Ik weet niet of dat praktisch is, maar wel de eerste keer, als je werkelijk start, dat is dan 1 januari 1985,- want op dit moment is de wet in principe nog niet van toepassing-, dat dat zeker plaats zal moeten vinden. De toezegging staat er in een paar zinnen: hieraan zal het volgende jaar aandacht worden geschonken. Ik heb in de kommissie Onderwijs laatstelijk gezegd: voor ons is dat niet be langrijk, want wij hebben alleen bijzonder onderwijs. Dat is achteraf gebleken niet juist.Ook voor het openbaar onder wijs had in de kommissie onderwijs dat besluit in principe voorbereid moeten worden, maar gezien de tijd kan dat niet meer. Nogmaals wij doen de toezegging om dat volgend jaar op nieuw aan de orde te stellen. De voorzitter: Ik moet wat betreft de formulering van het besluit hier nog even iets aan toevoegen. Wij waren, als kollege, ook ongelukkig met de situatie. Wij zaten echter in een keurslijf, omdat deze maand dit besluit door de raad genomen moest worden. Eigenlijk had dat vóór 1 april moeten gebeuren maar na kontakten met de provincie bleek dat het in april ook nog kan. U hebt wel begrepen dat met name ten aanzien van het door U be doelde onderzoek er nog geen sprake is van een voldragen voorstel. De wethouder zei het al, dit komt elk jaar terug. Volgend jaar zullen we daar voldoende aandacht aan moeten schenken. We vragen hier begrip voor. Die datum van U brengt anders het hele plan in gevaar. Dit moet zo schijnbaar worden geformuleerd. Die formulering is ons zo opgegeven door het departement. Er is wel behoefte of geen behoefte en hier mogen thans geen data aan worden verbonden. U hebt op dit moment de toezegging van ons dat elk jaar een en ander opnieuw wordt bekeken en ook de toezegging dat er dan wel voldoende aandacht aan zal worden geschonken. Daarom vraag ik begrip voor dit voorstel We komen in de problemen als U zou besluiten hier nu de datum van 1 augustus 1985 aan te verbinden. Her lid van den bos-BeckmannIk wil best een stuk begrip tonen, maar kijk hier is het besluit en hier is het voorstel. In het voor stel zitten een aantal dingen die gewoon niet kloppen. ALs ik kijk naar de laatste alinea van het voorstel, waar staat dat,- thans menen wij de raad op grond van beschikbare gegevens met betrekking tot de vraag naar openbaar onderwijs voor te kunnen stellen te besluiten dat er voor de basisscholen op grond van artikel E2 van de Overgangswet voldoende gelegenheid is tot het volgen van openbaar onderwijs,- dan denk ik, dat klopt helemaal niet. Dan haalt de wethouder daar nog een aantal andere faktoren bij. voor ons is dit besluit wat we nu zouden nemer, toch veel te algemeen en wij kunnen daar als P.v.d.A. niet mee akkoord gaan. Het lid Mouws: Wij zijn net niet eens met wat mevrouw van den Bos zegt. Ik wou duidelijk toch even stellen wat ze in eerste instantie, in eerste termijn, vertelde over die behoeftepeiling. Of dat er al of niet in Halsteren openbaar onderwijs had willen komen. Ik weet niet of mevrouw van den Bos het zich allemaal heel goed kan herinneren, maar een aantal van ons die toen in de raad zaten, die weten dat nog erg goed. Ik wil hier dui delijk stellen dat het niet een kwestie was van de vorige kolleges of in wezen van dat ene kollege wat er toen zat, dat die de zaak zo afgehouden heeft. Maar dat het uitdrukkelijk dat toenmalig schoolbestuur was dat dermate eigenwijs was, die het zo goed wisten, dat die alles in eigen hand wilden houden en dus helemaal geen enkele boodschap hadden aan dat kollege. Ze zouden dat even zelf regelen. Mevrouw van den Bos, dat moet U ook weten, dat het dan een kwestie is dat het alleen maar bijzonder kan zijn. -17- Niks bijzonders aan dat bijzondere, maar zo heet het nu eenmaal. Wat de wethouder zegt van die behoeftepeiling. Je kunt natuurlijk uiteindelijk alle twaalfduizend inwoners van Halsteren gaan vragen van, zou er eventueel behoefte zijn. Als je dat onder behoeftepeiling ver staat, dan wil ik er sowieso nooit aan.Want het is niet een kwestie van, had je graag, zoals dat in nabuur gemeenten ook v/el eens een keer gevraagd is. Dan denk ik dat je iets verder moet gaan met een zeer uit voerige toelichting. Kijk alstublieft rond, ook in diezelfde nabuurgemeenten, zoals het vooral in kleinere gemeenten met extra veel scholen alleen maar een enorme puinhoop kan worden. Ik dacht dat we niet anders konden besluiten dan uiteindelijk wat U voor stelt. Dat er inderdaad mogelijkheden zijn, alleen niet naast de deur. Nee, dat is zeker niet, maar voor legio andere zaken zullen v/e ook iets verder moeten en misschien op de fiets. Jammer. Wethouder van de Weegen: Mevrouw van den Bos herhaalt eigenlijk wat ze zegt. De laatste zin zegt U, de kapaci- teit die er is voldoet aan de behoefte. Op basis van wat er staat in het voorstel denk ik dat het korrekt is. De behoeftepeiling, zoals die op dit moment is gedaan, die voorziet in een behoefte van nul en de kapaciteit is nul. Ik denk dat dat met elkaar overeenstemt en dat je dan kunt stellen dat de kapaciteit die aanwezig is voldoet aan de behoefte zo die er ligt. Alleen ik heb in eerste instantie ook al gezegd, dat mevrouw van den Bos wat problemen heeft met de wijze van behoeftepeiling. Daar heb ik ook in eerste instantie van gezegd dat die voor diskussie vatbaar is. Ze heeft nog even het besluit aangehaald. Dan moeten we toch even kijken naar de derde alinea van het besluit, waarin staat dat het aantal te vormen scholen, of het aantal te vormen basisscholen, be paald kan worden op ten hoogste het aantal kleuter- of lagere scholen op 1 januari 1984. We zijn wel met elkaar eens dat dat nul is voor openbaar onderwijs, ver meerderd met het aantal kleuters of lagere scholen dat naar verwachting voor 1 augustus 1985 zal worden ge sticht en waarop onderwijs voor die datum kan aanvangen. Op basis van het behoefte-onderzoek hoe diskutabel ook, vindthet kollege dat het op dit moment ook nul is. Ik denk dat je dus tot 1 januari 1985 rustig dit besluit kunt nemen. Het stuk wat daarvoor staat, dat maakt in principe onderdeel uit van dat besluit. Dat staat er ook duidelijk boven. Ik zie dus ook geen aanleiding om in die artikelen van die besluiten opnieuw 1 januari 1985 op te gaan nemen. Temeer omdat ze, zoals de burge meester net al uitdrukkelijk zei, voorgekauwd zijn hoe we dat besluit moeten nemen. De voorzitter: Dan komt ons plan in gevaar. Ons plan sluit in feite aan op de bestaande situatie. We konden nu niet anders omdat we in zo'n keurslijf zitten. Daarom moesten we van de bestaande situatie uitgaan. De school besturen zijn ook zeer inventief geweest in de af gelopen twee jaar. Ze hebben er goed op ingespeeld met name op de integratie van het kleuter- en basisonder wijs en daar konformeren wij ons thans aan.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1984 | | pagina 62