—12—
Wethouder van der Weegen: Meneer Roosenboom heeft duidelijk
gemaakt dat hij ernstig bezwaar heeft. Het is ook zo dat
die bezwaren naar voren gebracht zijn namens de groepering
Leefbaarheid in de kommissie Financiën, waar we over dit
onderwerp nogal uitvoerig met elkaar gesproken hebben. Ik heb
toen gepoogd duidelijk aan te geven dat ik vind,— ik denk ook
dat het kollege dat vindt-, dat het niet de vergoeding is
die aan de voorzitter gegeven wordt in zijn hoedanigheid als
raadslid, ook niet als kommissielid, maar dat die
gegeven wordt voor hét feit dat één van die kommissieleden
benoemd wordt om de dagelijkse leiding te verzorgen.
Die man is in dit geval toevallig ook raadslid. Dat is een
bijkomstigheid die zeker niet de boventoon moet voeren. Het
kollege ziet dit als een vergoeding die duidelijk in re
latie staat tot het geven van dagelijks leiding daar. Wij
hebben toen ook duidelijk met meneer Roosenboom andere voorbeel
den doorgesproken en er zijn ook duidelijk andere voorbeel
den door hem aangedragenwaarbij duidelijk door mij aange
toond is dat ook daar de gemeente een vergoeding geeft voor
het feit dat daar dagelijkse leiding plaatsvindt. Dat kan ener
zijds zijn in de vorm van het ambtenarenkorps. 0ok daar maakt
de gemeente dan kosten ,voor het geven van leiding. Het kan
ook zijn dat iets uitbesteed is. We hebben het daar toen gehad
over het voorbeeld van sportfondsen. Ook daar betaalt de ge
meente natuurlijk een vergoeding voor het feit dat er leiding
gegeven wordt aan het apparaat Sportfondsen, aan het zwembad
dus. We hebben er daar toen nadrukkelijk met elkaar over
gesproken. Ik heb U toen niet kunnen overtuigen en ik heb
niet de pretentie dat dat vanavond wel zal lukken. Ik kan me
dus verder de moeite besparen.
Mevrouw Heimig heeft een artikel genoemd wat de voorzitter nog
aan het opzoeken is. Ik hoep toch dat ze begrijpt, wat ik net
op het verzoek van meneer Roosenboom vertelde, dat dat' ook
eigenlijk in haar richting geldt. Ik vind dat er een ver
goeding gegeven dient te worden voor dagelijkse leiding
en dat daarbij niet gehaald moet worden dat in dit geval spra
ke is van een raadslidmaatschap. Het is zo, dat dat daar
eventueel buiten zou moeten staan.
Meneer Mouws heeft gezegd dat hij het voorstel als zodanig een
heel goede zaak vindt. Hij heeft ook nog eveigememoreerdde
andere raadsleden in deze kommissie. Mocht dat ook voor
andere raadsleden als zodanig in die omvang spelen, dan denk
ik dat het kollege best bereid is om daar eens over te denken,
maar dan moeten er wel duidelijk signalen naar ons toekomen.
De voorzitterVoordat hierop wordt geantwoord schors ik de
vergadering.
Schorsing
De voorzitter: Het lijkt mij verstandig dat de afdeling
Financiën naar aanleiding van de opmerkingen die gemaakt
zijn hier eerst op gaat studeren en dat we er dan even
tueel mee terug komen in de volgende vergadering. Dit is een
advies van mij als burgemeester. In het kollege hebben
we hier nog geen overleg over gehad. Ik kijk even de beide
wethouders aan of zij zich hier ook in kunnen vinden, dan is
dit zelfs een kollegevoorstel
-13-
Wenst iemand over dit laatste voorstel het woord?
Niet, dan komen wij daar in elk geval bij de volgende
raadsvergadering op terug.
13. VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN KREDIET
TEN BEHOEVE VAN UITBREIDING EN VERVANGING INVENTARISATIE
GYMZALËN(lW^ÏJZÏGING GEMEENTEBEGROTING 1934 EN ~2E
WIJZIGING BEGROTING 1984 D.S.O.R.).
Zonder "hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voor
stel van burgemeester en wethouders.
14. VOORSTEL INZAKE AFVALVERWERKING BINNEN HET STREEKGEWEST
WESTELIJK NOORD-BRABANT.
Het lid Princen: In principe zijn wij akkoord met Uw
voorstel"met"betrekking tot de strukturele taakopdracht aan
het StreekgewestW-ij zijn van mening dat deze vooralsnog be
perkt moet blijven tot het verder onderzoek van mogelijkheden.
De opdracht tot de daadwerkelijke uitvoering in gezamenlijk
gewestelij'k verband stellen wij afhankelijk van het hiermede
verband houdende kostenaspektZolang hierover nog geen ge
gevens bekend zijn onthouden wij ons hieromtrent van een
oordeel
Het lid van Eekelen: V/ij als Werknemerspartij vinden
het een uitermate goede zaak dat in Streekgewestelijk ver
band de vuilverwerking op een rijtje wordt gezet.
Dat schept automatisch ook verplichtingen voor de gemeente.
Ik vind dan ook dat U als B&W een zeer goed stuk geprodu
ceerd hebt en het eigenlijk beter gedaan heeft als Steen
bergen. althans naar wat ik uit de krant gelezen heb. U neemt
een zeer voorzichtige opstelling in ten opzichte van de vuil—
verbrandingsoven in Roosendaal.U zegt niet absoluut neen. Ik
zou dat ook onrechtvaardig vinden. Men wil wel meedoen aan het
gekontroleerd storten op de Kragge. Het aangenamewil men wel
en het onaangename niet. Dat vind ik geen goede zaak in
verband met het StreekgewestAls je gezamenlijk vuil wilt
gaan verwerken, en er zijn een gemeente of 5 a 6 die een
bepaalde last aan hun been hebben, dan moet natuurlijk
met alle mogelijke middelen getracht worden om ciie zaak
exploitabel te krijgen, of anders af te stoten. Maar niet
dat je in de toekomst kunt zeggen, als dat niet lukt, dan moe
ten v/ij als een van de overige gemeenten ons daar niets van
aantrekken en die last bij die andere gemeenten laten. Ik
zou dat een zeer slechte zaak vinden. Daarom vind ik het
een goede zaak dat U als kollege een voorzichtig standpunt
inneemt. Dat onderschrijven wij.
Het lid van den Kieboom: Mijn betoog is enigszins in
dezelfde richting. Vooral wat betreft die verbrandings
oven, daar moeten v/e natuurlijk steeds alert op blijven dat
inderdaad die ekonomische haalbaarheid zal worden aange
toond. dat heeft U ook al aangegeven. Verder is mijn
vraag,- dat heb ik er eigenlijk ook niet goed uit kunnen
opmaken-, wie die onderzoeken naar die mogelijkheden doet en
of men bij het Streekgewest, eventueel misschien via de
gewestleden, kan vragen of het'zinnig is om daar de rijks-
geologische dienst bij in te schakelen. Ik weet niet of
dat.reeds gebeurt bij die onderzoeken. Verder zien we het
weer wel terug.