Er zou energie worden teruggewonnen, er zou een kassenkomplex komen, rnaar al met al lijkt het toch op een mislukking. Zeker wat het kostenaspekt aangaat. Overigens wat betreft een uitbreiding aan die installatie. Ik dacht dat die zijn kapaciteit nu volledig heeft bereikt. Dat meerdere gemeen ten daar gebruik van zouden kunnen maken dacht ik dat niet tot de mogelijkheden behoort. Anderzijds voelen wij, althans als groepering, er zeer zeker niet voor om daar aan die super-onrendabele installatie aan mee te gaan betalen. Dat is een zaak waarvoor indertijd zeer bewust zo gekozen is. Er is wel een stuk solidariteit, maar dat heeft ook zijn gren zen. Ik denk wat dat betreft aan Halsteren, om een stuk soli dair te zijn. Halsteren heeft een heel duur industriegebied, wat ons verschrikkelijk veel geld gekost heeft om plannen te maken. Er is geen enkele gemeente binnen het streekgewest die zich daar sappel over maakt en zegt, we zullen Halsteren daar eens een handje toesteken. Zo heeft toch iedere gemeen te zijn specifieke dure zaken. Dat wat die verbrandingsoven aangaat. Maar de vraag die mij toch blijft achtervolgen, er is een onderzoek geweest. Er zijn uiteindelijk drie loka- ties op papier gekomen. De Molenplaateen gebied ten oosten van Wouw en dan in de buurt van Roosendaal. Ik vraag me af, als er een»tweede onderzoek gaat plaatsvinden, zouden er dan toch bij het eerste onderzoek lokaties over het hoofd zijn gezien. Ik vraag.me af of een tweede onderzoek veel nut op zou werpen en dan het ei van Columbus wordt gevonden. Wat dat betreft kan ik het stuk maar zeer ten dele volgen.Nogmaals, toch uiterst voorzichtig met die super-onrendabele verbrandings oven. De teneur zit er toch wel in, om die er toch maar bij te gaan betrekken en dan die kosten over te laten slaan op alle samenwerkende gemeenten. Dat zou natuurlijk voor die ge meenten die daar al inzitten een welkome zaak zijn. Maar zo werkt dat niet. Ik ben benieuwd waar men een geschikte lokatie in tweede instantie, kan vinden. Wethouder Sinke: Meneer van Eekelen, ik denk dat U het toch een beetje verkeerd begrepen hebt.Wat de provincie betrefc heb ik alleen gesteld.dat men hoopt het ziekenhüisafval en ander hoogwaardig afval uit de provincie, misschien ook uit landsdeim daarboven, in die oven te gaan verwerken. Dan zouden er nog wat aanvullingen of voorzieningen getroffen moeten worden. Dat zou dan kunnen leiden, hoopt men, tot een rede lijk gebruik, zodat die kosten grotendeels zijn verdwenen. Daar zou het probleem mee opgelost zijn. Die zaak is volledig in onderzoek. Men is dat ziekenhüisafval op het ogenblik aan het inventariseren. Ik denk dat dat misschien ook best mo gelijk is, want het is dat afval wat tot op heden of slecht verwerkt wordt of tegen hoge kosten in Rijnmond wordt ver werkt. Dus dat is inderdaad een faktor die wat kosten kan heb ben. Alleen de hoeveelheden, die zullen dan bepalend zijn hoever dat men daarmee kan gaan. Dit is ook gedeeltelijk een antwoord op wat de heer Roosenboom stelde. Wat betreft het feit, als het niet helémaal lukt o'f als 'er nog te hoge kosten aan dat verbrandingsgebeuren blijven. Het ziet er toch wel naar uit dat de tijd, dat .we gewoon huisvuil gaan verbranden, dat qua kosten en qua milieu een hele moeilijke zaak wordt en dat dat eigenlijk achterhaald is. Dan wil ik toch blij ven stellen wat ik zo even zei dat bepaalde gemeenten die verplichting hebben en dat die in eerste instantie een oplossing moeten bedenken. Ik denk dat wij heel goed antwoorden als U die betreffende paragraaf leest: "over de toekomstmogelijkheden van de afvalverbrandingsinstallatie te Roosendaal, wensen wij ons pas uit te spreken nadat de resultaten van het thans -17- lopende vervolgonderzoek bekend zijn. Inpassing in een streekgewestelijke oplossing is naar onze mening alleen mogelijk als zowel de doelmatigheid als ekonomische haalbaar heid kan worden aangetoond". Als het een redelijk geheel wordt. Dan zitten we precies bij die grenzen die de heer Roosenboom bedoelde. Die grenzen zullen we dan moeten bepalen. Ik denk dat de raad dan wel degelijk de grenzen tussen kosten en solidariteit zal moeten wegen. Het is bijzonder moeilijk om daar nu een uit spraak over te doen. Ik geloof dat het een goede zaak is dat we dat behandelen zoals we dat nu gedaan hebben en niet alle solidariteit,- inderdaad, je werkt ook in een gewestvorm-, bij voorbaat afwijzen.Maar het is wel zo dat bepaalde mensen daar mee gestart zijn en die daar in eerste instantie een stuk verantwoordelijkheid voor dragen tegenover hun kiezers en tegenover hun gemeente. Wat de lokatie-kèuze betreft. Er zijn meerdere lokaties geweest. Er zijn bezwaren voor die lokaties naar voren gekomen. Dat is begrijpelijk. De be zwarenprocedure leidt tot een heroverwegen van de lokatie. Maar nogmaals, dat geldt "bijzonder aangaande wat ik zo even zei, omtrent die ontwikkeling in die industriële sektor. Die kan maken dat die lokatievorm heel erg wijzigt, omdat de aangeboden hoeveelheden misschien veel minder worden. Zou het misschien de Kragge worden als je bijvoorbeeld binnen een jaar of vier maar 30 a 40% zou hebben van het nu aan gebodene. Dan worden de transportproblemen ook heel anders. Het komt allemaal wat in een ander licht te staan. Ook de mogelijk heden van storten komen waarschijnlijk in een ander licht te staan. Dus in dat opzicht denken wij ook met het gewest mee. Ik denk dat het erg moeilijk is om dat op heden op de letter te omschrijven. De voorzitterDe heer Roosenboom zei dat hij dat onderzoek niet begreep. Maar dit onderzoek is nu alleen op de Kragge ge richt. Op uitbreidingsmogelijkheden van de Kragge. Dat bete kent dus niet dat het hele gebied onder de loupe wordt genomen. Zo staat het ook verwoord in dit stuk. Voorts een ander punt. Wethouder Sinke en de heer van Eekelen hebben hierover in eerste instantie ook al het een en ander gezegd. Wij staan wat kritisch tegenover die verbrandingsoven kritischer dan het gewest.Het gewest zegt zonder meer als er geen oplossing gevonden wordt, als er huisvuil in moet blijven worden verbrand dan is dat een gewestelijke taak. Dat standpunt nemen wij niet over op dit moment. Wij zeggen daar geen ja tegen. Wij zeggen er echter ook nog geen definitief neen tegen. Wij stellen echter wat voorwaarden.- Dit voor alle duidelijkheid. Ook naar buiten toe is dat belangrijk voor de beeldvorming. Dat daar geen misverstand over bestaat. Wij zeggen er dus nu nog geen ja tegen. Verder is dit punt ook in de kommissie Bestuurlijke Aangelegenheden aan de orde geweest in verband met de taak die overgedragen moet worden aan het gewest. Dit komt uit de wettelijke voorschriften zonder meer naar voren. De wet afvalstoffen en het afvalstoffen plan van de provincie is hier duidelijk over. Deze taak wordt aan het gewest toebedeeld en het is erg verstandig dat de gemeenten cp vrijwillige basis besluiten om die taak toe te bedelen aan het gewest.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1984 | | pagina 47