beter om het in de salarisverordening op te nemen. De sekretaris wordt inderdaad niet genoemd. Het salaris en de bijkomende vergoedingen voor hem worden door het provinciaal bestuur vastgesteld en aan ons medege deeld. Zo ligt dat. Ik kijk even betrokkene aan. Hij weet dat zelf het beste. Daar hebben wij zelf geen inspraak in. Het salaris van het ove rige pe:"soneel wordt échter afgeleid van het salaris van de sekretaris.Dat staat ook in de aanbiedingsnota.Daarom dat de sekretaris niet is vermeld. Voor de burgemees ter. ligt het weer anders. Dat is een rijkszaak. Dan de chef van de' afdeling en zijn autotoelage. Inderdaad is destijds door het college besloten om in principe aan een aantal chefs autotoelagen te geven. Doch dat kollege heeft nooit een voorstel ter zake aangeboden aan de raad. Dus daar is ook nooit een besluit over genomen door de raad. Daarom kon het ook niet worden ingesteld. Dit kollege is daar later weer mee gekonfronteerd en heeft toen besloten om dat kollegebesluit niet uit te voeren en daar ook niet mee naar de raad te gaan omdat zij vindt dat in deze tijd het instellen van zo'n toelage niet past. De au totoelagen zijn voldoende geregeld zoals het nu geregeld is. Als de hoofden van die afdelingen gebruik maken van een auto kunnen zij hun kilometers declareren en ontvangen dan de gebruikelijke kilometerver goeding. Op de heer van Eekelen ben ik reeds in het kort ingegaan. Hij zegt het is een moeilijk stuk en je krijgt de indruk dat men het extra ingewikkeld maakt om het daardoor onleesbaar te maken, zodat niemand meer begrijpt waar het om gaat. Dat heb ik een beetje geproefd uit zijn woorden. Ik moet zeggen ik deel die mening wel enigszins. Maar het gaat er wel om, dat je een salarisverordening maakt, die ook nog goedgekeurd wordt door. hogere overheden en dan moet die aan bepaalde eisen voldoen en dan schijnt dat zo te moeten. We kunnen er in feite dus ook niet zoveel aan doen. Ik wil niet uitsluiten dat op bepaalde onderdelen het misschien nog wel iets gemakkelijker had gekund. Dat weet ik niet, maar in hoofdlijnen moet deze verordening er zo uitzien. Daar is dus verder niet zoveel aan te veranderen. Hij heeft verder gekonstateerd dat er minder salarisschalen zijn. Dat is juist. Door de overgang van het gemeentelijke rangenstelsel naar het rijksrangenstelsel ontstaan er minder schalen. Hij zegt ik heb altijd begrepen dat als er meer schalen zijn er meer mogelijk heden zijn om ons personeel zo te bezoldigen dat ze niet te snel weg lopen. Dat is ook de bedoeling van de Ubinknormen. De bedoeling van de Ubinknormen is namelijk dat ons personeel wat hoger ingeschaald kan worden, omdat men op veel fronten ingezet moet kunnen worden. Bij kleinere gemeenten moet men all round ambtenaar zijn op een afde-' ling, weinig specialistisch werk, en dat mag best beloond worden. Daar komt bij dat er nog al verloop was bij kleinere gemeenten, om dat de promotie kansen bij de grotere gemeenten veel groter zijn. De schaal van referendaris kwam bij ons bijvoorbeeld niet voor. Die schaal zit er nu wel bij meneer van Eekelen. U zei de schaal van referendaris is weggevallen, maar die schaal is er nu juist bij geko men. Dat is nu de hoogste schaal onder de rang van sekretaris die binnen onze gemeente nu mogelijk is. Ik verwacht ook wel dat een of twee ambtenaren in die schaal terecht zullen komen. Maar dat zal de beoordeling, die nog gaande is, moeten uitwijzen. De funktiewaardering. Verder zegt U zit er nu niet het gevaar in dat,omdat een aantal scha len wegvallen, men allemaal terugvalt naar een schaal onder de huidige waardoor men wat minder gaat verdienen. Dat is nu juist niet de bedoe ling. De bedoeling van de Ubinknormen is juist om via funktiewaardering eventueel tot een opwaardering te komen. Komt er geen opwaardering uit, bijvoorbeeld dat de funktie lager wordt gewaardeerd dan waarvoor men wordt betaald, dan is er een garantieregeling in deze salarisverorde ning opgenomen. Daarom is deze salarisverordening ook nodig. Er is een garantieregeling in opgenomen die garandeert dat men in elk geval in de zelfde schaal blijft. Er gaat geen ambtenaar op achteruit. Men heeft al leen maar de mogelijkheid om vooruit te gaan. Het lid van Eekelen: U zegt dat zo. Maar volgens mij is dat niet juist. -11- Als je in een hgere schaal zit en je staat op je maximum, dan krijg je dan bij iedere loonsverhoging dat er bij, of blijf je zolang staan tot op het moment dat je dus eigenlijk ingehaald bent. Tot je opchtni veau zit. Dat is een verschil in achteruitgaan. In financieel opzicht. Dat je dus in je salaris terugvalt of moet wachten tot je het ingelopen hebt met loonsverhogingen. De voorzitter: Nee, je blijft in je eigen schaal gewoon doorlopen. Maar als je al op het maximum van je schaal zit, dus stel de schaal 100 en je zit op het maximum van 100 en er vindt een funktiewaardering plaats waaruit blijkt dat je beneden die schaal 100 terecht komt, dan blijf je op het maximum van schaal 100 staan. Maar dat zou anders ook het geval zijn geweest. Overigens is het wel zo, dat dan om het weer moeilijk te maken, dat er sprake is van aanlooprang, funktierang en uitlooprangen. De kans is aanwezig als men ouder wordt men op een be paald moment in een uitlooprang wordt geplaatst. Dat is een rang ho ger dan de funktiewaardering aangeeft. Dit is wel afhankelijk van prestatie en dergelijke. Dit is ter beoordeling van chefs en het dage lijks bestuur of men een ambtenaar in een uitlooprang plaatst ja dan nee. Dus dat zit er dan nog in. Maar er gaat niemand, niemand achter uit in salaris. Men kan er alleen maar op vooruit gaan. De indexering, prijscompensatie, loopt uiteraard ook gewoon door. Hiermee worden de salarissen meestal verhoogd. Ook daar komt men niets aan te kort. Met diplomatoelagen ligt net echter anders. Diplomatoelagen houdt men tijdelijk wel, maar worden gecompenseerd met de salarisverhoging via de funktiewaardering. Uiteindelijk raakt men die diplomatoelagen kwijt. Dat heeft U waarschijnlijk ook wel ui't de stukken gelezen. Omdat men nu via funktiewaardering wordt beloond is het zo dat even tuele diploma's in die waardering zijn begrepen. Dus dan v/ordt geacht, dat die diploma's er ingecalculeerd zijn. Er worden dan geen extra diplomatoelagen meer gegeven. Hier heb ik nog iets staan. Oh ja, in 1971 heeft er al een soortgelijke funktiewaardering plaatsgevonden bij de dienst Gemeentewerken. Toen is de salarisverordening denk ik, ook gelijktijdig bijgesteld. Dan zal de vorige salarisverordening ook wel van 1971, 1972 zijn. Verder vraagt de heer van Eekelen hoe het zit met de beheerders. VJant hun funkties kunnen toen nog niet ge waardeerd zijn. Dat is juist. V/ij hebben het nu zo gedaan dat v/ij de bestaande salarissen die men heeft hebben gehandhaafd. Wij hebben thans ook geen funktiewaardering toegepast bij de dienst gemeente werken en bij het sekretariepersoneel beneden de rang van adjunct commies. Dit om geen verwachtingen te wekken. Het is met de beheer ders zo, dat zij destijds ingeschaald zijn op basis van ervaringen die in de rest van het land zijn opgedaan. Ik dacht ook zodanig, dat men zeker niet lager wordt betaald dan in de meeste gemeenten nor maal' is. Maar daar durf ik ook niet zonder meer mijn hand voor in het vuur te steken voor deze opmerking. Dus ik zeg dat wat voorzichtig. Er is altijd een mogelijkheid, en daar kunnen we ook in het Georga niseerd Overleg eens over praten, als dit gewenst wordt voor die funkties een aparte funktiewaardering te laten uitvoeren. Dat kan altijd. Dat kan altijd, dat hoeft niet opgehouden te worden door de periodieke funktiewaardering, want als straks de reorganisatie van ons apparaat doorgaat dan zullen er ook opnieuw funkties moeten worden gev/aardeerdWant het apparaat is dan weer anders geformeerd, hierdoor ontstaan andere funkties, nieuwe funkties en het systeem houdt in, dat dan voor deze funkties opnieuw een funktiewaardering moet worden toegepast. Ik kan op Uw vraag betreffende de beheerders niet een afgerond antwoord geven, omdat die funkties vóór mijn tijd zijn ingesteld. Maar in elk geval is er altijd de mogelijkheid om tot funktiewaardering over te gaan als daar aanleiding toe is. Verder vraagt de heer van Eekelen hoe het zit met de nevenfunkties die in bijlage C worden genoemd. Een gemeentelijk geneesheer daar doen we bijvoorbeeld toch niet meer aan. Dat is juist. We hebben nu de gewestelijke gezondheidsdienst. Maar hij heeft zelf het antwoord

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1984 | | pagina 28