Voor mijn fraktie geeft hierbij de doorslag de bijzonder goede ervaringen die wij hebben met de kommissie de Wittenhorst. Wel hopen wij dat het buurthuiskomité Lepelstraat hun ent housiasme en energie zal blijven aanwenden ten behoeve van de sociaal-kulturele aktiviteiten in Lepelstraat en dat het kollege van B&W gebruik van hun inzet wil maken en het buurthuiskomité Lepelstraat ruimschoots in het overleg wil betrekken. Het zal U intussen duidelijk zijn dat wij het voorstel van het kollege steunen. Het lid MouwsIk ben blij ook Lepelstrater te zijn. Het blijkt altijd weer een gemeenschap te zijn die bruist van aktiviteiten en die weet op te komen voor de zaak. Of dit nu weer spontaan is of juist naar aanleiding van het opstappen van het bestuur van het Opbouwwerk is voor ons eigenlijk een vraag. De laatste weken gaat in Lepelstraat het gerucht dat het sociaal kultureel werk, of alleen het opbouwwerk, zal stoppen, of daarmee ook de Lepelstraatse bedrijvigheden zullen ophouden kunnen wij ons niet voorstellen. Al zouden er pro blemen met wat dan ook zijn, dan weten wij dat die in Lepelstraat zelf opgelost kunnen worden.Zeker met de vele enthousiaste dingen die het dorp kent. Waarom deze voorbeschouwing. Omdat wij menen dat er verwarring ontstaan is over twee zaken. Ener zijds de funktie van een gebouw,anderzijds het gebeuren daarin. Voor ons is een gebouw slechts een noodzakelijk middel, nooit een doel om te komen tot aktiviteiten. Vandaag hoeven we slechts te besluiten omtrent het beheren van een gebouw.Dat moet goed gedaan worden, waardoor er voor de rest mogelijkheden zijn. Beheer ders zijn er op de eerste plaats voor de akkommodatie en anderen, misschien welzijnswerkersmaar vooral vele vrijwilligers voor de rest.Geen vermenging van funkties. Voor beiden is geld nodig en dat vinden wij hieraan zeer goed besteed. Volgens ons heeft de bestaande kommissie 61, oftewel de kommissie Wittenhorstbe wezen een goed huisvader te zijn. Zij mag dat voor ons dan ook in Lepelstraat worden, niet meer en niet minder. Mochten er voor de rest nog problemen op te lossen zijn, dan zullen wij graag meehelpen die op te lossen. Wethouder van der Weegen:Ik dacht goed begrepen te hebben dat vijf van de zes sprekers het kollegevoorstel als zodanig, zo het nu ter tafel ligt,steunen. Zij het met toch wel links en rechts wat opmerkingen daarbij.Ik denk dat het niet zinvol is om op al die zaken van al de sprekers in te gaan. Het meest ge noemde is wel het feit dat men vrij veel vertrouwen heeft in de huidige kommissie artikel 61. Dat is een terechte konstate- ring. Ook het kollege heeft er het volle vertrouwen in dat die kommissie ook het beheer van de Lepelaar in die zin tot een goed - einde zal 'brengen.De motiveringen' dié het kollege aangevoerd heeft zijn voor iedereen overduidelijk bekend. De heer Mens heeft de motiveringen van zijn groepering van destijds genoemd en nog een keer naar voren gehaald en ge zegd, die motieven gelden uiteraard nog. Dat zijn een aantal zakelijke argumenten. Die zijn ook door het kollege als zodanig aangevoerd. Als je in de raad de zaak op zijn merites bekijkt en het inderdaad zo ziet dat we spreken over het beheren van het gebouw en niet het gebruiken van het gebouw,dan denk ik dat die konstateringen goed zijn.Ik ben er dan ook in die zin blij mee dat de meerderheid van de groeperingen hier dat beleid steunen. Die groeperingen willen ook de inspraak van de gebruikers goed regelen, net is zo dat als de raad vanavond met dit voorstel meegaat,dat daar dan ook hard aan gewerkt zal worden in overleg tussen de gemeente en het bestuur van de beheerskommissie ex artikel 61 en daarnaast de gebruikers.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1984 | | pagina 82