-26-
Onderwijs.
Ons uitgangspunt omtrent de belangrijkheid van het onderwijs aan
de basis zal U genoegzaam bekend zijn.
Het jaar 1985 is een bijzonder belangrijk jaar op het gebied van
het lager onderwijs.
De aloude wet van 1920 zal drastisch gewijzigd worden.
Er zal dan gesproken worden van een basisschool met onderbouw en
bovenbouw, een leerplicht vanaf de vijfjarige leeftijd.
Er zal waarschijnlijk één hoofd van deze basisschool komen, met
de konsekwentie dat er één schoolhoofd verdwijnt.
Kortom, er zal de komende tijd een aanslag gepleegd worden op de
inventiviteit en flexibiliteit van leerkrachten, kleuterleidsters,
schoolbesturen en alle daarbij betrokken geledingen.
Stimulering en waar nodig ondersteuning van gemeentewege lijkt
ons gewenst.
Financieel gezien zit een en ander nog vol vaagheden.
Enerzijds zullen de schoolbesturen een bedrag per leerling ont
vangen, en van het ministerie, anderzijds zal de gemeente als geld
schieter fungeren.
U denkt daarbij aan vervanging meubilair, verzekeringen, onroerend-
goedbelasting, enzovoorts.
Daar gebouwen en ruimten over het algemeen met vaste kosten zitten
en er in toenemende mate op een aantal scholen terugloop is van
leerlingen, stellen wij voor om de gemeentelijke bijdrage niet al
leen te vertalen naar een bedrag per leerling.
Verder vragen wij ons af hoe de vergoeding van de vakleerkracht
geregeld gaat worden.
Muzikaal onderwijs- A.M.V.
U geeft aan dat er geen gelden meer beschikbaar door het Rijk en
provincie worden gesteld om te komen tot integratie van de mu
zikale vorming in het basisonderwijs.
Op alle scholen heeft men een vakleerkracht en hoewel het aan
de schoolbesturen is om te bezien waarvoor men een vakleerkracht
nodig heeft, hetgeen zonder twijfel zorgvuldig en met argumenten
onderbouwd plaatvindt, lijkt het ons toch zinvol om als gemeente
bestuur en als mede-geldschieter, de schoolbesturen erop te wij
zen dat dit een mogelijkheid is om een vakleerkracht muzikale
vorming aan te trekken.
Schoolzwemmen
VJij hebben vernomen dat schoolbesturen, hoofdenkring en stich
ting sportfondsenbad hun voldoening en goedkeuring hebben uitge
sproken omtrent het schoolzwemmen in de huidige situatie.
Ons bereiken steeds berichten van zowel ouders als leerkrachten,
dat het schoolzwemmen in de huidige situatie onvoldoende is.
Wij bepleiten dan ook om de nodige voorzieningen aan te brengen,
zoals deuren in de verkleedhokjes tot onder toe sluitend, waar
door minder tocht, 'n soort opblaasbare overkapte sluis om daar
door de kinderen naar het zwembad te laten gaan, de temperatuur
van het water enkele graden verhogen.
Van deze voorzieningen zou dan tevens gebruik gemaakt kunnen
worden voor de zwemlessen die Sportfondsen zelf verzorgt.
Met betrekking tot de schoonheid van het terrein en de zuiverheid
van het water hebben we ervaren dat dit aanmerkelijk is verbeterd.
f