-14-
Die onderhandelingen zijn afgerond met dit rapport, dat aangeeft
hoe de oplossingen gevonden zouden moeten worden. En dat rapport is
voor een groot deel geënt op de wensen, zoals ze door de raad
van Halsteren zijn ingebracht. Want het was een duidelijke eis van
onze raad dat zowel de Brederodelaan als de Nieuw Beijmoerseweg
zou worden aangelegd. Dat was mede een oplossing voor de gehele
problematiek, we kunnen er niet één onderdeeltje uithalen. Je moet
steeds spreken over de totale problematiek. De raad heeft dat toen
uitdrukkelijk uitgesproken. Daarom dat wij dat ook hebben inge
bracht en gelukkig gehaald hebben.
Toen lag er een rapport waar alles keurig in stond. Echter toen
is door de vertegenwoordigers van Halsteren gesteld,ja, nu ligt
er wel een mooi rapport, maar hoe krijgen wij dat nu hard.
Hier is ook door een aantal sprekers op gedoeld, met name de heer
Roosenboom heeft er nogal de nadruk op gelegd. Hij zegt het is alle
maal wat zacht en je hebt geen zekerheid. We hebben gezegd, hoe
krijgen we dat harder,meer zekerheid. Want alleen een rapport is mooi
maar een rapport gaat in de la en men denkt er misschien nog
weieens aan, maar daar blijft het bij. Wij vonden dat dit in een
overeenkomst moest worden vastgelegd. Een overeenkomst die door
de desbetreffende raden en Gedeputeerde Stat.en wordt aanvaard en
waar handtekeningen onder komen te staan, zodat het niet meer zo
zacht is. Dat is een duidelijke eis onzerzijds geweest. Die
konvenantpartners hebben daar mee ingestemd. Het is weieens goed
dat dat hier gezegd wordt, dat het idee om daar een officieel konve-
nant van te maken een Halsters idee was, juist omdat het dan een
hardere overeenkomst zou worden. De heer Uytdewilligen zegt het
gaat om een konkrete oplossing zoals die hier ligt.Ik ben dat
uiteraard met hem eens. Daarom dat we ook met dit resultaat hier
bij de raad verschijnen. Hij wijst ook op het punt van het totale
pakket. Het gaat niet om één onderdeel, is het dat nu wel,nee,één
onderdeel daar gaat het niet om. Het is één totaal. Het blijkt ook
dat als één weg niet wordt aangelegd, de Brederodelaan of de
Beijmoerseweg bijvoorbeeld niet, dat dan ondanks het feit dat
de Zoomweg wordt aangelegd, het aantal verkeersbewegingen op de
Halsterseweg nog te hoog blijft. Dat is juist het punt. Het is het
totale samenspel dat speelt. Ook de heer van Eekelen heeft aan
gegeven dat hij het met dit konvenant eens is. Dat hij er in
grote lijnen mee kan instemmen. Ik denk ook dat hij mede daarbij
betrekt hetgeen de raad destijds heeft uitgesproken, want dat is
orts uitgangspunt. Hij spreekt over de financiering en dat doet
de heer van Elzakker ook. Hij zegt, ik vind toch wel dat er minimaal
vijftig procent moet worden bijgedragen. Nu, wat betreft de Nieuw-
Beijmoerseweg - en dan zegt de heer Rooseriboom wei, het is allemaal
nog zacht en het is allemaal nog niet rond-, liggen er keiharde
toezeggingen van het Ministerie van Ekonomische Zaken te weten dat
er 1,3 miljoen wordt gesubsidieerd voor de aanleg van die weg.
Dat is een keiharde toezegging van het departement via de provincie.
De provincie mag die pot verdelen, er is een speciale pot voor
struktuurversterkende investeringen en daar delen wij in mee.
Keiharde toezeggingen. Dat is naar aanleiding van de onderhandelingen
Wat betreft de Beijmoersewegis er dus een keiharde toezegging. Wat
betreft de Brederodelaan is dit konvenant er, dat ondertekend wordt
door alle partners, waarin uitdrukkelijk tot uitdrukking is gebracht
dat voor de wegen die er in genoemd worden en die door de gemeenten
moeten worden aangelegd, dat geldt zowel voor Bergen op Zoom
als voor Halsteren, het streven is dat minimaal vijftig procent
door derden wordt bijgedragen en dan denken wij aan de provincie
en dan denken we uiteraard ook aan het Rijk. Want het Rijk wordt
ook met name genoemd. Alleen het Rijk zal wat betreft de Brederode
laan niet in beeld komen, dat kan ik in ieder geval wel zeggen.
Dat zal zeker niet het geval zijn. Of het rnoet een. regeling zijn
zoals we nu met de Beijmoerseweg hebben gehad. Bijvoorbeeld
via het Ministerie van Ekonomische Zaken, in het kader van
versterking van de werkgelegenheid en dergelijke. Hier worden
gelden voor uitgetrokken en dan is er kans dat het Rijk wel
inspringt, dat is dan echter vanuit een ander gezichtspunt en een
ander argumentatie.Dus niet het argument dat men zich verantwoor
delijk acht voor die weg. Overigens maakt het ook niet zoveel uit
op grond waarvan men het doet als er maar betaald wordt. Dat is
natuurlijk het belangrijkste. Die vijftig procent is ons uit
gangspunt, dat hebben we ook uitdrukkelijk zo afgesproken.
Dus wat dat betreft kan ik tegen de heer van Eekelen "ja zeggen.
Dat is ook ons uitgangspunt. Hij zegt daar tevens bijmaar ga wel
door, ondanks dat we dit nu aanvaardenprobeer zoveel mogelijk sub
sidies in de wacht te slepen. Je moet de moed nooit opgeven en
proberen er meer uit te halen. De heer van Elzakker wijst daar
ook op. Hij noemt zelfs een hoger percentage dan vijftig procent.
Hij zegt dertig procent voor de gemeente is meer dan genoeg. Ik
zou dat graag met hem eens zijn. Het is alleen het punt of je dat
wel of niet haalt. Wat overigens misschien best mogelijk is.
Daar heb ik ook in de kommissie Ruimtelijke Ordening op gewezen. Ik
zeg dat echter heel voorzichtig, anders word ik daar later aan
gehouden.Kijk, het Ministerie van Sociale Zaken heeft soms ook
subsidieregelingen in het kader van de werkgelegenheid
en dan denk ik aan de terugploegregelingen en dergelijke. Als
er plannen klaarliggen, kant en klaar in de kast en je kunt
meteen beginnen en er is op dat moment wat te verdelen op dat
gebied dan maak je daar ook een goede kans voor. We zullen
daar ook over atferhandelen als het zover is. Maar dan moet het plan
wel kant en klaar liggen.Dus we gaan door dat zeg ik de heer van
Eekelen toe, als er mogelijkheden zijn. Die claims hebben we
overigens reeds gedeponeerd bij de provincie. Er liggen daar ai
brieven van ons kollege. Al twee brieven geloof ik, waarin we
vragen als de Beijmoerseweg aan de orde komt willen wij graag voor
die terugploegregeling in aanmerking komen. Wat dat betrefb
v/ij proberen te doen wat we kunnen meneer van Eekelen en
ik kijk daarbij ook de heer van Elzakker aan.
Ik kan geen keiharde toezegging doen v/at betreft het percentage
boven de vijftig procent. Dat is wat koffiedikkijkerijmaar we doen
ons best. Dat wel. De heer Priems kan ook akkoord gaan. Hij zegt
daar we1 in een adem bijdat betekent niet dat wij een blanko cheque
afgeven. Dat zijn wij ook niet gewend van zijn fraktie dat men
dat doet en dat moet ook niet, dat hoeft ook niet.
We komen natuurlijk afzonderlijk met voteringen voor krediet
terug in de raad en natuurlijk moet daar dan kritisch naar worden
gekeken. In feite zijn daar de opmerkingen van de heer van Eekelen
en de heer van Elzakker ook op gestoeld. Zij doelen daar in feite
ook op. Waarbij ik dan wel zeg, de helft, vijftig procent, dat is
ons uitgangspunt.
Mevrouw Heimig geeft ook aan dat de problematiek zoals die er nu
is, het is niet alleen nu zo maar het is al jaren zo,
schreeuwt om een oplossing en dat we blij mogen zijn dat de oplossing
nu wat dichterbij is. En wat voorts erg belangrijk is in dit kon
venant, dat heeft de zaak aan het eind wel even wat opgehouden, is
het feit, dat de kompensatie voor deliftsluis in de Oesterdam,
dat die compensatie nu benut wordt voor de Zoomweg. En U mag dat van
mij wel weten, dat heeft toch ook nogal wat onderhandelingen gekost.
De heer de Geus had dit in december al met de minister afgesproken,
maar er is daarna toch nog wel wat over gediskussieerd