We zijn er uitvoerig op ingegaan. We hebben de direkteur van de watermaatschappij Zeeland met zijn bacteriologisch-technische mensen hier gehaald. We hebben daar een bespreking over gehad in de kommissie Vomil. Hij heeft ons heel uitvoerig verteld wat de bezwaren van hard water zijn en wat de bezwaren van zacht water zijn. Set bleek- dat men daar landelijk eigenlijk nog niet helemaal uit is. Voorts dat er be paalde gebieden zijn waar men een kostprijsverhoging redelijk acht om tot zachter water te geraken. Hij heeft ons daarbij ge schetst dat er duidelijk grenzen zijn en anders is het geen lek ker water meer,dan wordt het flauw. Hij heeft ons ook verteld dat bepaalde hardheden kunnen leiden tot oplossing van metalen. Bijvoorbeeld koper. De technische man en de bacterieman van het waterschap hebben gezegd toen wij vroegen hoe funktioneert Uw zuivering nu, want U bent nu al een paar maanden bezig, dat dat heel bijzonder goed was en dat dat ook wel te verwachten was, omdat deze zuivering een overkapaciteit heeft van 4000 inwo nerequivalenten. Dus in dat opzicht zit het wel goed. Bovendien is het materiaal wat we aanbieden hoofdzakelijk het gewone bewoners- afval. Het is een erg goede zaak. De resultaten daarvan heeft hij gezegd dat het op het ogenblik lijkt, alsof vrijkomend slib nogal een hoop kopergehalte bevat. Dat heeft hij heel voorzichtig gezegd. Hij heeft erbij gezegd,we gaan dat verder onderzoeken en wij zullen U daarvan mededeling doen,als het zo is dat het^ kopergehalte van het slib te zijner tijd wat hoog blijkt te zijn. Dan is het alleen maar zo dat de afnemers van het slib daar in enige mate rekening mee moeten houden. Als ze gronden hebben die gebrek aan koper hebben, dan is dat bijzonder prettig voor hen. Als er teveel koper in de grond zit,dan moeten ze een beetje voorzichtig zijn. Dat wachten we af. Daarnaast hebben we in de diskussie rond het leidingwater ook heel duidelijk gesteld, dat heeft de direkteur van de WMZ heel duidelijk gezegd, dat ze in ons eigen terrein hier aan de Wouwseweg op het ogenblik een proefput hebben en dat men zoekt naar zachter water.Bovendien, en dat is uniek in het land, staat daar een opstelling waarin het oplossingsvermogen van metalen gemeten wordt. Dus ook daar krijgen we volgend jaar cijfers over. De voorzitter: Ik moet nog de vraag beantwoorden die over de ver keerssituatie in de Korte Leeuwstraat is gesteld door de heer Roosenboom. De heer Roosenboom weet dat wij daar destijds, en dat is inderdaad al een tijd geleden, over gesproken hebben in de kommissie Ruimtelijke Ordening. Er zijn toen een aantal afspraken gemaakt. Met name om een aantal verkeersvoorzieningen in die straat te treffen c.q. in de omgeving van die straat. Met name door het verkeer komende vanaf Tholen op de Tholenseweg niet meer linksaf te laten slaan de Korte Leeuwstraat m. En voorts dat men komende vanuit de Korte Leeuwstraat op de Tholense weg ook niet meer linksaf zou mogen slaan. We hebben daar dus de assistentie voor nodig van Rijkswaterstaat. Die moet bereid zijn om dat bord te plaatsen op de Tholenseweg.Rijkswaterstaat was daar in eerste instantie niet toe bereid. Rijkswaterstaat pleit voor éénrichtingsverkeer in de Korte Leeuwstraat. En dat willen we wel ondersteunen door een bord op de Tholenseweg te plaatsen voor verboden linksaf te slaan. Daar is een dis kussie over gaande en die duurt inderdaad vrij lang. Een diskussie tussen ons ambtelijk apparaat en Rijkswaterstaat. Die diskussie heeft niet tot oplossingen geleid althans niet zoals wij ons dat hadden voorgesteld in de kommissie. Wij hebben daarom afgelopen week in het kollege besloten om een brief te schrijven aan Rijkswaterstaat waarin wij zeggen dat we geen éénrichtingsverkeer willen instellen.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1984 | | pagina 67