-23- En een tweede punt,voorzitter, dat ik graag hier zou willen weten. Ik had eigenlijk begrepen toen we de vorige keer dat plannetje van U kregen, die inspraakverordening met die punten hier aangedragen, dat het eigenlijk bedoeld was om ook een wat aktiever beleid van het gemeentebestuur te voeren. Met name heb ik toen ook al genoemd de grote, maar vooral de kleinere monumenten, om daarin een wat aktiever beleid te voeren. En niet dat passieve, het uitgaan alleen van de woningbezitter.dat die dus probeert uit die pot de gebruikelijke uitkering te krijgen. Maar omdat dat niet als zodanig uitgelegd behoort te worden. En als dat zo is, voorzitterwat doet U er dan aan, omdat meer bekendheid te geven aan de mensen? De voorzitter: Het is juist hetgeen de heer Roosenboom stelt, dat het vaststellen van deze verordening in feite niet meer betekent dan dat bestaand beleid wordt gekontinueerd. Dat heeft z'n reden. We hebben daar in de kommissie Ruimtelijke Ordening ook over gesproken. We hebben een bepaald budget voor de stads- en dorpsvernieuwing gekregen. We hebben daar in maart een diskussie over gevoerd in deze raad,hoe we dat willen besteden.Overigens is inmiddels wel duidelijk geworden dat het betreffende bedrag wat wij dachten te ontvangen van de provincie iets lager is uitgevallen. Het is lager.Zo gaat het vaker in het leven. Maar één ding staat vast,hetbedrag.wat wij uitgetrokken hebben voor verbetering van partikuliere woningen, daar is 60.000, voor uitge trokken in maart, blijft gehandhaafd.Daar wordt niet aan geknabbeld omdat nu bijvoorbeeld de provinciale bijdrage lager wordt.Dit is overigens ook al in dit voorstel vermeld. Dit is tevens een antwoord op een vraag die onder andere ook door de heer Mouws is gesteld. Inderdaad is het zo dat de raad vooraf een bedrag moet vaststellen.Dat moet natuurlijk in een begroting,anders wordt het moeilijk. Je kunt moeilijk tot een oneindig bedrag gaan financieren. Dat deed vroeger het Rijk, die dat toen financierde via de gemeente,ook niet. Er was een bepaald budget. En als in september/oktober dat budget op wasdan werd er geen subsidie meer verleend. Dan werd zo'n verzoek meestal opgeschoven naar een volgend jaar.Wat wij hebben gedaan, is dit systeem zo goed mogelijk te benaderen. We hebben de uitgaven terzake in de afgelopen jaren bekeken en daar het gemiddelde van genomen. En toen kwamen we aan een gemiddelde van 60.000, per jaar.Dat bedrag hebben wij genomen. Het kan best zijn dat we daar in 1985 aan tekort komen,maar een volgend jaar bijvoorbeeld weer overhouden. Je mag ver wachten als je zo'n gemiddelde hebt genomen, dat je daar waarschijnlijk mee uitkomt.Zou dat grote problemen geven dan moeten we een en ander later maar weer eens opnieuw bezien. Maar nu kun je niet meer dan van dat gemiddelde uitgaan.Uit die pot wordt dus betaald.En als het op is inderdaad dan moet het worden opgeschoven naar een volgend jaar. Dit is echter niets nieuws ten opzichte van wat er in het verleden ook plaatsvond. Ik hoop overigens dat we niet zo ver hoeven te komen. Dat zou natuurlijk het beste zijn.Want het is toch het aardigste om de mensen meteen te kunnen helpen. Overigens is het wel prettig, dat de voorwaarden van deze verordening wat soepeler zijn dan de verordening zoals hij door het Rijk werd gehanteerd. Nu is het bijvoorbeeld zo dat iemand die een aanvraag heeft ingediend al een begin mag maken met de aktivitei- ten,de werkzaamheden. In het verleden was dat niet zo.Dan moest de subsidie eerst verleend zijn en dan mocht pas een begin met de werk zaamheden worden gemaakt. Mevrouw Heimig kijkt mij aan. Dat probleem hebben we inderdaad nog niet zo lang geleden aan de orde gehad. In deze subsidie-verordening ligt dat nu anders. Men mag beginnen zodra de subsidie-aanvraag is ingediend. Ik vind dat wel een belangrijk verschil een tegemoetkoming naar de burgers toe.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1985 | | pagina 81