-17-
In de dertiger jaren stond de buurt nagenoeg leeg, was voor een
moment toevluchtsoord voor onbehuisden en verwierf zich het imago
van een verpauperde buurt, waarop in latere jaren de Pius-stich-
ting werd losgelaten.
Dat kwalijke imago behield de wijk tot aan de annexatie in 1962.
Dat zelfde beeld vertoonde destijds ook de Leeuwstraat,
Waarmee Leefbaarheid zeggen wil, dit mag zich niet herhalen, hoe
wel ons inziens de basis in verdichte wijken reeds is of wordt
gelegd.
De Halsterse burger, om wie het tenslotte allemaal gaat en voor
wiens belangen wij hier zetelen, put zijn nieuws en zijn voorlich
ting, hoorzittingen ten spijt, in het algemeen uit de gewestelijke
pers, zoals reeds werd gezegd.
Zo kon hij uit het Brabants Nieuwsblad van 11 april 1984 kennis
nemen van het feit, dat Leefbaarheid bezwaren maakt tegen de bouw
van een bepaald aantal woningen in plan Jankenberg.
Hij heeft daarbij kennis kunnen nemen van het waarom en de motie
ven.
Wij bouwen niet voor een zeker prestige.
Primair is het belang van de toekomstige bewoner, onze burger.
In dat zelfde artikel kon de burgerij kennisnemen, dat de buurt,
de omwonenden, ook bezwaren hadden gedeponeerd bij Gedeputeerde
Staten
20 September 1984 Werkgroep Jankenberg naar Raad van State.
12 Oktober 1984 Raad van State wijst verzoek af.
8 November 1984 openbaart de Woningstichting, dat er 348 woning
zoekenden zijn ingeschreven, waaronder 88 aanvragen voor een be-
j aardenwoning
Daar stellen wij tegenover, dat deze cijfers geflatteerd zijn en
totaal niet maatgevend voor de werkelijke woningbehoefte.
Het zich laten inschrijven voor een woning heeft over het algemeen
veelal andere oorzaken dan de werkelijke behoefte aan een woning.
Dit moge blijken uit de cijfers met betrekking tot de verleende
garanties voor de aankoop van een woning.
Tot en met november dit jaar werden in totaal 65 garanties verleend,
waarvan slechts 26 aan inwoners van Halsteren en 39 aan adspirant-
kopers van elders.
Uit deze gegevens valt af te leiden, dat de woningbehoefte in feite
elders is en derhalve niet is terug te brengen onder de Halsterse
behoefte.
In een krantenartikel van 8 september 1959 lezen we, dat volgens de
ontwikkelingsplannen voor West-Brabant, Halsteren moet uitgroeien
tot een gemeente van 35.000 inwoners.
In 1980, dus 20 jaar later, zou dat streefgetal gehaald moeten zijn.
Wij mogen niet aannemen, dat dit streven al sluimerend oorzaak is
van halsstarrig vasthouden aan verdichting van de volkswoningbouw.
Want ondanks de bezwaren van Leefbaarheid, ondanks de bezwaren van
de gevestigde bewoners van de Jankenberg, lezen we weer d.d. 2 no
vember j.l., dat verdichting moet.
Op 6 november j.l. weer een niet tot eer strekkend artikel aan het
adres van het Gemeentebestuur.
Men weigert steevast te luisteren naar de rechtvaardige wensen van
direkt belanghebbenden. Aan een eenmaal getekend bestemmingsplan,
ook al is het fout en volkomen in strijd met aan leefbaar wonen te
stellen normen, wordt niet meer gekuisd.
Op 13 november j.l. kan de Halsterse burger kennisnemen, dat het
vertrouwen van een buurtschap met name de Jankenberg in de burge
meester in casu burgemeester en wethouders is weggeëbt.