-6-
Ik vind dat hierin het kollege tekort is geschoten om daar aandacht aan
te besteden. Je kunt niet volstaan met: we hebben geen verzoeken gehad
uit de burgerij, de schoolbesturen hebben niet gereageerd, en daarom
komt er in Halsteren geen openbare school. Ik spreek er geen voorkeur
over uit of dat er wel of niet moet komen,maar ik dacht dat het in ieder
geval goed was de mensen erop te attenderen dat dat tot de mogelijkheden
behoort.
Ik hoop dat dat dan in het vervolg ook zal plaatsvinden.
Wat heeft dit voor gevolg als dit wordt aangenomen, aangezien hier
getallen worden genoemd tot 1988. Als we dit overnemen, is het dan zo
dat tot 1988 dit plan vastligt of is het zo dat als ik de redaktie van
het stuk lees, dat dit elk jaar weer terugkomt in de gemeenteraad?
Het lid Priems: Voorzitter, geen bezwaar tegen Uw voorstel als zo
danig, maar toch nog een korte opmerking over dat openbaar onderwijs.
Wij zijn in principe daar een voorstander van en ik kan me voorstellen
dat het kollege in dit geval eigenlijk drie keuzemogelijkheden heeft
hoe zich daartegen op te stellen.
Je kunt de zaak helemaal doodzwijgen en een keer per jaar met zo'n
formeel hamerstuk in de raad komen, je kunt het ontstaan van openbaar
onderwijs stimuleren, door zelf aktiviteiten te ontplooien en mensen
daarvoor enthousiast maken. Dat durven wij niet te verzoeken. Maar ik
vind wel dat U de kans moet geven. U kunt U neutraal opstellen,maar
de kans geven aan de mensen door steeds opnieuw er op te wijzen dat
ieder jaar die mogelijkheid bestaat. Door in een duidelijke adverten
tie in de Publipers te wijzen op het feit dat je met een x-aantal mensen
bij elkaarzoveel ouders, zoveel mogelijkheden hebt om eraan te
beginnen. Ik heb ook begrepen dat er in de kommissie Welzijn over ge
sproken is. Ik heb ook begrepen dat daar werk van gemaakt gaat worden.
Maar wij willen dan toch wel dringend verzoeken ieder jaar opnieuw,
wanneer die mogelijkheid zich gaat voordoen, daar als gemeentebestuur
op te wijzen. Dus niet die zaak doodzwijgen.
Wethouder van der Weegen: Op de eerste plaats de heer Roosenboom. Die
is vorige week ook bij de kommissievergadering geweest waar dit onder
werp aan de orde was. Er zitten dus toch wel wat herhalingen in, maar
de wenselijkheid van openbaar onderwijs is een terechte opmerking. In
principe bepalen de inwoners van Halsteren of die wenselijkheid
er is. We hebben ook in april die diskussie met elkaar gevoerd van, hoe
moet je daar als gemeente op inspelen.Hoe moet je dat meten.
Toen hebben wij gezegd dat we dat zouden bespreken in de kommissie
Welzijn, ik denk dat we dat tot op heden gedaan hebben. We hebben dat
vorige week gedaan, naar aanleiding van dit voorstel wat er ligt. We
hebben toen ook toegezegd dat we voor het volgende jaar daaromtrent
voorlichting gaan geven. Het is zo dat er elk jaar een nieuw besluit
genomen moet worden, wat dan in principe een looptijd heeft van drie
jaar. Maar het is wel zo dat dat elk jaar gewijzigd kan worden.
Alleen de duur van het besluit wat je in een bepaald jaar neemt,dat
voorziet dan in een periode van drie jaar. Maar je moet elk jaar een
besluit nemen waarmee je het vorige in principe kunt wijzigen. Wij
gaan een stuk voorlichting plegen met ingang van het volgende jaar.
De voorlichting als zodanig, dat stukje wat in de Publipers zal komen,
dat zal in de kommissie Welzijn besproken worden. Dat hebben we met
elkaar afgesproken. Ik denk dat, zoals de heer Roosenboom zei dat
we tot op heden tekort geschoten zijn, dat dat dan misschien gedeel
telijk opgaat. Maar dat we dan toch pogingen ondernemen om dst wat we in het verleden
nagelaten hebben in de toekomst wel te doen. De heer Roosenboom heeft
zich als zodanig ook als voorstander getoond. Dat is denk ik heel be
grijpelijk. Hij heeft de drie mogelijkheden genoemd. Ook daarvan zeg ik
dat het kollege ook kiest voor mogelijkheid drie.