Ik heb toen gesproken over woningen die op de Jankenberg gebouwd zijn. Dat er ten aanzien van deze woningen vaker schorsingsverzoeken zijn gedaan die tot nu toe echter niet zijn gehonoreerd. U haalt er echter andere bezwaren bij die bij de Raad van State zijn inge diend, maar als U de krant goed gelezen hebt dan heb ik daar niet over gesproken. Het ging alleen over woningen op de Jankenberg. Dus laat daar geen misverstand over bestaan. Omdat diezelfde soort woningen op de Jankenberg van hetzelfde komplex een aantal keren aan de orde zijn geweest bij de Raad van State voor schorsing heb ik wat vertrouwen in deze zaak. Honderd procent zekerheid kan ik U niet geven.Ik. heb er echter wel vertrouwen in om dit wat posi tief tegemoet te zien. Dat is waar het om gaat. Daarom moet ik U. het advies van de heer Roosenboom ontraden en U adviseren om dit besluit toch nu te nemen. Het lid RoosenboomIk hoop niet dat ik U verkeerd heb verstaan. Ik dacht dat U zei dat wij ook een schorsing hebben aangevraagd. Af Si U dat zou hebben gezegd dan moet ik U daarin wel geruststellen, want dat hebben we niet gedaan.Dat ligt ook niet op ons terrein om daar iets aan te doen. Maar.wat er nu gebeurt,dat de mensen in eerste instantie'in beroep moeten gaan tegen de verklaring van geen be zwaar bij Gedeputeerde Staten. Dat is naar mijn gevoelen de procedure. Als Gedeputeerde Staten het beroep afwijzen dan pas komt de volgende stap Ik dikteer niet wat die mensen moeten doen, maar ik noteer de volgorde die ze kunnen doen. Dan kunnen die mensen in beroep gaan bij de Raad van State en gelijktijdig bij het deponeren van het beroep kunnen ze ook de schorsende werking aanvragen van het besluit van Gedeputeerde Staten. Het een hoeft niet persé noodzakelijk te zijn als je het andere doet. Op dit moment heeft de werkgroep Jankenberg, ten onrechte heb ik begrepen, een schorsende werking aangevraagd bij de Raad van State. Ze zijn daarbij iets vooruitgelopen op een bezwaar naar Gedepu teerde Staten. Ik heb goed begrepen dat Gedeputeerde Staten heeft gezegd, dat half oktober hun bezwaren binnen moeten zijn. Tot zolang duurt het minstens voordat Gedeputeerde Staten deze zaak gaat bekijken. Dan zuilen ze daar een uitspraak over doen. En als die uitspraak negatief is, dan is het aan de werkgroep of zij al of niet verder in beroep gaan. Ik heb U net geciteerd, en ik kan alleen maar citeren wat ik in het verleden heb meegemaakt, dat dat verschrikkelijk lang kan duren. Als U zo optimistisch bent dat U zegt, dat is een kwestie van vier, vijf weken, dan is dat gunstig voor de mensen die dringend verlegen zijn, om de woningbouw. Maar in de praktijk heeft dat weieens langer geduurd. En daar maken wij ons zorgen over. Om nu in dit stadium, nu er totaal geen inzicht is wanneer er gebouwd kan worden, grond te verkopen aan een firma die niet de garantie heeft om datgene te bouwen wat hij heeft gevraagd. Dat is ons bezwaar. En dat men ook de mensen die bezwaar maken,— of dat terecht of niet terecht is, dat is ook niet ter diskussie-, om die geen redelijke kans te geven. De voorzitter: Die vijf tot zes weken meneer Roosenboom beginnen te lopen op het moment dat zo'n verzoek tot schorsing wordt gedaan. In de tweede plaats is het zo dat wij ervaring hebben in dit plan met verzoeken om schorsing, en in de derde plaats is het zo dat het vreemd zou zijn als de raad dit besluit zou ophouden, want dan zou de raad in feite haar verdere besluiten een schorsende wer king opleggen. Dit willen wij graag overlaten aan de Raad van State. Ik hoop dat de Raad van State overigens niet tot die beslissing komt. En verder heb ik hier op dit moment niets aan toe te voegen. Ik moet U ook ontraden om niet tot dit besluit te komen. Wenst iemand stemming over dit punt? Het lid RoosenboomHet heeft geen zin om hier stemming over te vragen. Maar U hebt wel duidelijk begrepen uit mijn betoog dat wij wel enig be zwaar hebben tegen deze manier van verkopen. Dat is door mij in de dis kussie al een paar keer gezegd en dat lijkt mij meer dan voldoende. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burgemeester en wethouders 5. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE VERGOEDING EX ARTIKEL 10.1 BIS 4E LID DER LAGER ONDERWIJSWET 1920 OVER 1983. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burgemeester en wethouders. 6. VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN KREDIET VOOR VERBOUWING VAN HET RESTAURANT VAN DE SPORTHAL "DE KANNEBUIS" 28E WIJZIGING GEMEENTEBEGROTING 1984 EN de 6E WIJZIGING BEGROTING 1984 D.S.O.R. Het lid van den Bos-BeckmannWij begrijpen niet zo goed waarom dit voor stel, waarin het gaat om aanpassing van een gebouw om het een wijk funktie te kunnen geven, waarom dat niet is behandeld in de kommissie Welzijn. En we zouden daar graag de reden van weten. Verder als de verbouwing klaar is, kunnen we er dan met een redelijke zekerheid vanuit gaan dat de wijkfunktie zo wordt ingevuld dat de Kanne- buis ook open zal staan voor aktiviteiten van wijkbewoners die niet zo veel te verteren hebben. Naar onze informatie is het tot nu toe zo dat klubs die weinig geld in het laatje brengen niet erg of helemaal niet welkom zijn in de Kannebuis. Kunnen hierover goede afspraken gemaakt worden? Tevens willen we pleiten voor een goede voorlichting ten aanzien van de nieuwe funktie van de Kannebuis naar de bewoners van de wijk de Rode Schouw. Het lid RoosenboomIk zou van U graag eens een definitie willen hebben van wat U inderdaad verstaat onder die wijkfunktie. Overigens is het zo,- dat heb ik ook begrepen uit de stukken-, dat de kosten die gemaakt worden aan deze verbouwing geheel worden betaald door de exploi tant. Dan vraag ik me af, in hoeverre kunnen wij dan ook eisen stellen? Omdat die wijkfunktie zo expliciet in hét stuk wordt genoemd,herhaal ik mijn vraag dat ik graag zou willen weten wat dit precies inhoudt .Welke afspraken zijn er gemaakt met de exploitant. Laten we zeggen dat het een café gaat worden zoals er hier in de Dorpsstraat en elders ver schillende zijn. Hebben die ook allemaal een wijkfunktie? En dan voor bepaalde wijken.Zeg dat bijvoorbeeld bepaalde café's hier in de Dorpsstraat van Halsteren of in de Nieuwe Molenweg in die wijk een funkti hebben, dan begrijp ik het wel. Ik krijg hier het gevoel dat na deze verbouwing dat café iets aparts wordt. Ik zou weieens graag van U willen weten wat U daaronder verstaat. Wethouder van der WeegenMevrouw van den Bos heeft gezegd het plan zoals het er ligt, de aanpassing van het gebouw, dat is niet in de kommissie Welzijn geweest. Het is zo dat "net plan met betrekking tot de verbouwing van de Kannebuis een plan is wat al jaren geleden gemaakt is. En ik neem aan dat er in elk geval een bepaalde overlegsituatie is geweest binnen de gemeente,-ik weet dat niet zekei^-waarbij men elkaar toch heeft laten zien wat daar gebeurt. Als dat niet gebeurd is, dan nogmaals excuses daarvoor, en denk ik dat dat deze keer had moeten gebeuren. Ik ben ervan uitgegaan dat, gezien de oudheid van het plan, dat dat beslist een keer in de kommissie aan de orde is geweest in het ver leden. Het bouwplan dus op zich. Het tweede aspekt is de wijkfunktie. Zij vraagt wat dat inhoudt. Het is zo dat met betrekking tot de ver pachting van het horekagedeelte in de Kannebuis er sprake is van een kontrakt wat jaren geleden aangegaan is met de pachter.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1984 | | pagina 29