i I -13- 14. VOORSTEL TOT MACHTIGING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VERKOOP VAN DE HOUTEN OPSTALLEN VAN HET PERCEEL FREDE RIC DE RAMLAAN 20. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voor stel van burgemeester en wethouders. 15. VOORSTEL TOT HET NEMEN VAN EEN BESLISSING IN HET KADER VAN EEN AROB-BEZWAARSCHRIFTEWPROCEDURE Het lid RoosenboomHet zal U niet bevreemden dat wij niet met Uw voorstel mee kunnen gaan om het bezwaarschrift niet ontvan kelijk te verklaren. Wij hebben in eerdere vergaderingen al heel duidelijk kenbaar gemaakt dat wij het met de familie Vos eens zijn dat daar een te grote verdichting plaatsvindt. Wij vinden dan ook dat de familie Vos daar terecht bezwaren tegen aangetekend heeft, het zou een beetje raar zijn als wij dit voorstel zouden steunen. Wij zijn het met dit voorstel dus niet eens. Ik zal de argumentatie nu maar achterwege laten, anders krijg je het verwijt dat ik in herhalingen blijf vallen. De voorzitter: Wat betreft die argumentatie met betrekking tot de verdichting, het is niet de eerste keer dat we daar over zouden diskussiëren. Dat is juist. Daar is al een aantal keren over gediskussieerd. Alleen U zegt het zou een beetje raar zijn als wij voor dit voorstel zouden zijn. Dat hoeft echter niet, want we komen aan de verdichting zelf niet toe. Dat is het punt. Het betreft alleen een juridische argumentatie op grond waarvan wordt voorgesteld om het besluit niet ontvanke lijk te verklaren. Dus ook al bent U van mening dat die verdichting niet moet plaatsvinden dan moet U het toch op de juridische aspekten bezien of we zover komen dat we aan de weging wel of niet verdichten toekomen. Zover komen we namelijk niet, tot die weging. Wij komen a tot de weging dat het een besluit van algemene strekking is, dus daarom niet voor AROB-bezwaarschrift in aanmerking komt en zou dat wel zo zijn, daar kun je over diskussiëren, dat kan, wij vinden dat het niet zo is, dat het een besluit van algemene strekking is, maar stel zeggen we, dat het geen besluit van algemene strekking zou zijn dan is het zo en dat blijkt ook uit de jurisprudentie dat dan betrokkene nog niet recht streeks in zijn belangenen wordt getroffen, omdat het voor- bereidingsbesluit op zich immers geen gevolgen heeft waarvan appellant nadeel zou kunnen ondervinden. Het maakt het slechts mogelijk dat nadere beschikkingen worden getroffen. Tegen die beschikkingen heeft men alle mogelijkheden om via AROB-bezwaarschriften en dergelijke in bezwaar te gaan. Daar is ook gebruik van gemaakt. Het is duidelijk dat dit alleen een juridische argumentatie betreft, dus daarom is het niet zonder meer zo, dat als U tegen verdichting bent dat U dan ook hier tegen hoeft te zijn. Dit zijn toch twee afzon derlijke zaken. Niet dat ik nu pogingen doe om U een ander standpunt in te laten nemen, of misschien toch wel. Maar die twee zaken hebben niets met elkaar te maken Die moet U toch los zien van elkaar. Het lid Roosenboom: U geeft het eigenlijk zelf in Uw ant woord aan. U twijfelt. Ik ben het ook met U eens. Het voorbereidingsbesluit op zich dat zegt eigenlijk nog niets, maar wel de gevolgen die daar aan ten grondslag kunnen liggen.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1984 | | pagina 89