-22- Dat ligt in eikaars verlengde. V/aar ligt de grens wanneer je zoiets wel moet doen en wanneer niet. Die grens lag bij ons anders dan bij U. Daar kan ik verder ook geen uitleg over geven. Dat is voor mij overigens ook moeilijk. Ik kijk de wethouders even aan of zij die nadere toe lichting nog willen geven. Wij respekteren uiteraard het standpunt dat men toch een uitspraak hierover wil doen. Dan komt dat voorstel nu in stemming, als het tenminste voldoen de wordt ondersteund. In elk geval door de heer Priems, mevrouw van den Bos, de heer van Eekelen, de heer van den Kieboom en de heer Mens, zij ondersteunen dit voorstel zodat het in stemming kan worden gebracht. Voor dat we tot stemming overgaan geef ik even het woord aan de wethouder Sociale Zaken, de heer Sinke. Wethouder Sinke: Ik wil duidelijk stellen dat die echte minima mij geweldig aangaan en als deze beperking nodig zal zijn, dat ik het in de toekomst zo zie dat het noodzake lijk is minima te kunnen blijven betalen. Ik blijf achter het standpunt van mijn partij staan, zoals dat op het ogenblik ook landelijk wordt gedragen. Ik ben van mening dat die diskussie landelijk dient te geschieden en ik stel voor mijzelf persoonlijk, de vraag of er inderdaad in andere situaties niet meer te halen is. Dat heeft denk ik in hetverleden, in voorgaande regeringen ook niet gewerkt. Dat moet ik er heel duidelijk bijstellen. Ik vind dat het een landelijk gebeuren moet blijven hoe sympathiek het ook aandoet. Ik ben tegen het opstellen van die brief. De voorzitter: Er is nog niet gestemd vanavond. Dat betekent dat we nog even de volgorde moeten bepalen. Het voorstel v/as dit voor kennisgeving aan te nemen. Dit is duidelijk een amendement hierop, daarom komt dat amendement eerst in stemming. Dan gaan we nu tot stemming over. Meneer van Loon heeft de presentielijst nog" niet getekend. Dat moet eerst gebeuren voor we tot stemming over gaan. Voor het voorstel stemmen de leden: van den Bos-Beckmann Priems, van Loon, Princen, Mens, van Eekelen, Roosenboom en van den Kieboom. Tegen het voorstel stemmen de leden: van Elzakker, Helmig- Mathijsen Gerst, Mouws, Uytdewilligen/van der Weegen en Sinke. De voorzitter: Dan is dit voorstel aanvaard met 8 stemmen voor en 7 stemmen tegen. Dat betekent dat die brief op korte termijn de deur uitgaat. Punt 26. Het lid van den Kieboom:Ik kan me voorstellen dat U met deze brief terugkomt nadat U informatie ingewonnen heeft bij de Watermaatschappijmaar ik had toch wel graag nu al een standpunt van het kollege gezien, hoe die daar tegenover staat. Ik vind dat het op dit moment nogal vrij gemakkelijk afgedaan wordt. Het lid Helmig-Mathijsen Gerst: Ik geloof niet dat de Groe pering Leefbaarheid met iets nieuws is gekomen. -23- Wij hebben namelijk' em paar maanden geleden,- ik weet niet precies wanneer het geweest is-, toen wij het aandeel houderschap hebben aanvaard van de Watermaatschappijook al namens de V.V.D. aan U gevraagd om naar de mogelijkheid te vragen om de hardheid van het water te verlagen. Ik wou alleen maar even zeggen dat het niets nieuws is. Wethouder Sinke: Misschien is het gemakkelijk om eerst even naar mevrouw Heimig te kijken. Inderdaad heeft U er op geattendeerd dat U daar nog wel eens op wilde studeren. Maar ik denk niet dat wij U toegezegd hebben, dan en dan is er antwoord, het is gewoon aangereikt als een mogelijk heid die zou moeten worden onderzocht. De heer van den Kieboom zegt, het standpunt van het kollege. Ik denk dat ik in het algemeen namens het kollege spreek als ik zeg dat wij vinden dat wij het beste water moeten hebben dat wij kunnen krijgen en dat we daar de prijskonsequentie van in het redelijke zullen dragen. Goed water is een heel goede zaak. Hoe hard het is en de kwaliteit van het water. In hoeverre een zekere hardheid te verdragen is. Meestal leidt mengen van water uit diepere lagen tot een bepaalde zachtheid-, waar dan veel ijzer in zit en wat meer geld vraagt om dat te ontroesten-, en die dan tot een zekere hardheid gaat. Dit is een punt wat je best goed mag bestuderen en waarop wij ook een heel goed antwoord willen geven. Dan kan het voor mij inhouden dat we nog niet eens tevreden zijn met het standpunt van de waterlei dingmaatschappij Zuid-West Nederland. Het kan best zijn dat het voor haar omstandigheden het beste is. Het kan ook zijn dat we nog wat meer informatie in moeten winnen. Ik zou er toch voor willen pleiten om ons daar" de tijd voor te ge ven om U zoveel mogelijk en zo goed mogelijk te kunnen antwoorden. Dan pas zijn wé uit deze vraagstelling uit. Niet met snel te reageren. Namens het kollege kan ik wel zeggen dat wij goed water hebben, we hebben over het algemeen goed water. We houden wat vragen rond die hardheid. In dat opzicht denken we wel met U mee. Vfe willen dit goed bestuderen maar dan moeten we er ook de tijd voor hebben om dit goed te kunnen doen. We willen ons zeker niet alleen binden aan de rapportage die de waterleidingmaatschappij ons levert. Roepen die vragen op, dan zullen we daar ver der op ingaan, maar dat vergt even tijd. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burgemeester en wethouders. Punt 27 Het lid van den Kieboom: Ik wil hier alleen maar op wij zen dat U zegt, de tijdsfaktor is de reden dat het niet in de kommissie is geweest. Ik zou willen voorstellen het Woonwagenschap te verzoeken de gelegenheid daartoe wel te geven. Dus een dusdanige tijd te geven dat het ook in derdaad in een kommissie aan de orde kan komen. Wethouder van der Weegen: Zoals U uit de brief ziet is deze gericht aan de raad. Het is zo dat het een goede ge woonte is van dit kollege dat voorafgaande aan die raads vergadering een kommissie te horen. Maar ik acht de raad als zodanig toch.best bekwaam om over dit aspekt een besluit te nemen. Ik denk niet dat we dat verzoek nu naar het Woonwagenschap zouden moeten doen. Ik wil er best in een brief naar het Woonwagenschap voor pleiten om de termijn die zij gesteld hebben op zes weken, of die niet wat verlengd

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1984 | | pagina 50