Wij pleiten er nu al reeds voor, dat de Halsterse families in
kwestie volledig schadeloos gesteld worden en in de gelegenheid ge
steld worden desgewenst in de onmiddellijke nabijheid van hun oude
home te herbouwen.
Gemeentekantoor
Ons standpunt, mijnheer de voorzitter, met betrekking tot het Ge
meentekantoor mag als voldoende bekend worden verondersteld.
Wie zegt, dat wij tegen een nieuw gemeentekantoor zouden zijn, is
slecht geïnformeerd.
Ten aanzien van het kantoor, dat bij besluit van de raadsmeerder-
heid gebouwd gaat worden, hebben wij reeds in onze beschouwingen
bij de begroting 1984 onze bezwaren toegelicht.
Wij onderschrijven die nog steeds.
In telegramstijl willen wij nogmaals de knelpunten opsommen: bouw
plaats onjuist; bouw te groots van opzet; gunstiger alternatieven
voorhanden; aantasting van het cultuur-historisch raadhuis; visuele
scheiding van Kromstraat-Maaipad en Nieuwstraat van oude dorpskern;
toename verkeersintensiviteit in de wijken Zuid-West en Vlijt.
Personeel
Reeds in de inleiding van deze beschouwingen, mijnheer de voorzitter,
wijdden wij enkele woorden aan de positie van onze ambtenaren. Maar
al te graag willen onze niet-medestanders in deze raad -het woord
"tegenstanders" wil ik niet in de mond nemen-, de goe-gemeente doen
geloven, dat Leefbaarheids instelling zou zijn om de ambtenaren on
deruit te halen.
Niets is minder waar, integendeel.
Hoewel naar onze mening de achterhoede-gevechten nog lang niet zijn
uitgewoed, menen wij dat zijne Excellentie Minister Rietkerk maar
al te snel zijn 2V2 miljard aan bezuinigingen op salarissen, uitke
ringen en pensioenen van ambtenaren en trendvolgers heeft binnen ge
haald.
Dat dit jaarlijkse gevecht rondom de positie van de ambtenaar niet
bevorderlijk is voor de man of vrouw die het aangaat, ligt voor de
hand.
Onze burgers verwachten van het corps ambtenaren, in wiens dienst
zij toch zijn, een maximum aan produktie en service.
Maar probeer het maar als de zin tot werken onderuit gehaald wordt.
Om deze en meerdere redenen is Leefbaarheid dan ook een erge voor
stander van het zogenaamde anciënniteitsbeginselwaarmee wij be
doelen opvullen van vacatures binnen eigen formatie met eigen kweek.
We dragen immers toch niet voor niets bij in de studiekosten van de
ambtenaren.
Overigens zou ook deze stellingname moeten gelden voor alle semi-
overheids en andere door de gemeente gesubsidieerde instellingen.
Op grond daarvan en op grond van ons democratisch recht op vrije
meningsuiting vinden wij het vreemd, dat na een benoemingsprocedu
re onlangs niet-medestanders hun boosheid uitten aan het adres van
een onzer collega's, zelf de aangelegenheid afdoende met "aan die
flauwe kul doen we niet mee". Andere menen niet te dulden, dat een
ambtenaar onderuit gehaald wordt, maar weigeren overigens wel aan
een rechtvaardige bevordering van een ambtenaar mee te doen.
Overigens, mijnheer de voorzitter, het ontgaat ons niet, dat meer
dere ambtenaren voortdurend solliciteren, wat ons inziens impli
ceert, dat het werkklimaat enerzijds niet optimaal is en anderzijds
de promotiekansen nihil.