-50-
Punt 25.
Het lid Roosenboom: In Uw antwoord dat U geeft stelt U voor
om deze toch zeer belangrijke zaak in de kommissie Algemeen
Bestuurlijke Zaken te behandelen. Als wij het met Uw antwoord
ook volledig eens zouden zijn, dan hadden wij deze vraag na
tuurlijk niet via het reglement van orde in de raad gebracht.
Want wij hebben toch wel geschikte mensen in die kommissie
die dat dan via de rondvraag of op een andere manier daar
kenbaar kunnen maken. Ons schrijven kun je in twee delen
uiteen laten vallen. A, na vijf jaar moet er gepoogd worden
datgene te doen wat indertijd is toegezegd. Ik ken verschil
lende redenen waarom dat in het begin zeker is vertraagd.
Een andere reden van dit schrijven is dat er na november
1979 er toch nog wat mensen bijgekomen zijn in Halsteren, die
deze kaart niet kennen. Ook jonge gezinnen zijn erbij geko
men die ook deze kaart niet hebben. Het is zeer opvallend.
Als je bij een doorsnee Halsters/Lepelstraats gezin komt
en je informeert naar deze kaart, dan is die kaart binnen hand
bereik of men weet zeker in welke la men die kaart kan vinden.
Ik heb niet gezegd 100%, maar zeer vele mensen. Degenen die
daaraan twijfelen zouden de proef eens op de som moeten stel
len, dat veel gezinnen die kaart toch zullen gebruiken als
leidraad bij eventuele kalamiteiten. De laatste tijd zijn er
nogal wat zaken gebeurd, niet hier, maar toch wel elders in
de wereld, die deze zaak toch weer aktueel maken. Ik zou dan
ook enerzijds met het kollege mee kunnen gaan om deze zaak
zeer gedegen en grondig in de kommissie te bespreken. Maar
ik zou vanavond toch ook willen voorstellen om zeer zeker
het gemis bij al de bewoners in Halsteren en Lepelstraat ook
al zou .bij die mensen om welke reden dan ook die kaart verlo
ren zijn gegaan, te herstellen. Ik vind het ook een goede
zaak dat men dat om de vijf jaar minstens een keer bij de
mensen in herinnering roept. Het moet niet zo zijn dat als
het kalf verdronken is men de put dempt.
Ik hoop dat het nooit gebeurt, maar als er iets zou gebeu
ren dat de mensen dan niet in paniek raken, maar dan weten
hoe te handelen. Dat is wat ik voorstel, om daar niet te
lang mee te wachten.
Het lid MouwsIk was een beetje verrast dat de heer Roosen
boom dit soort vragen stelde. Hij begon namelijk zelf aan
te halen dat zij een goede vertegenwoordiger in de kommissie
Algemeen Bestuurlijke Zaken hebben.Dan had hij ook moeten
weten dat dit regelmatig, ook na 1979, onderwerp van gesprek
geweest is. Ik dacht dat die alarmering, de BB-sirenes, dat
dat een van de zaken was die een beetje traag gewerkt hebben.
Een van de zaken waarvan het duidelijk was dat wij dat, in
verband met opheffing van die BB, opnieuw aan zouden kaarten,
opnieuw zouden bekijken. We zijn het er natuurlijk zo wie
zo over eens dat regelmatig onderwerp van gesprek moet zijn,
maar naar ons idee moet dat zeer zorvuldig gebeuren en
daarom konden wij deze vraag niet goed begrijpen.
De voorzitter: Onze bedoeling is deze brief in de kommissie
Algemeen Bestuurlijke zaken te behandelen. We hebben twee
jaar geleden een rampenplan vastgesteld in de raad en toen
is ook de alarmering van de bevolking uitvoerig aan de orde
geweest. In dat plan althans. Toen is er echter niet veel
over gesproken in de raad. Er zijn toen verschillende metho
des van alarmering aan de orde gesteld. En toen is ook ge-