-15- 11 oktober j.l. kan lezen, dat de wethouder bevestigt, dat er wel degelijk fouten kleven aan de riolering en dat gedurende lange tijd klachten van gedupeerden zijn genegeerd. Nog erger nu, hij geeft toe, dat de gemeente schadeplichtig is en een veer, zoals zijn C.D.A.-partijgenoot meende te moeten stellen, niet helpt. In gemoede vragen wij ons af, is het voor de wethouder echt zo moeilijk om eerlijk en nuchter te zijn? Overigens, Mijnheer de Voorzitter, in die bewuste vergadering, waar in Leefbaarheid niet het imago van Halsteren schaadde, maar de wet houder wel zichzelf, meende hij nog te moeten stellen, dat Leefbaar heid bijzonder gauw tevreden was, laten we maar zeggen met onvolle dige antwoorden. Of Leefbaarheid inderdaad gauw tevreden is zal te zijner tijd wel blijken Een andere milieu-gevoelige kwestie is die der reinigingsdienst; in het nu zijn einde naderende jaar meermalen onderwerp van diskussie. Zoals reeds eerder in deze beschouwingen opgemerkt haalt de doorsnee Halsternaar zijn informatie en voorlichting uit de gewestelijke pers en hij wordt bijzonder attent als zijn portemonnee in het geding komt. Het Brabants Nieuwsblad van 19 september j.l. bracht bij monde van Leefbaarheids woordvoerder een verhaal, waarin voor- en nadeel, als mede de kostenproblematiek van het nieuwe systeem werd uiteengezet. De krant van 21 september j.l. bracht een reaktie van de andere wet houder :Wel meer vuil, niet meer kosten. Brabants Nieuwsblad 23 november 1984, de Halsternaar kan het lezen: Reinigingsbijdrage gaat bijna 20% omhoog. Ter afronding, mijnheer de voorzitter, van dit onderwerp waarin tot nu toe slechts zware zaken aan de orde zijn gesteld menen wij te moeten pleiten voor invoering van preventieve milieuzorg. Wij bedoelen daarmee: het kind tijdens de leerplichtige jaren middels desgewenst in schoolverband te organiseren milieudagen, liefde voor de natuur en al wat leeft bij te brengen. Ruimtelijke Ordening. Ruimtelijke Ordening is een complexe materie. De beschikbare ruimte zo doelmatig mogelijk te bestemmen is de inten tie van Ruimtelijke Ordening. Het is juist de doelmatigheid, die door eenieder verschillend wordt beoordeeld. Plannen maakt men ergens ver weg, achter een bureau, uiteraard tegen fikse vergoeding. Voor de plannenmakers is primair, dat hun plan het haalt en naar onze overtuiging is noodzaak en doelmatigheid een bijkomende aangelegen heid, althans voor de ontwerpers, die immers werken met vuistregels. Voor de plaatselijke bevolking ligt het wel even anders. Die houdt van zijn dorp, die moet er wonen en leven. De autochtone is er geboren, schoolgegaan, getrouwd, misschien wegge gaan en weer teruggekomen, zijn familie ligt er begraven. De allochtonen kozen Halsteren veelal als woonplaats om zijn unieke ligging op de rand van zand en klei, om zijn schoonheid en zijn sfeer. Ruimtelijke Ordening en Ruilverkavelingen hebben sedert 1953 het aan gezicht van het oude Halsteren zeer ernstig geschonden. Slecht de Heuvelen, Vult de Dalen, Maak recht de weg des Heeren, lijkt wel het parool van de ontwerpers en het devies van het beleid. Wij vonden een dezer dagen een krantenartikeltje van 1 september 1960, waarin een van de meest mooie en historische laantjes werd bezongen, nadat in het kader van de Ruimtelijke Ordening, het baantje aan de open baarheid werd onttrokken.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1984 | | pagina 15