestuur er toch eens op gewezen wordt dat het waarschijnlijk toch wel een zeer nonchalante manier van doen is geweest.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1985 | | pagina 62